3.
Verbrandingsgasventilator start niet
3.1
Defekte motor of condensator.
3.2
Defekte branderautomaat.
3.3
Drukverschilschakelaar S3 nog in open stand.
3.4
Defekte zekering F3.
4.
Drukverschilschakelaar S3 schakelt brander uit
4.1
Schakelpunt AAN 102Pa, UIT 94 Pa; (type 2.25/26 en 2.35/36: AAN 96Pa, UIT 68Pa).
4.2
Geen drukverschil in rookgasafvoersysteem; controleer inlaat verbrandingsluchttoevoer.
4.3
Defekte rookgasventilator.
5.
Toestel geeft onvoldoende warme lucht
5.1
Controleer gasinlaatdruk.
5.2
Controleer branderdruk.
5.3
Gasfilter vuil of verstopt.
5.4
Maximaalthermostaat LC1/LC2 schakelt brander uit (zie 6).
5.5
Drukverschilschakelaar S3 schakelt branderautomaat uit (zie 4).
6.
Maximaalthermostaat LC1/LC2 schakelt brander uit
6.1
Schakeltemperatuur 51,5°C.
6.2
Onvoldoende luchtstroom.
6.3
Verticale en horizontale luchtschoepen te ver gesloten.
6.4
Brander overbelast; controleer inlaatgasdruk.
6.5
Ventilatorthermostaat FC schakelt ventilator niet of te laat in.
6.6
Controleer draairichting van de ventilator.
6.7
Luchttemperatuur aan de inlaat van de ventilator te hoog; T. max. 30°C (zie 6.1).
6.8
Thermisch contact van de luchtventilator schakelt tijdelijk.
7.
Veiligheidsthermostaat LC3 schakelt
7.1
Schakeltemperatuur 96°C (+0/-5).
7.2
Controleer bevestiging van de voeler.
7.3
Temperatuur uitblaaslucht te hoog.
7.4
Defekte maximaalthermostaat LC1/LC2.
7.5
Luchtventilator stopt onmiddellijk nadat de brander is uitgeschakeld.
7.6
Defekte ventilatorthermostaat (FC).
7.7
Defekte motorstarter.
7.8
Slechte instelling thermisch relais motorstarter; reset en motorstroom controleren.
8.
Luchtventilator start niet
8.1
Geen spanning op aansluitklemmen 2 en 11.
8.2
Defekte ventilatorthermostaat (FC).
8.3
Defekte motor of condensator.
8.4
Thermisch contact van de motor schakelt.
8.5
Thermisch relais motorstarter defekt; reset en motorstroom controleren.
8.6
Motorstarter defekt.
9.
Ventilator start en stopt tijdelijk terwijl de brander aan is
9.1
Defekte warmteweerstand (FCR) in de ventilatorthermostaat.
9.2
Thermisch contact schakelt.
9.3
Luchttemperatuur aan de ventilator te laag; T min. <5°C.
14