Controleer elk van de volgende punten voordat u het systeem opstart
Controleer de compatibiliteit tussen de Shogun 1.1, het leidingwerk en de buitenunit.
Controleer de installatie van het plenum (montagerichting, bevestigingen en leidingwerk).
Controleer de onderlinge verbinding tussen binnenunit/buitenunit/plenum.
Controleer de stand van microschakelaar «4» in de stand «AAN» op het laatste elektrisch aangesloten
register.
De toestellen moeten correct zijn aangesloten.
De deksels van de elektriciteitskasten, het plenum, de buitenunit en het kanaal zijn opnieuw geïnstalleerd.
om kortsluiting en blootstelling aan stof of water te voorkomen.
Voldoende vrije ruimte voor een goede luchtcirculatie over de wisselaars.
Geen obstructies bij de inlaat en de uitlaat.
De elektrische installatie wordt uitgevoerd volgens de geldende voorschriften, met name de NEN-1010.
De kabels zijn correct aangesloten op de elektrische klemmen.
De voedingsspanning van de installatie komt overeen met de op het typeplaatje aangegeven spanning.
Op de voedingslijn van elk apparaat is een stroomonderbreker geïnstalleerd.
Controleer de toestand van de koelmiddelaansluitingen.
Let op de minimale en maximale lengte van de koelmiddelleidingen en op de hoogteverschillen tussen de
units.
De thermische isolatie is compleet (gas- en vloeibare koelmiddelaansluitingen, condensafvoerleiding, enz.)
Geen gaslekkage bij de verschillende verbindingen (flare koppelingen, soldeerverbindingen, enz.).
Het systeem werd gevacumeerd d.m.v. een vacuümpomp voorzien van een vacuümmeter.
In geval van extra vulling is de buitenunit gevuld met de gespecificeerde vloeistof en met de juiste hoeveelheid
vloeistof.
De 3-wegkleppen (gas en vloeistof) staan open.
Voor de duct unit(s), controleer de conformiteit van het luchtstroomnetwerk.
▪
Inbedrijfstelling
Zodra de installatie is voltooid en gecontroleerd, schakelt u het systeem in.
Tijdens de eerste opstart wordt u gevraagd het systeem te configureren. Volg de
instructies die op de centrale bediening worden weergegeven.
Bij het opstarten kan de centrale bediening enkele graden afwijken van de werkelijke temperatuur: dit past
zich na enkele minuten aan.
28
Mise en service
20. EERSTE INGEBRUIKNAME