Inhoudsopgave
Advertenties
Sonde plaatsen
Let op
De eerste inbedrijfstelling moet door vakpersoneel
worden uitgevoerd, dat de juistheid van de
verbrandingsparameters controleert.
Let op
De brander heeft vanuit de fabriek een voorinstelling,
die kan afwijken van de vereiste instelling. Dit moet
tijdens de inbedrijfstelling worden gecontroleerd en
indien nodig worden gecorrigeerd.
De tabel technische gegevens geeft de instelwaarden
(stookoliedruk brander, positie verbrandingskop, luchtregeling).
Plaats de sonde voor een regelmatige controle van de
verbranding en de uitlaatgastemperatuur als volgt:
300 mm
De verbranding is stabiel en zuiver, als de
verbrandingsparameters de volgende waarden hebben:
Bacharach-index: 0 (wit)
CO₂:11 / 12,5%
Zuurstof (O₂): 4,5 / 6%
CO
: 500 ppm
max
• Afhankelijk van de gebruikte brandstof en de
montageomstandigheden (hoogtepositie,
verbrandingsluchtaanzuiging met of zonder luchtinlaat,
etc.), kan het naregelen van de brander noodzakelijk zijn
als de verbrandingsparameters niet correct zijn.
• Na het beëindigen van de afnamekeuringen de boring voor
het invoeren van de sonde afdichten met een materiaal dat
de lekdichtheid van het kanaal waarborgt en hittebestendig
is.
12
Olietoevoer tot stand brengen
Het apparaat wordt via snelkoppelingen met een externe tank
verbonden.
ü Het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud uit bedrijf
nemen.
ü Wacht bij het aansluiten van de externe tank, tot het
apparaat volledig is afgekoeld.
ü Gebruik uitsluitend brandstof die geschikt is voor het
apparaat (zie technische gegevens).
1. Plaats het apparaat op een stevige, vlakke en onbrandbare
ondergrond.
2. Verwijder het deksel van de tankaansluiting van de externe
tank.
3. Verwijder het deksel van de tankaansluiting van het
apparaat.
4. Bevestig de slang voor aanvoer en retour via de
snelkoppelingen bij de tankaansluiting van de externe
tank.
5. Bevestig de slang voor aanvoer en retour via de
snelkoppelingen bij de tankaansluiting van het apparaat.
6. Zorg dat de slang goed vastzit, zodat geen lekkages
kunnen ontstaan.
7. Het apparaat is nu aan de olietoevoer aangesloten.
Let op
Is de tank leeg, dooft de brandervlam en wordt het
apparaat automatisch uitgeschakeld.
olieverwarmingsapparaat IDS 900
12
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
