Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 4 - Onderhoud
2.
Alle overige modellen:
a.
Draai de zeewaterkraan dicht (wanneer aanwezig) en koppel de zeewaterinlaatslang los van de
zeewaterinlaatfitting op de pomp.
b.
Als er geen zeewaterkraan is, koppelt u de zeewaterinlaatslang los van de zeewaterpomp en stopt u de slang af.
c.
Bevestig een geschikte connector op de spoelwaterslang en sluit deze connector aan op de waterinlaat van de
zeewaterpomp.
d.
Ga verder met stap 3.
Als u de motor spoelt terwijl hij niet loopt, verzamelt het water zich in het uitlaatsysteem en kan de motor beschadigd
raken. Voer nooit langer dan 15 seconden spoelwater toe als de motor niet draait.
3.
Open de waterkraan helemaal voor maximale watertoevoer.
4.
Zet de afstandsbediening in de neutraalstand (stationair toerental).
5.
Start de motor meteen.
Gebruik van de motor uit het water met hoge toerentallen veroorzaakt aanzuiging, waardoor de watertoevoerslang kan
inklappen en de motor oververhit raakt. Laat de motor uit het water of bij onvoldoende toevoer van koelwater niet met
meer dan 1400 omw/min draaien.
6.
Druk de alleen-gasknop in en voer het gas langzaam op tot de motor met 1300 omw/min (± 100 omw/min) draait.
7.
Kijk naar de watertemperatuurmeter om zeker te zijn dat de motor binnen het normale bereik draait.
8.
Laat de motor ongeveer 10 minuten draaien in neutraal of totdat het uitstromende water helder is.
9.
Breng de gashendel langzaam terug naar de stand voor stationair toerental.
10. Zet de motor af.
11. Draai de kraan meteen dicht en verwijder de doorspoeladapter.
12. Installeer de waterinlaatslang op de zeewaterinlaat van de zeewaterpomp of op de waterinlaat van de 45IV-
transmissie.
13. Draai de slangklemmen goed aan.
Boot in het water
BELANGRIJK: Het doorspoelen van de motorinstallatie is het meest effectief als de boot uit het water gehaald is.
BELANGRIJK: Doorspoelen is nodig als de motorinstallatie in zout, verontreinigd of brak water, of in water met veel
mineralen is gebruikt. Voor een optimaal resultaat wordt doorspoelen aanbevolen na elke tocht en vooraf aan winterstalling
of andere langdurige opslag.
Als u de zeewaterinlaatslang loskoppelt, komt er water in het motorruim terecht, wat motorschade kan veroorzaken.
Draai de zeewaterkraan dicht voordat u de zeewaterinlaatslang loshaalt. Stop de zeewaterinlaatslang onmiddellijk dicht
nadat u hem hebt losgehaald.
1.
Modellen met 45IV-transmissie:
a.
Draai de zeewaterkraan dicht (wanneer aanwezig) en koppel de zeewaterinlaatslang los van de
zeewaterinlaatfitting op de transmissie.
Bladzijde 44
Aansluiting zeewaterinlaatslang
KENNISGEVING
KENNISGEVING
KENNISGEVING
55049
90-8M0125415
MEI 2016
nld
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
