WAARSCHUWING
Het ABS vergelijkt de relatieve snelheid
van het voor- en achterwiel.
Het
gebruik
van
banden kan de wielsnelheid beïn-
vloeden en ervoor zorgen dat het ABS
niet werkt. Monteer altijd de aanbe-
volen banden.
Het niet opvolgen van bovenstaand
advies kan leiden tot verlies van
controle over de motorfiets met moge-
lijk ernstig letsel of de dood tot gevolg.
KENNISGEVING
De ABS- bediening kan aanvoelen als
een hardere pedaaldruk of pulserende
remhendel en pedaal.
Aangezien het ABS geen geïntegreerd
remsysteem is en het de voor- en
achterrem niet tegelijkertijd aanstuurt,
kan deze pulsering voelbaar zijn in de
hendel, het pedaal, of in beide.
Het ABS kan worden geactiveerd door
plotselinge op- of neerwaartse veran-
deringen in het wegoppervlak.
Waarschuwingslampje ABS
Wanneer de contactschake-
laar in de stand ON (AAN)
wordt gedraaid, is het normaal
dat het waarschuwingslampje
voor het ABS- systeem brandt. Het
lampje blijft aan totdat de motorfiets
een snelheid van meer dan 10 km/h
heeft bereikt, waarna het lampje uitgaat.
RIJDEN OP DE MOTORFIETS
niet- aanbevolen
Het
waarschuwingslampje
weer
branden
als
wordt gestart, tenzij er een storing is
of het ABS door de berijder is uitge-
schakeld
(alleen
Scrambler 400 X).
Alleen Scrambler 400 X: Als het ABS
door de rijder is uitgeschakeld, blijft het
waarschuwingslampje branden totdat
het ABS weer is ingeschakeld.
Als er een storing is in het ABS-
systeem, gaat het waarschuwingslampje
branden en knippert het algemene
waarschuwingssymbool.
KENNISGEVING
Het ABS- waarschuwingslampje gaat
branden als het achterwiel langer dan
30 seconden met hoge snelheid wordt
aangedreven, terwijl de motorfiets op
een standaard staat. Deze reactie is
normaal.
Wanneer het contact is uitgeschakeld
en
de
motorfiets
gestart,
gaat
het
lampje branden tot de motorfiets
een snelheid van meer dan 30 km/h
bereikt.
gaat
pas
de
motor
weer
offroadmodus
voor
opnieuw
wordt
waarschuwings-
75