Zorg dat de brandstoftank op een veilig,
G
vlak oppervlak staat en dat de brandstoflei-
ding niet verdraaid of platgedrukt is of in
contact kan komen met scherpe voorwer-
pen (indien uitgerust met Yamaha-brand-
stoftank of boottank).
DMU27130
Bedieningselementen
Controleer de goede werking van gashen-
G
del, schakelhendel en besturing vooraleer
de motor te starten.
De bedieningselementen moeten vlot wer-
G
ken, zonder vast te lopen of ongewoon veel
speling.
Controleer op losse of beschadigde verbin-
G
dingen.
Controleer de werking van de start- en stop-
G
schakelaars als de buitenboordmotor in het
water ligt.
DMU27140
Motor
Controleer de motor en de motormontage.
G
Controleer op losse of beschadigde beves-
G
tigingsmiddelen.
Controleer de schroef op beschadigingen.
G
DMU30212
Het motoroliepeil controleren
1.
Zet de buitenboordmotor rechtop (niet
gekanteld).
2.
Controleer het oliepeil met behulp van de
peilstok om zeker te zijn dat het peil tus-
sen het bovenste en het onderste merk-
teken staat. Vul met olie als het peil onder
het onderste merkteken staat, of tap af tot
het gespecificeerde peil als dit boven het
bovenste merkteken staat.
1. Oliepeilcontrolevenstertje
1. Merkteken laagste peil
2. Merkteken hoogste peil
DMU27432
Brandstof bijvullen
DWM00060
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn erg ont-
vlambaar en ontplofbaar. Blijf ermee uit de
buurt van vonken, sigaretten, vlammen en
andere bronnen van ontbranding.
1.
Verwijder de brandstoftankdop.
2.
Vul de brandstoftank zorgvuldig.
3.
Sluit de dop zorgvuldig na het vullen van
de tank. Veeg eventueel gemorste
brandstof op.
Inhoud brandstof tank:
0.90 L (0.238 US gal) (0.1980 Imp.gal)
Werking
16