Schaeffler
Gebruik
• De temperatuursensoren worden gebruikt bij het verhitten in een tempera-
tuurmodus.
• De temperatuursensoren mogen als hulpmiddel worden gebruikt voor tem-
peratuurcontrole tijdens het verhitten in de tijdfunctie.
• De temperatuursensoren zijn via de aansluitingen T1 en T2 aangesloten op
de verhitter.
• Temperatuursensor 1 op aansluiting T1 is de hoofdsensor die hetverhit-
tingsproces regelt.
• Temperatuursensor 2 op aansluiting T2 wordt ook gebruikt voor de volgen-
de gevallen:
– Geactiveerde delta-T-functie [ΔT activeren]: Bewaking van een tempera-
tuurverschil ΔT tussen 2 punten op het werkstuk
– Aanvullende controle
e5 Gebruiksomstandigheden temperatuursensor
Naam
Waarde
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +240 °C
Bij temperaturen > +240 °C wordt de verbinding tussen de magneet
en de temperatuursensor onderbroken. Het verwarmingselement
wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuursensor geen stijging
waarneemt.
Weergave van de gemeten waarden op het display:
• Gemeten waarde van T1: rood
• Gemeten waarde van T2: groen
Bij het verwijderen van de temperatuursensor van het werkstuk mag de tem-
peratuursensor nooit aan de kabel worden losgetrokken. Deze mag uitsluitend
aan de stekker en de sensorkop worden getrokken.
Productbeschrijving|4
BA 75 | 17
4