Remverlenger
Het gebruik van de remverlenger kost u minder moeite
om de rolstoel op de rem te zetten.
De remverlenging is door schroeven verbonden aan de
remmen. Door deze op te lichten, kan hij naar voren
worden gekanteld (fig. 6.05-6.06).
OPGELET!
• Wanneer u de remmen te dicht bij het wiel monteert,
zal deze moeilijker te hanteren zijn. Hierdoor kan de
remverlenger breken!
• De hendel kan ook breken wanneer u op de
remhendels gaat leunen tijdens transfers! Opspattend
water en vuil van de banden kan slecht functioneren
van de remmen veroorzaken.
Compacte remmen (fig. 6.07)
De compacte remmen bevinden zich onder de zitmat.
Door de remmen naar achteren te trekken, in de richting
van de band, worden ze in werking gesteld. Om de
remmen correct te laten functioneren, moeten ze volledig
tegen de aanslagen worden geduwd.
OPGELET!
• Door verkeerde montage van de remmen kan het meer
moeite kosten om deze gebruiken. Hierdoor kan de
bedieningshendel van de rem afbreken!
• De bevestigingsbouten van de rem mogen niet
losgedraaid en/of opnieuw vastgedraaid worden.
Eenhandig bedienbare rem
Uw rolstoel is uitgerust met twee sets remmen, aan de
linker- en rechterkant. Ze komen rechtstreeks op de
banden terecht. Om ze in te schakelen drukt u de
remhendel naar voren tegen de stop aan (fig. 6.08). Om
het wiel vrij te geven, trekt u de hendel weer naar zijn
oorspronkelijke positie.
• Het remvermogen vermindert wanneer:
• het loopvlak van de band versleten is;
• de bandendruk niet voldoende is;
• de banden nat zijn;
• de remmen niet goed afgesteld zijn.
De remmen zijn niet bedoeld om als rem voor een
bewegende rolstoel te dienen. U mag de remmen dan
ook niet gebruiken om een bewegende rolstoel te doen
remmen. Rem altijd met behulp van de hoepels. Zorg
ervoor dat de afstand tussen de banden en de remmen
voldoet aan de vermelde specificaties.
Om opnieuw aan te passen, draait u de schroeven los (1)
en stelt u de juiste tussenruimte in (fig. 6.09). Draai de
schroef weer vast. (zie de pagina over momentsleutel).
QS5 X
Fig. 6.05
Fig. 6.08
20
Fig. 6.06
Fig. 6.07
Fig. 6.09
1
1
3 mm
3 mm
Nederlands | Rev. C