Installeren, elektrisch
Slagsensor (identcode-kenmerk "slag‐
sensor": 3)
Pulsrelais (identcode-kenmerk "slag‐
sensor": 2)
46
Sluit de slagsensor aan op een geschikte analyse-eenheid volgens
de technische gegevens van de analyse-eenheid en die van de
slagsensor - zie hoofdstuk "Technische gegevens".
Het door de klant geïnstalleerde analyse- of voedingsapparaat moet
de stroomwijzigingen van de Namur-sensor kunnen analyseren om
een pompslag aan te kunnen geven.
WAARSCHUWING!
In het EX-bereik geldt:
–
Lees bij de Namur-sensor NJ1,5-8GM-N ook de
informatie van de verklaring van EG-typeonderzoek
PTB 00 ATEX 2048 X.
1.
Installeer de kabel die van het pulsrelais afkomstig is - zie afbeel‐
ding in hoofdstuk "Overzicht van apparaat en besturingselementen":
Kabel A, links.
De polariteit van de kabel is willekeurig.
2.
Installeer de kabel die de printplaat pulsrelais van spanning moet
voorzien - zie afbeelding in hoofdstuk "Overzicht van apparaat en
besturingselementen": Kabel B, rechts.
VOORZICHTIG!
Waarschuwing voor overbelasting
Als de stroomsterkte in het relais te hoog wordt,
kan het relais door oververhitting stuk gaan.
–
Installeer een contactverbreker.
Gegevens aansluitklem pulsrelais
Informatie
Max. spanning
Max. stroomsterkte
Verblijftijd, ca.
Levensduur*
* bij nominale belasting
De contacten zijn potentiaalvrij.
Het pulsrelais is standaard een maakcontact.
Waarde Eenheid
24 VDC
100 mA
100 ms
Cycli
50 x 10
6
(10 V,
10 mA)