Download Print deze pagina

Advertenties

Operatorshandleiding
Vertaling van de
oorspronkelijke instructies
Hoe werken deze handleidingen?
Handleidingen geleverd bij dit apparaat
Handige functies
Snel aan de slag
Kopiëren
Papierspecificaties en papier bijvullen
Aanpassingsinstellingen voor operators
Afdrukken
Scan
Documentserver
Problemen oplossen
Onderhoud
Voor informatie die zich niet in de papier-
handleidingen bevindt, zie de online
handleidingen die beschikbaar zijn via
onze website (https://www.ricoh.com/).
Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheids-
informatie" leest voordat u het apparaat gebruikt.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Ricoh Pro 8300S

  • Pagina 1 Voor informatie die zich niet in de papier- handleidingen bevindt, zie de online handleidingen die beschikbaar zijn via onze website (https://www.ricoh.com/). Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheids- informatie" leest voordat u het apparaat gebruikt.
  • Pagina 3 INHOUDSOPGAVE 1. Hoe werken deze handleidingen? Symbolen in de handleidingen........................11 Disclaimer................................. 12 Opmerkingen..............................13 Apparaattypen..............................14 Namen van belangrijke functies........................15 Modelspecifieke informatie..........................16 Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn..................17 2. Handleidingen geleverd bij dit apparaat Handleidingen voor dit apparaat........................21 Informatie over de Gebruiksaanwijzing......................24 HTML-handleidingen lezen.........................24 De HTML-handleidingen op het bedieningspaneel lezen...............
  • Pagina 4 Een papiertype zoeken door de eigenschappen ervan op te geven............67 Instellingsparameters voor aangepast papier afdrukken................. 68 Aangepaste papier naar een SD-kaart exporteren..................68 Een aangepast papier verwijderen......................69 De Masterpapierbibliotheek beheren......................70 Op afstand verbinding maken met een computer/DFE vanaf het bedieningspaneel....... 71 Op afstand verbinding maken met een computer/DFE vanaf het bedieningspaneel......
  • Pagina 5 Schakelaar overdrachtsverwarmer......................113 Het display aanpassen..........................115 Het [Home]-scherm gebruiken........................118 Belangrijkste pictogrammen in het [Home]-scherm................120 De modus wijzigen door op een functietoets te drukken............... 121 Scherm [Printerstatus]..........................123 Scherm [Instellingen papierlade]......................124 Scherm [Informatie]...........................125 [Internetbrowser]-scherm.......................... 126 Mogelijke besturingen op het toepassingenscherm................128 De displaytaal wijzigen..........................
  • Pagina 6 Uitloggen met behulp van Web Image Monitor..................163 Functie voor gebruikersuitsluiting......................163 Het inlogwachtwoord wijzigen........................ 163 5. Kopiëren Automatisch verkleinen/vergroten.......................167 Dubbelzijdig kopiëren...........................169 De richting van het origineel en de kopie instellen.................171 Gecombineerd kopiëren..........................173 Enkelzijdig combineren..........................175 Dubbelzijdig combineren......................... 176 Kopiëren op enveloppen..........................179 Kopiëren op enveloppen vanuit de multihandinvoer (lade A)..............
  • Pagina 7 Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen............213 Klein, dik papier gebruiken........................216 Een ander papierformaat kiezen........................219 Voorzorgsmaatregelen bij het wijzigen van het papierformaat............219 Het papierformaat in lade 2 en 3 wijzigen.....................220 Het papierformaat in de bulklade wijzigen.................... 223 Het papierformaat in de brede bulklade met drie laden wijzigen............228 Het papierformaat in de brede bulklade met twee laden wijzigen............
  • Pagina 8 Afwerken: Vouwen............................ 360 Afwerken: Perfect Binder...........................377 Afwerking: Stapeleenheid........................379 Afwerking: Interposer..........................380 8. Afdrukken Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren....... 381 Device Software Manager vanaf de cd-rom installeren................381 Device Software Manager met behulp van het gedownloade bestand installeren......384 Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma weergeven............387 De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven............387 Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven................387...
  • Pagina 9 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail............411 Bestemming of ontvanger opgeven......................413 De bestemming in het adresboek van het apparaat selecteren............413 Handmatig e-mailadressen invoeren.......................417 Selecteer de bestemming bij recente bestemmingen................417 Bestemmingen selecteren op een LDAP-server..................418 Een e-mailadres of map als bestemming registreren................420 Gescande documenten opslaan en archiveren..................
  • Pagina 10 Weergegeven meldingen als u de scanner gebruikt................494 Wanneer er andere meldingen worden weergegeven................. 512 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt.........521 Als u geen duidelijke kopieën kunt maken....................521 Wanneer u geen kopieën kunt maken zoals gewenst................525 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt..................
  • Pagina 11 De aardlekschakelaars nakijken........................586 Nuttige informatie............................588...
  • Pagina 13 1. Hoe werken deze handleidingen? Symbolen in de handleidingen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Geeft aan waar u op moet letten tijdens het gebruik van functies. Dit symbool geeft punten aan die ertoe kunnen leiden dat het product of de service onbruikbaar wordt of dat er gegevens verloren gaan als de instructies niet worden opgevolgd.
  • Pagina 14 1. Hoe werken deze handleidingen? Disclaimer Tot de maximale mate die is omschreven in de betreffende wetten, is de fabrikant in geen enkel geval aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit storingen van dit product, verlies van opgeslagen gegevens of het gebruik of het niet gebruiken van dit product en de gebruikershandleidingen die zijn meegeleverd.
  • Pagina 15 Opmerkingen Opmerkingen De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade of kosten die kunnen voortvloeien uit het gebruik van onderdelen voor uw kantoorapparatuur die geen originele onderdelen van de fabrikant zijn.
  • Pagina 16 1. Hoe werken deze handleidingen? Apparaattypen Kijk welk type apparaat u heeft voordat u de handleidingen leest. • Type 1: Pro 8300S • Type 2: Pro 8310S • Type 3: Pro 8320S • Type 4: Pro 8310 • Type 5: Pro 8320 Bepaalde typen zijn wellicht niet leverbaar in sommige landen.
  • Pagina 17 Namen van belangrijke functies Namen van belangrijke functies In deze handleiding wordt er als volgt verwezen naar de belangrijkste onderdelen van het apparaat: • Auto Document Feeder Automatische documentinvoer (ADF) • ADF Double-feed Detection kit Type-S7 Detectieset voor dubbele invoer in ADF •...
  • Pagina 18 1. Hoe werken deze handleidingen? Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat.
  • Pagina 19 Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn Voor bepaalde functies moeten het apparaat en extra opties als volgt worden ingesteld: U kunt de kopieerfunctie en scannerfunctie uitsluitend op type 1, 2 of 3 apparaten gebruiken. •...
  • Pagina 20 1. Hoe werken deze handleidingen? Functie Optie Nieten (midden) • Booklet Finisher SR5100 • Booklet Finisher SR5120 Perforeren Een van de volgende combinaties van opties is vereist: • Finisher SR5090 en perforeereenheid • Booklet Finisher SR5100 perforeereenheid • Finisher SR5110 en perforeereenheid •...
  • Pagina 21 Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn Functie Optie Afdrukken vanuit de multihandinvoer (lade A) Een van de volgende combinaties van opties is vereist: • Multihandinvoer (lade A) en bulklade • Multihandinvoer (lade A) en brede bulklade met drie laden • Multihandinvoer (lade A) en brede bulklade met twee laden •...
  • Pagina 22 1. Hoe werken deze handleidingen? Functie Optie Halve vouw Een van de volgende combinaties van opties is vereist: • Booklet Finisher SR5100 • Booklet Finisher SR5120 • Finisher SR5110 en multivouweenheid Zijrand snijden Booklet Finisher SR5120 en trimmer Perfect Binding Perfect Binder Ring Binding Ring Binder...
  • Pagina 23 2. Handleidingen geleverd bij dit apparaat Handleidingen voor dit apparaat De gebruiksaanwijzing van dit apparaat wordt geleverd in de volgende vormen: Indeling Handleidingen Gedrukte handleidingen • Veiligheidsinformatie Cd-rom • Installatiehandleiding stuurprogramma's (HTML- handleidingen) Handleidingen die worden getoond op het • Gebruiksaanwijzing (HTML-handleidingen) bedieningspaneel Internetpagina •...
  • Pagina 24 2. Handleidingen geleverd bij dit apparaat Basisbewerkingen Hierin staan de volgende functies beschreven waarover het apparaat beschikt in de standaardconfiguratie. • Kopieerapparaat/Documentserver Hierin wordt uitgelegd hoe het apparaat moet worden geconfigureerd voor het gebruik van de kopieerapparaatfunctie. Hier worden tevens de verschillende kopieerapparaatfuncties uitgelegd en beschreven hoe de origineelinstellingen moeten worden gebruikt en geconfigureerd.
  • Pagina 25 • Zie de Veiligheidshandleiding voordat u de uitgebreide beveiligings- en verificatie-instellingen configureert. • U kunt informatie downloaden over de certificering van het apparaat, die is gebaseerd op een IT- beveiligingssysteem met certificaten (hierna CC-certificering), van https://support.ricoh.com/ services/device/ccmanual/pro_8300_8310_8320/en/download_admin.html en https:// support.ricoh.com/services/device/ccmanual/pro_8300_8310_8320/en/ download_user.html.
  • Pagina 26 2. Handleidingen geleverd bij dit apparaat Informatie over de Gebruiksaanwijzing Dit gedeelte beschrijft de gebruiksaanwijzing voor het apparaat. HTML-handleidingen lezen • Als JavaScript uitgeschakeld is of niet beschikbaar is in uw browser, kunt u niet zoeken in de HTML-documentatie of u kunt bepaalde knoppen niet gebruiken. •...
  • Pagina 27 3. Handige functies In dit hoofdstuk worden handige functies beschreven, zoals boekjes afdrukken, vouwen, Ring Binding en Perfect Binding. Ook wordt het registreren van aangepast papier en het gebruik van het externe bureaublad uitgelegd. Boekjes afdrukken U kunt de afgedrukte documenten in het midden inbinden. •...
  • Pagina 28 3. Handige functies • Indien u papier van een aangepast formaat opgeeft voor de functie voor het afdrukken van boekjes met het PostScript 3-printerstuurprogramma en de lengte van de korte zijde van het papier is gelijk aan of is korter dan de helft van de lengte van de lange zijde van het papier, wordt de taak geannuleerd.
  • Pagina 29 Perfect Binding Perfect Binding Als deze functie geselecteerd wordt, gebruikt het apparaat verwarmde lijm voor afgedrukte vellen om een boekblok te vormen, verpakt het boekblok in een voorblad en snijdt vervolgens overtollig papier weg. U kunt deze functie uitsluitend gebruiken op apparaten van type 2, 3, 4 of 5. •...
  • Pagina 30 3. Handige functies De instellingen voor Perfect Binding opgeven Als het PCL 6-printerstuurprogramma wordt gebruikt, kan Perfect Binding worden opgegeven in het menu Afwerking op het tabblad Uitgebreide instelling. • Gebruik Perfect Binding voor één boekblok met 10 vellen of meer. •...
  • Pagina 31 Perfect Binding Vereist afwerkformaat Boekblok Voor-/achterblad B5 JIS B4 JIS 11 × 15 × 11 9 × 12 13 × 19 13 × 19 12 × 18 × 19 × 18 × 8 × 10 10,5 × 14,5 *1 Geef het aangepaste formaat op in [Instell. papierlade]. Opmerkingen over het gebruik van Perfect Binding Situaties waarbij Perfect Binding wordt geannuleerd of de taak wordt gereset Perfect Binding kan in de volgende gevallen worden geannuleerd of een taak kan worden gereset:...
  • Pagina 32 3. Handige functies • Het aantal vellen is hoger dan het maximaal toegestane aantal voor Perfect Binding. • Vellen papier die gebonden moeten worden met Perfect Binding zijn dikker dan 200 vellen normaal papier. Functies die geannuleerd worden als Perfect Binding wordt toegepast voor het inbinden van vellen papier De volgende functies worden geannuleerd indien ze tegelijkertijd met Perfect Binding worden gebruikt:...
  • Pagina 33 Ring Binding Ring Binding Als deze functie geselecteerd wordt, maakt het apparaat gaten langs de lange kant van het papier en bindt de vellen in met een ringband. Ring Binding kan gebruikt worden voor papier van A4- of Letter- formaat (8 ×...
  • Pagina 34 3. Handige functies Opmerkingen over het gebruik van Ring Binding Situaties waarbij Ring Binding wordt geannuleerd of de taak wordt gereset Ring Binding kan in de volgende gevallen worden geannuleerd of een taak kan worden gereset: • Het apparaat is geconfigureerd om handmatig te blijven afdrukken. •...
  • Pagina 35 Ring Binding Functies die geannuleerd worden als Ring Binding toegepast wordt voor het inbinden van vellen papier De volgende functies worden geannuleerd indien ze tegelijkertijd met Ring Binding gebruikt worden: • Stapelen • Uitgebreide automatische ladewisseling...
  • Pagina 36 3. Handige functies Fold (Vouwen) Afgedrukte documenten kunnen met behulp van de optionele finisher en multivouweenheid of via de op het apparaat aangesloten optionele boekjesfinisher worden gevouwen. • Voor meer informatie over de optionele eenheden die vereist zijn voor deze functie, zie Pag. 17 "Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn".
  • Pagina 37 Fold (Vouwen) Als u het selectievakje [Multi-vellenvouw] in het printerstuurprogramma selecteert, kunt u Halve vouw, Briefvouw naar binnen of Briefvouw naar buiten toepassen op maximaal drie vellen papier tegelijk mits ze hetzelfde formaat hebben. Vouwposities Selecteer de vouwpositie in het printerstuurprogramma. •...
  • Pagina 38 3. Handige functies Vouwpositie Richting van afdruk- Vouwtypen Afdruk aan de Afdruk aan de Niet opgegeven gegevens binnenkant buitenkant Z-vouw Halve vouw Briefvouw naar binnen Briefvouw Liggend naar buiten Dubbele parallelle vouw Venstervou • Voor meer informatie over welke papierformaten met welk vouwtype of Multi-vellenvouw compatibel zijn, zie de handleiding Specificaties.
  • Pagina 39 Fold (Vouwen) Opmerkingen over het configureren van de vouwfunctie Omstandigheden waarin de vouwfunctie wordt geannuleerd: De vouwfunctie wordt geannuleerd als: • Er een papierformaat of -type is geselecteerd dat niet compatibel is met de vouwfunctie. • Het apparaat is geconfigureerd om handmatig te blijven afdrukken. •...
  • Pagina 40 3. Handige functies • Wanneer het informatiepictogram ( ) naast de lijst "Vouwen:" wordt weergegeven, kunt u de nietfunctie niet opgeven. Klik op het informatiepictogram ( ) om te controleren waarom de vouwfunctie niet beschikbaar is. • Als u geen vouwinstellingen kunt invoeren, zelfs wanneer er een multivouweenheid geïnstalleerd is, is het mogelijk dat de opties niet correct zijn ingesteld in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 41 Fold (Vouwen) Halve vouw CNP014 Halve vouw posities Selecteer de positie voor het in tweeën vouwen van afgedrukte documenten in het printerstuurprogramma. Wanneer de optie [Halve vouw: Afdruk binnenkant (Boekje Finisher lade)] is opgegeven, wordt elk deel van afgedrukt papier in tweeën gevouwen met de afgedrukte kant naar binnen en uitgevoerd in de lade van de boekjesfinisher.
  • Pagina 42 3. Handige functies Vouwpositie Richting van afdruk- Afdruk aan de Afdruk aan de gegevens Multi-velvouw binnenkant buitenkant Staand Liggend • Voor meer informatie over welke papierformaten compatibel zijn met de functie Halve vouw, zie Specificaties. Opmerkingen over het configureren van de functie Halve vouw [Halve vouw: Multi-vellenvouw (Boekje Finisher lade)] is opgegeven en het aantal vellen dat moet worden gevouwen groter is dan het maximum aantal vellen dat in één keer kan worden gevouwen, wordt eerst het maximum aantal vellen gevouwen dat samen kan worden gevouwen.
  • Pagina 43 Fold (Vouwen) • De halve vouwfunctie kan niet gebruikt worden voor het geselecteerde papierformaat of -type. • [Halve vouw: Multi-vellenvouw (Boekje Finisher lade)] is opgegeven, maar de papierformaten verschillen. • [Halve vouw: Multi-vellenvouw (Boekje Finisher lade)] is opgegeven, maar het aantal vellen overschrijdt het maximaal aantal dat beschikbaar is voor de vouwfunctie.
  • Pagina 44 3. Handige functies Aangepast papier registreren Wanneer u de functie Papierinstellingen van het apparaat gebruikt, kunt u het papiertype, -formaat, - gewicht en diverse andere eigenschappen opgeven van het papier dat u wilt gebruiken. Deze instellingen kunt u als "Aangepast papier" registreren. Ook kunt u eenvoudig de gewenste afdrukresultaten bereiken door simpelweg de papierinstellingen van algemene papiermerken op te geven vanuit de Masterpapierbibliotheek.
  • Pagina 45 Aangepast papier registreren • De naam van of het type papier uit de masterpapierbibliotheek selecteren • Wijzig een aangepast papier dat al is geregistreerd • De door u gewenste papierinstellingen als papiersoort en -gewicht voor een papierlade handmatig opgeven Onder de geavanceerde instellingen van aangepast papier kunt u de gebruiksomstandigheden van het apparaat instellen, zoals papierinvoer, toneroverdracht en tonerfusie.
  • Pagina 46 3. Handige functies 2. U kunt alle typen aangepast papier tegelijkertijd exporteren naar een SD-kaart. 3. U kunt het aangepaste papier dat u naar een SD-kaart heeft geëxporteerd, importeren en registreren. 4. U kunt aangepast papier registreren door de instellingen handmatig op te geven zoals het type en het gewicht dat u wilt gebruiken.
  • Pagina 47 Aangepast papier registreren • Wanneer u een geregistreerd aangepast papier gebruikt, raadpleegt u Pag. 282 "Aangepast papier opgeven". • Wanneer u het papierformaat en -soort afzonderlijk opgeeft en u gebruikt geen aangepast papier, raadpleegt u Pag. 283 "Handmatig papierformaat en -type invoeren". Het scherm [Aangepast papier beheren] gebruiken In deze paragraaf worden de items op het scherm [Aangepast papier beheren] uitgelegd.
  • Pagina 48 3. Handige functies Voor meer informatie, zie Pag. 54 "Aangepast papier registreren met de media-ID eenheid". 5. Itemnaam Hier worden de itemnamen in de lijst met aangepast papier weergegeven. U kunt selecteren welke items moeten worden weergegeven. U heeft de volgende opties: •...
  • Pagina 49 Aangepast papier registreren Aangepast papier dat aan een papierlade is toegewezen, wordt aangegeven door het pictogram Aangepast papier dat aan meerdere papierladen is toegewezen, wordt aangegeven door het pictogram Ook wordt een van de volgende pictogrammen naast [Nr.] weergegeven: : Een aangepast papiertype dat nieuw is aangemaakt : Aangepast papier dat is geregistreerd in de Masterpapierbibliotheek : Aangepast papier dat is geregistreerd in de Masterpapierbibliotheek en vervolgens is gewijzigd Het scherm [Import.
  • Pagina 50 3. Handige functies U kunt ook de lijst Masterpapierbibliotheek op elk weergegeven item sorteren. Druk op het item waarop u wilt sorteren. 4. [Import.] Selecteer een item in de lijst Masterpapierbibliotheek en druk op [Import.] om het geselecteerde papier als aangepast papier te importeren.
  • Pagina 51 Aangepast papier registreren Selecteer [Uit masterpap.biblioth.] of [Vanaf SD-kaart]. Selecteer de naam van het papier dat u wilt registreren. Selecteer een item door het selectievakje aan te vinken. Als het papier dat u wilt selecteren niet wordt weergegeven, gebruikt u [Sprng nr rij] of scrolt u door het scherm totdat het gewenste item wordt weergegeven.
  • Pagina 52 3. Handige functies U kunt aangepast papier selecteren door handmatig het papiertype en -gewicht op te geven. Het papiertype uit de masterpapierbibliotheek selecteren U kunt de naam van uw papier uit de masterpapierbibliotheek selecteren en die registreren als aangepast papier. •...
  • Pagina 53 Aangepast papier registreren Het papiertype en -gewicht handmatig opgeven Druk op [Instellingen papierlade] linksboven op het scherm. Druk op [Aangepast papier beheren]. Druk op [Nieuwe toevoegen]. Druk op [Papiernaam]. Voer de naam van het papier in. U kunt maximaal 38 tekens met halve breedte invoeren. U kunt Ander aangepast papier onder dezelfde naam registreren.
  • Pagina 54 3. Handige functies Druk op [Afsluiten]. Aangepast papier wordt onder het laagste ongeregistreerde nummer opgeslagen. Druk op Druk op het pictogram [Home] ( ) in het midden onderaan het scherm. • Als u glanzend papier gebruikt, selecteer dan [Gecoat: Glanzend] bij [Type gecoat papier]. Als u mat papier gebruikt (waaronder zijdepapier, dof en satijnen papier), selecteert u [Gecoat: Mat] als [Type gecoat papier].
  • Pagina 55 Aangepast papier registreren Druk op [Aangepast papier beheren]. Selecteer een type aangepast papier om naar te verwijzen. Druk op Wijzig indien nodig de instellingen voor het aangepaste papier (zoals naam, formaat en type papier). Druk op [Pap. opslaan]. Als u de instellingen voor [Papiergewicht], [Papiertype], [Type gecoat papier], [Papierkleur], [Voorgeperforeerd] of [Structuur] wijzigt en op [Pap.
  • Pagina 56 3. Handige functies Aangepast papier registreren met de media-ID eenheid Als u papier scant met de media-ID eenheid, zoekt de media-ID eenheid aangepast papier in de masterpapierbibliotheek. Als er aangepast papier wordt gevonden met configuraties die vergelijkbaar zijn met die van het gescande papier, wordt dit weergegeven. Onderdeelnamen en functies van de media-ID eenheid DFZ012 1.
  • Pagina 57 Aangepast papier registreren DSD018 Papier dat is gescand door de media-ID eenheid als aangepast papier registreren Papier uit de masterpapierbibliotheek registreren met de media-ID eenheid Druk op [Instellingen papierlade] linksboven op het scherm. Druk op [Aangepast papier beheren]. Druk op [Importeren]. Selecteer [Uit masterpap.biblioth.].
  • Pagina 58 3. Handige functies DFZ009 De lijst met aangepast papier met eigenschappen die vergelijkbaar zijn met die van het gescande papier wordt weergegeven. Selecteer het aangepaste papier dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op [Import.]. Druk op [OK]. Druk op [Afsluiten]. Het geselecteerde aangepaste papier wordt vanuit de Masterpapierbibliotheek geïmporteerd.
  • Pagina 59 Aangepast papier registreren Druk op [Nieuwe toevoegen]. Druk op [Waarde scannen]. Plaats het papier in de media-ID eenheid en haal het er vervolgens weer uit. Houd de hoeken van het papier met beide handen vast terwijl u het plaatst. Houd het papier plat als u het eruit trekt. DFZ009 Wijzig indien nodig de instellingen voor het aangepaste papier (zoals naam, formaat en type papier).
  • Pagina 60 3. Handige functies Druk op [Opslaan]. Druk op [Geprogram.]. Druk op [Afsluiten]. Druk op Druk op het pictogram [Home] ( ) in het midden onderaan het scherm. • Als u aangepast papier met de media-ID eenheid scant en opslaat, worden de volgende items automatisch opgegeven: •...
  • Pagina 61 Aangepast papier registreren Druk op [Pap. opslaan]. Als u de instellingen voor [Papiergewicht], [Papiertype], [Type gecoat papier], [Papierkleur], [Voorgeperforeerd] of [Structuur] wijzigt en op [Pap. opslaan] drukt, verschijnt er een bericht waarin staat dat [Geavanceerde instellingen] wordt geïnitialiseerd. Om de wijzigingen voor die instellingen toe te passen, selecteert u [Wijzigen].
  • Pagina 62 3. Handige functies Selecteer het aangepaste papier dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op [Toew. aan lade]. Druk op Druk op het pictogram [Home] ( ) in het midden onderaan het scherm. • Als u de instellingen van het aangepaste papier wilt wijzigen, drukt u op [Instel. bewerk.] bij stap 6.
  • Pagina 63 Aangepast papier registreren • Neem voor meer informatie over [Geav. inst.] contact op met uw apparaatbeheerder. Instellingen voor aangepast papier Papiermerk Geeft de merknaam en gegevensversie van aangepaste papiertypen die zijn opgeslagen in de masterpapierbibliotheek weer. De merknaam en gegevensversie worden alleen weergegeven voor aangepaste papiertypen die vanuit de masterpapierbibliotheek zijn geregistreerd.
  • Pagina 64 3. Handige functies Vrgeperf. pap. Geef op of het aangepaste papiertype geperforeerd is of niet. Structuur Geef aan of het aangepaste papiertype reliëfpapier is of niet. Duplex toepassen Geef op of de duplexfunctie voor het aangepaste papiertype is ingeschakeld. Autopapierselec. toepassen Geef op of de functie automatische papierselectie voor het aangepaste papiertype is ingeschakeld.
  • Pagina 65 Aangepast papier registreren Afb.positie handm. aanpas. Pas de afdrukpositie handmatig aan op het aangepast papier dat aan de lade is toegewezen. Voor meer informatie, zie Pag. 321 "Aanpassingsinstellingen voor operators". Waarde scannen Voor het verkrijgen van het papiergewicht en de dikte, coatinginformatie en identificatiegegevens met de Media-ID eenheid.
  • Pagina 66 3. Handige functies Aangepaste papiertypen die met Aangepaste papiertypen die de masterpapierbibliotheek zijn door het opgeven van het Instellingen geregistreerd (vermeld met een papiertype en -gewicht zijn pictogram geregistreerd ( ) Papierkleur Niet beschikbaar Beschikbaar Vrgeperf. pap. Niet beschikbaar Beschikbaar Structuur Niet beschikbaar Beschikbaar...
  • Pagina 67 Aangepast papier registreren Voer allereerst de schuintecorrectie met de printercontroller uit. Voor meer informatie, zie de handleidingen van de printercontroller. • Een sjabloon afdrukken Druk na de schuintecorrectie een sjabloon af van de meegeleverde cd-rom. Selecteer een sjabloon met een formaat dat overeenkomt met het papier dat een afbeelding bevat waarvan u de positie op het apparaat wilt aanpassen.
  • Pagina 68 3. Handige functies Druk op Druk op [Geav. inst.]. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in als het verificatiescherm wordt weergegeven. Het verificatiescherm wordt niet weergegeven als u al ingelogd bent als beheerder. Druk op [Reg. uitlijn. afb op vr-/acht.z mt tmpl]. Voer de waarde in die u op het afgedrukte template genoteerd heeft.
  • Pagina 69 Aangepast papier registreren Druk op het pictogram [Home] ( ) in het midden onderaan het scherm. • Voor meer informatie over het vastleggen van aangepast papier, zie Pag. 48 "Het registreren van aangepast papier". Een papiertype zoeken door de eigenschappen ervan op te geven Door het invoeren van zoekvoorwaarden kunt u naar papiertypen zoeken in de lijsten met papiertypen, zoals de lijst van aangepaste papiertypen en de masterpapierbibliotheek.
  • Pagina 70 3. Handige functies Druk op [Zoeken]. Als het papier dat u wilt selecteren niet wordt weergegeven, gebruikt u [Sprng nr rij] of scrolt u door het scherm totdat het gewenste item wordt weergegeven. Instellingsparameters voor aangepast papier afdrukken U kunt de parameters voor aangepast papier afdrukken vanuit het scherm [Aangepast papier beheren]. Per keer kunt u de instellingen voor 1000 aangepaste papiertypen afdrukken.
  • Pagina 71 Aangepast papier registreren Druk op [Aangepast papier beheren]. Plaats een SD-kaart in de mediasleuf. Voor meer informatie over het gebruik van een SD-kaart, zie Voorbereiding. Druk op [Exporteren]. Druk op [OK]. Druk op [Afsluiten]. Druk op Druk op het pictogram [Home] ( ) in het midden onderaan het scherm.
  • Pagina 72 3. Handige functies • U kunt een aangepast papier dat op dat moment door de printercontroller wordt gebruikt, niet verwijderen. Voor meer informatie, zie de handleiding die is meegeleverd met de printercontroller. De Masterpapierbibliotheek beheren Als u de masterpapierbibliotheek wilt bijwerken, doet u het volgende: De masterpapierbibliotheek bijwerken Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie.
  • Pagina 73 Op afstand verbinding maken met een computer/DFE vanaf het bedieningspaneel Op afstand verbinding maken met een computer/DFE vanaf het bedieningspaneel Het scherm van een computer of DFE die op een netwerk is aangesloten, kan met de geïnstalleerde app op het bedieningspaneel van apparaat worden weergegeven en bediend. Met het bedieningspaneel van het apparaat kunt u een computer of DFE op afstand bedienen en bewerkingen uitvoeren, zoals het apparaat instrueren om af te drukken.
  • Pagina 74 3. Handige functies Druk op het pictogram [Remote Desktop]. Selecteer een bestemming. De verbinding op afstand wordt gestart en het scherm van de computer wordt op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven. Voor meer informatie over het aanmaken van een nieuwe bestemming, zie Pag. 73 "Een bestemming voor verbinding met extern bureaublad maken".
  • Pagina 75 Op afstand verbinding maken met een computer/DFE vanaf het bedieningspaneel • De huidige externe verbindingssessie wordt vervolgd, zelfs wanneer u op [Home] ( ) of andere items drukt. De clientapp voor Extern bureaublad wordt naar de achtergrond verplaatst. De huidige verbindingssessie op afstand wordt ook voortgezet nadat het apparaat door het opnieuw instellen van het systeem wordt opgestart.
  • Pagina 76 3. Handige functies Settings (Instellingen) Scherm • Kleuren Geef hier de weergavekleur van het scherm op. U kunt kiezen uit de volgende opties: • Hoge kleuren (16 Bit) • Ware kleuren (24 Bit) • Hoogste kwaliteit (32 Bit) Standaardinstelling: [Hoogste kwaliteit (32 Bit)] Geavanceerd •...
  • Pagina 77 Op afstand verbinding maken met een computer/DFE vanaf het bedieningspaneel Druk op [Terug] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Druk op het bevestigingsscherm op [Ja]. De instellingen worden als een nieuwe bestemming opgeslagen. Druk op het pictrogram [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
  • Pagina 78 3. Handige functies De Website met toepassingen gebruiken Via de Website met toepassingen kunt u toepassingen op uw apparaat downloaden. U kunt ook gedownloade toepassingen bijwerken of verwijderen. Als u de Website met toepassingen wilt gebruiken, dient u een omgeving te configureren om verbinding te maken met het internet.
  • Pagina 79 De Website met toepassingen gebruiken Geef in [Regio] op in welke regio u het apparaat gebruikt. Als u een extensiecode van uw verkoopvertegenwoordiger heeft gekregen, voer deze code dan in bij [Extensiecode (optioneel)] en druk vervolgens op [Volgende]. Lees de gebruiksvoorwaarden zorgvuldig door. Als u akkoord gaat met alle voorwaarden, vink dan het selectievakje bij [Ik ga akkoord mt servicevoorwaarden] aan en druk op [OK].
  • Pagina 80 3. Handige functies • De toepassingen in aparte categorieën weergeven Toepassingen worden per functie van het apparaat bij elkaar ingedeeld. Druk op het tabblad [Zoeken op categorie] om de toepassingen in dit scherm te bekijken. • Als u informatie over bijvoorbeeld het onderhoud aan de server van de Website met toepassingen wilt bekijken, drukt u op [Informatie] rechts bovenin het scherm.
  • Pagina 81 De Website met toepassingen gebruiken Selecteer op het scherm met de lijst toepassingen de toepassing die u wilt installeren. Druk op [Installeren]. Als de firmware van het apparaat bijgewerkt moet worden om de Website met toepassingen te gebruiken, wordt er een bevestigingsbericht weergegeven om de firmware te bij te werken. Volg de instructies op het scherm.
  • Pagina 82 3. Handige functies Als er voor sommige toepassingen updates beschikbaar zijn, wordt er een paar tellen een bericht weergegeven bovenin het scherm als het scherm met de lijst met toepassingen wordt weergegeven. Als [Melding van bijgewerkte toepassing] in [Melding van nieuwe update] in [Beheerde items] ingesteld is op [Uit], dan verschijnt deze melding niet.
  • Pagina 83 De Website met toepassingen gebruiken Druk op [Beheermenu] rechts bovenin het scherm van de lijst met toepassingen. Druk op het tabblad [Beheerde items]. Druk op [Lijst met toepassingen/Verwijderen]. Druk op de knop [Verwijderen] van de toepassing die u wilt verwijderen. Druk op het bevestigingsscherm op [Verwijderen].
  • Pagina 84 3. Handige functies 1. [Lijst met toepassingen/Verwijderen] Op dit scherm kunt u toepassingen verwijderen. Voor meer informatie, zie Pag. 80 "Toepassingen verwijderen". 2. [Regio/Extensiecode] Nu wordt hetzelfde scherm weergegeven als toen u de Website met toepassingen voor het eerst opende. Hier kunt u de extensiecode opnieuw configureren. Voor meer informatie, zie Pag. 76 "Instellen".
  • Pagina 85 De Website met toepassingen gebruiken Meldingen Oorzaak Oplossing JavaVM is niet gestart. JavaVM is niet gestart. Schakel JavaTMPlatform onder Installeer de toepassing [Uitgebreide eigenschapsinstelling] in nadat JavaVM is gestart. Web Image Monitor in. Het downloaden van de Er kan geen verbinding Controleer de informatie over toepassing is mislukt.
  • Pagina 86 3. Handige functies Vanaf een computer verbinding op afstand met het bedieningspaneel toestaan U kunt het scherm van het bedieningspaneel monitoren of het apparaat op afstand besturen vanuit een internetbrowser op een computer die op hetzelfde netwerk is aangesloten. U kunt het scherm ook uitschakelen of vergrendelen om onbedoelde besturingen van het apparaat te voorkomen.
  • Pagina 87 Vanaf een computer verbinding op afstand met het bedieningspaneel toestaan • De volgende functies worden niet ingeschakeld wanneer een verbinding voor besturing of monitoren op afstand tot stand is gebracht. • Energiebesparingsfunctie • Timer systeemreset • De verbinding van de beheerder met het apparaat wordt verbroken als er sprake is van een van de volgende opties wanneer de verbinding actief is: •...
  • Pagina 88 3. Handige functies Druk op [Basisinstellingen voor uitgebreide apparaten]. Druk op [Paneelbesturing op afstand]. Stel [Functies voor besturing/monitoren op afstand] in op [Aan]. Configureer waar nodig andere items. Functies voor besturing/monitoren op afstand Geef hier op of u de functies voor besturing op afstand en monitoren wilt inschakelen. Standaardinstelling: [UIT] URL voor externe verbinding De URL (IP-adres en poort) wordt weergegeven wanneer Paneelbesturing op afstand is...
  • Pagina 89 4. Snel aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat en de gebruiksaanwijzing beschreven. Namen en functies van onderdelen • De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Dit kan leiden tot brand omdat de interne onderdelen oververhit raken.
  • Pagina 90 4. Snel aan de slag 2. ADF Laat de ADF zakken over de originelen die op de glasplaat liggen. Als u een stapel originelen in de ADF plaatst, zal de AFD automatisch de originelen één voor één invoeren. 3. Glasplaat Plaats originelen hier met de bedrukte zijde naar beneden.
  • Pagina 91 Namen en functies van onderdelen Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant EAQ124 1. Statuslamp Zie Pag. 91 "Functies van het waarschuwingslampje". Dit onderdeel is optioneel voor apparaten van type 1, maar is bevestigd aan andere modellen. 2. ADF-verlengstuk Trek dit verlengstuk uit om groot papier te ondersteunen.
  • Pagina 92 De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt. 2. Aansluitpoort voor beheer op afstand Gebruik deze om de service voor beheer op afstand (Ricoh @Remote) via internet te gebruiken. Afhankelijk van het land, de regio of de omgeving is Ricoh @Remote mogelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 93 Namen en functies van onderdelen Functies van het waarschuwingslampje • Duw niet tegen de statuslamp en trek er ook niet aan tijdens het installeren op het apparaat. Daardoor kan er schade of storing ontstaan aan de statuslamp van het apparaat. CUV121 De statuslamp waarschuwt de gebruiker door middel van een lichtsignaal om te laten weten dat er een papierstoring is of wanneer het papier op is.
  • Pagina 94 4. Snel aan de slag Lamp Status Het bovenste lampje brandt rood. Fout opgetreden (Voorbeeld) • Wanneer er een onderhoudsbericht wordt weergegeven • Papierstoring • Papier op • Toner is op • Geheugenoverloop • Tonerafvalfles vol Lees het bericht op het display en voer de vereiste handeling uit.
  • Pagina 95 Informatie over de verschillende apparaatopties Informatie over de verschillende apparaatopties U kunt de kopieerfunctie en scannerfunctie uitsluitend op type 1, 2 of 3 apparaten gebruiken. Voor de namen van de opties, zie Pag. 15 "Namen van belangrijke functies". Voor de opties die vereist zijn voor bepaalde functies, zie Pag. 17 "Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn".
  • Pagina 96 4. Snel aan de slag Apparaat van type 1 EAR136 1. Trimmer Snijdt de voorrand van het boekblok af nadat de zadelsteek op het boekblok is aangebracht. 2. Booklet Finisher SR5120 Hiermee worden meerdere vellen papier gesorteerd, gestapeld en geniet. Met de rughechtingsfunctie kunnen meerdere vellen papier in het midden worden geniet en als een boekje worden gevouwen.
  • Pagina 97 Informatie over de verschillende apparaatopties 5. Multivouweenheid Is van toepassing bij de volgende vouwen: Halve vouw, Briefvouw naar buiten, Briefvouw naar binnen, Dubbele parallelle vouw, Venstervouw en Z-vouw. 6. Tussenvoegeenheid Hiermee voegt u kaften of tussenvoegvellen aan de kopieën of afdrukken toe. 7.
  • Pagina 98 4. Snel aan de slag 21. Brugeenheid finisher Deze optie is vereist voor het aansluiten van finishers van andere fabrikanten. 22. Finisher SR5110 Hiermee worden meerdere vellen papier gesorteerd, gestapeld en geniet. Bestaat uit de volgende papierladen: • Staffellade 1 finisher •...
  • Pagina 99 Informatie over de verschillende apparaatopties • Als u twee hoogvolume stapeleenheiden heeft aangesloten, kunt u de meervoudige vouweenheid, de Ring Binder of de Perfect Binder niet installeren. • U kunt de multivouweenheid alleen installeren als Finisher SR5110 of Booklet Finisher SR5120 is geïnstalleerd.
  • Pagina 100 4. Snel aan de slag Nadat de lade is neergelaten, verwijdert u het afgeleverde papier. EAQ129 Druk op de toets [Uitstellen/Hervatten] om het afdrukken opnieuw te starten. Bij aflevering in staffellade 2 finisher Druk op de toets [Uitstellen/Hervatten] van staffellade 2 van de finisher. EAQ126 1.
  • Pagina 101 Informatie over de verschillende apparaatopties Wanneer de functie Z-vouw wordt gebruikt Om de functie Z-vouw te gebruiken, moet u de Z-vouw ondersteuningslade installeren. Finisher SR5110 en Booklet Finisher SR5120 • Staffellade finisher Bevestig de Z-vouw ondersteuningslade door de twee pinnen aan de onderzijde in de openingen op de staffellade van de finisher te plaatsen.
  • Pagina 102 4. Snel aan de slag CWR003 Wanneer de functie 'Briefvouw naar buiten' wordt gebruikt Als u de functie Briefvouw nr buit en de functie Multi-velvouw gelijktijdig wilt gebruiken, moeten de Z- vouw ondersteuningslade voor de multivouweenheid en de uitvoereenheid voor briefvouw naar buiten zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 103 Informatie over de verschillende apparaatopties Trek de uitvoerondersteuningseenheid voor briefvouw naar buiten uit. CWR008 Wanneer u klaar bent met de Z-vouw ondersteuningslade voor de multivouweenheid en de uitvoerondersteuningseenheid voor briefvouw naar buiten, breng dan elk onderdeel weer terug in zijn oorspronkelijke positie. CWR009 Wanneer u papier uitvoert met een gewicht lager dan 52,2 g/m in Finisher SR5110...
  • Pagina 104 4. Snel aan de slag Trek de verlenglade van de staffellade 1 of 2 van de finisher uit. EAQ138 Bevestig de Z-vouwondersteuningslade door de pinnen aan de onderzijde in de openingen op staffellade 1 of 2 van de finisher te plaatsen. EAQ137 Druk op de toets [Uitstellen/Hervatten] om het afdrukken te hervatten.
  • Pagina 105 Informatie over de verschillende apparaatopties Wanneer u enveloppen uitvoert naar de Finisher SR5110 of de Booklet Finisher SR5120 Wanneer u afdrukt op enveloppen (met een driehoekige flap) en deze uitvoert naar Finisher SR5110 of de Booklet Finisher SR5120, dient u de Z-vouwondersteuningslade die bij de finisher is geleverd, op de staffellade van de finisher te plaatsen.
  • Pagina 106 4. Snel aan de slag Bij het uitwerpen van dik papier of enveloppen naar de bovenste lade van de hoogvolume stapeleenheid Bevestig de meegeleverde steunlade voor dik papier bij het uitwerpen van het volgende papier aan de bovenste lade van de hoogvolume stapeleenheid. •...
  • Pagina 107 Informatie over de verschillende apparaatopties EAQ144 1. Geleiderpanelen • Sla niet op de finisher (sla bijvoorbeeld niet herhaaldelijk op het oppervlak van de finisher om papierstapels te ordenen). Overzicht van de interne apparaatopties en optionele controllers • OCR-eenheid Met dit onderdeel kunt u de doorzoekbare PDF-functie te gebruiken. Dit is een optie voor apparaten van type 1, 2 en 3.
  • Pagina 108 4. Snel aan de slag • Gigabit Ethernet-poort • Interfacekast *1 Wanneer dit wordt gebruikt om een finisher van een andere fabrikant aan te sluiten.
  • Pagina 109 Namen en functies van het bedieningspaneel Namen en functies van het bedieningspaneel U kunt de kopieerfunctie, scannerfunctie en programma's uitsluitend gebruiken op apparaten van type 1, 2 of 3. 3 4 5 EAR134...
  • Pagina 110 4. Snel aan de slag 1. Display Dit is een touchscreen dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren. U vindt hier informatie over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten. Zie Pag. 118 "Het [Home]-scherm gebruiken" en Pag.
  • Pagina 111 Namen en functies van het bedieningspaneel 14. Resettoets van bedieningspaneel Druk hierop om het bedieningspaneel opnieuw op te starten. Deze wordt gebruikt wanneer het bedieningspaneel niet meer reageert. 15. Mediasleuven Gebruik deze om een USB-geheugenopslagapparaat- of een SD-kaart aan te sluiten. Voor meer informatie, zie Voorbereiding.
  • Pagina 112 4. Snel aan de slag Het apparaat aan-/uitzetten U kunt de ADF en de adreslijst gebruiken op een type 1, 2 en 3 apparaat. Het apparaat aan-/uitzetten • Druk niet herhaaldelijk op de hoofdstroomschakelaar. • Nadat u op de hoofdstroomschakelaar heeft gedrukt, moet u ten minste 10 seconden wachten tot duidelijk is dat het Aan/uit-indicatielampje brandt of uit is.
  • Pagina 113 Het apparaat aan-/uitzetten CWW213 • Nadat u de hoofdstroomschakelaar heeft aangezet, verschijnt er mogelijk een scherm dat aangeeft dat het apparaat bezig is met initialiseren. Schakel de printer tijdens dit proces niet uit. Initialiseren duurt ongeveer 16 minuten. Afhankelijk van de opties die op het apparaat zijn geïnstalleerd, kan de tijd voor het initialiseren echter variëren.
  • Pagina 114 4. Snel aan de slag Energie besparen Dit apparaat heeft de volgende functies om energie te besparen. Energiespaarstand Als u het apparaat na een handeling gedurende een bepaalde periode niet gebruikt, wordt het scherm uitgeschakeld en schakelt het apparaat over naar modus Laag stroomverbruik. Het apparaat verbruikt minder stroom in de modus Laag stroomverbruik.
  • Pagina 115 Het apparaat aan-/uitzetten • Tijdens communicatie met externe apparatuur • Wanneer de harde schijf bezig is met het uitvoeren van een bewerking • Wanneer er een onderhoudsbericht wordt weergegeven • Wanneer de ADF, het apparaatpaneel of het ADF-paneel open staan •...
  • Pagina 116 4. Snel aan de slag EAR133 1. Schakelaar overdrachtsverwarmer Sluit het linker voorpaneel.
  • Pagina 117 Het display aanpassen Het display aanpassen U kunt de kleur, helderheid en weergavepositie van het scherm van het bedieningspaneel aanpassen met de toetsen voor aanpassing van de weergave rechtsonder op het bedieningspaneel. Als u het scherm wilt aanpassen en ontgrendelen, houdt u de Omhoog- en Onlaag-toetsen vijf seconden tegelijkertijd ingedrukt.
  • Pagina 118 4. Snel aan de slag Scherm voor weergaveaanpassing Instelbereik Beginwaa Instellingsitem Inhoud Hiermee past u het algehele contrast van alle 0 - 255 Contrast kleuren in RGB aan Hiermee past u het contrast in rood aan 0 - 255 ContrastRed (digitale instelling) Hiermee past u het contrast in groen aan 0 - 255...
  • Pagina 119 Het display aanpassen Instelbereik Beginwaa Instellingsitem Inhoud Hiermee past u de verticale positie van het 63 - 210 OSD VPosition scherm voor weergaveaanpassing (OSD) aan Hiermee past u de transparantie-instelling van 0 - 7 OSD Effect het scherm voor weergaveaanpassing aan (OSD) Hier kunt u de wachttijd voor het sluiten van Non, 5-60...
  • Pagina 120 4. Snel aan de slag Het [Home]-scherm gebruiken U kunt de kopieerfunctie, de Documentserver-functie, de scannerfunctie en programma's uitsluitend gebruiken op Type 1-, 2- of 3-apparaten. Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. Er is een pictogram aan elke functie toegewezen en deze worden weergegeven op het [Home]-scherm. U kunt snelkoppelingen naar veelgebruikte functies of internetpagina's toevoegen aan het [Home]- scherm.
  • Pagina 121 Het [Home]-scherm gebruiken 3. Pictogram voor resterende toner Hier wordt weergegeven hoeveel toner er nog over is. 4. Pictogram voor ingelogde gebruiker Deze toets wordt weergegeven wanneer gebruikersverificatie is ingeschakeld. Wanneer u op het pictogram drukt terwijl [Inloggen] wordt weergegeven, verschijnt het inlogscherm. Als u al op het apparaat bent ingelogd, wordt de naam van de ingelogde gebruiker weergegeven.
  • Pagina 122 4. Snel aan de slag 14. Systeembericht Hiermee worden berichten van het systeem en de toepassingen van het apparaat weergeven. 15. Pictogramweergavegebied Geeft de functie of pictogrammen en widgets van toepassingen weer. Weergegeven pictogrammen kunnen verschillen tussen de vijf startschermen. Voor meer informatie over pictogrammen op elk scherm, zie Pag. 120 "Belangrijkste pictogrammen in het [Home]-scherm".
  • Pagina 123 Het [Home]-scherm gebruiken Pictogram Beschrijving Printer (klassiek) Hiermee kunt u instellingen opgeven om het apparaat eenvoudig als printer te gebruiken. Voor meer informatie over het gebruik van de printerfunctie, zie Pag. 381 "Afdrukken". Documentserver Druk op deze toets om documenten op de harde schijf van het apparaat op te slaan of af te drukken.
  • Pagina 124 4. Snel aan de slag EAR102 1. Functietoetsen U kunt de functietoetsen gebruiken wanneer [Functietoets] in Schermeigenschappen is ingeschakeld. Zie Apparaatbeheer. [Printerstatus], [Instellingen papierlade] en [Aanpassingsinstellingen voor operators] zijn vaste items en kunnen niet worden gewijzigd. Voor meer informatie over elke functie, zie Pag. 123 "Scherm [Printerstatus]", Pag.
  • Pagina 125 Het [Home]-scherm gebruiken Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. De functietoets wordt bovenaan het scherm weergegeven. Scherm [Printerstatus] Druk op [Printerstatus] onder de functietoetsen om het scherm met apparaatinformatie weer te geven. Op het scherm met apparaatinformatie kunt u de status van verbruiksartikelen en papier in de hoofdeenheid en in elke optionele eenheid bekijken.
  • Pagina 126 4. Snel aan de slag Scherm [Instellingen papierlade] Druk op [Instellingen papierlade] bij de functietoetsen om het scherm [Instellingen papierlade] weer te geven. Op het scherm [Instellingen papierlade] kunt u de papierinstellingen voor de laden en tussenvoegeenheid opgeven. U kunt hier ook de instellingen voor functionele papiertypen configureren. EAR104 1.
  • Pagina 127 Het [Home]-scherm gebruiken 3. Het vooraanzicht van het apparaat Hier wordt informatie weergegeven zoals de configuratie van het apparaat, de gebruikte lade voor het afdrukken, de foutstatus en andere informatie. 4. [Aangepast papier beheren] Hier wordt het scherm [Aangepast papier beheren] weergegeven. Voor meer informatie over het scherm [Aangepast papier beheren], zie Pag.
  • Pagina 128 4. Snel aan de slag Hier wordt de verhouding van de dubbelzijdige afdrukken ten opzichte van het totale aantal afdrukken weergegeven. Hoe hoger de verhouding, hoe meer blaadjes er worden weergegeven. • Gecombineerd gebruik: Hier wordt de verhouding van de gecombineerde afdrukken ten opzichte van het totale aantal afdrukken weergegeven.
  • Pagina 129 Het [Home]-scherm gebruiken EAR107 1. Tabblad Druk hierop om tussen schermen te schakelen. Om de URL-balk weer te geven, drukt u op het tabblad van de internetpagina. 2. URL-balk Druk op deze balk om de URL van een internetpagina in te voeren. U kunt de URL van een internetpagina intypen door op de adresbalk te drukken.
  • Pagina 130 4. Snel aan de slag 9. [Zoeken op pagina] Druk hierop om een woord te typen en te zoeken op de huidige webpagina. 10. [Desktopversie opvragen] Druk hierop om de weergavemodus van de internetpagina te wisselen van mobiele versie naar desktopversie. 11.
  • Pagina 131 Het [Home]-scherm gebruiken Plaats uw duim en wijsvinger op het scherm en spreid uw vingers uit elkaar om het scherm in te zoomen. Dubbeltikken kan ook effectief zijn voor deze besturing. DWP062 • Vegen Veeg met uw vinger naar rechts of links op het scherm om tussen schermen te wisselen. DWP063 •...
  • Pagina 132 4. Snel aan de slag DWP065 • Terwijl u andere toepassingen dan een van de standaardtoepassingen gebruikt, kunt u tekst invoeren voor de hierboven beschreven bewerkingen. De displaytaal wijzigen U kunt de taal die op het display wordt gebruikt, wijzigen. Engels is standaard ingesteld. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
  • Pagina 133 Het gebruik van elke toepassing Het gebruik van elke toepassing U kunt de kopieerfunctie, de Documentserver-functie, de scannerfunctie en programma's uitsluitend gebruiken op Type 1-, 2- of 3-apparaten. U kunt de functieschermen openen door op pictogrammen zoals [Kopieerapparaat (klassiek)], [Printer (klassiek)] of [Scanner (klassiek)] te drukken op het scherm [Home].
  • Pagina 134 4. Snel aan de slag Scherm Apparaateigenschappen EAR108 1. Functiescherm Hier kunt u de standaardinstellingen aanpassen van de werking van het apparaatsysteem, het kopieerapparaat, de Documentserver, de printer en de scanner. Zie Apparaatbeheer of Voorbereiding. 2. [Gebruikersinstellingen] Druk hierop om de volgende items te gebruiken: •...
  • Pagina 135 Het gebruik van elke toepassing EAR109 1. [Eenv schrm] Druk op deze knop om naar het vereenvoudigde scherm over te gaan. Zie Pag. 153 "De schermindeling wijzigen". 2. [Resetten] Druk op deze knop om de huidige instellingen te verwijderen. 3. [Programmeren] Druk op deze knop om veelgebruikte instellingen vast te leggen of vastgelegde instellingen op te roepen.
  • Pagina 136 4. Snel aan de slag Het [Kopieerapparaat]-scherm EAR110 1. Gebruiksstatus en meldingen Geeft de apparaatstatus en meldingen weer. 2. Veelgebruikte verkleinings-/vergrotingsfactoren U kunt maximaal twee vaak gebruikte verkleinings-/vergrotingsfactoren programmeren die anders zijn dan de vaste verkleinings-/vergrotingsfactoren onder [Reproductieratio] in het menu Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Voorbereiding.
  • Pagina 137 Het gebruik van elke toepassing Het [Documentserver]-scherm U kunt documenten die zijn opgeslagen op de documentserver organiseren in mappen. U kunt een lijst van documenten in een map bekijken door de maptoets aan te raken. Mappenlijstscherm EAR111 Het scherm Bestandslijst EAR112 1.
  • Pagina 138 4. Snel aan de slag 2. [Nr. ], [Mapnaam] en [Creatiedatum/-tijd] Druk op het item om de mappen te sorteren. Selecteer hetzelfde item nogmaals voor omgekeerd sorteren. 3. [Nieuwe map] Druk hierop om een nieuwe map te maken. 4. [Map bewerken] Druk hierop om de naam van de map of het wachtwoord te wijzigen of om de map te verwijderen.
  • Pagina 139 Het gebruik van elke toepassing Het scherm [Miniatuurweergave] In de miniatuurweergave worden verkleinde versies van de opgeslagen documenten weergegeven. Dit is handig voor het controleren van de inhoud van een document op het scherm met de bestandslijst. • Sommige opgeslagen documenten kunnen niet worden weergegeven, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen.
  • Pagina 140 4. Snel aan de slag EAR113 1. [Afsluiten] Sluit het voorvertoningsscherm. 2. Bestand weergeven Geeft de bestandsnaam weer. Als u twee of meer bestanden heeft geselecteerd voor een voorvertoning, drukt u op [Veranderen] om van het ene naar het andere bestand te kunnen gaan. 3.
  • Pagina 141 Het gebruik van elke toepassing • Wanneer de voorvertoning al is geselecteerd vanuit een andere functie, kan het zijn dat de functie voorvertoningsscherm onbruikbaar wordt. • Het voorvertoningsscherm is evenmin beschikbaar wanneer het papierformaat groter is dan A3 of als het beeldbestand beschadigd is.
  • Pagina 142 4. Snel aan de slag 6. [Form Feed] Druk op deze toets om alle gegevens af te drukken die in de invoerbuffer van het apparaat zijn achtergebleven. 7. [Takenlijst spoolen] Druk hierop om de gespoolde taken weer te geven. 8. [Foutenlogboek] Druk hierop om de foutlogboeken weer te geven van de afdruktaken die vanaf een computer zijn verzonden.
  • Pagina 143 Het gebruik van elke toepassing • Wanneer (Map) is geselecteerd, kunt u de mapbestemmingen opgeven. Schakel ook naar het andere scherm over, als u dezelfde bestanden zowel per e-mail als via scan-to-folder verzendt. 4. E-mailpictogram Dit pictogram geeft aan dat het scherm [E-mail] wordt weergegeven. 5.
  • Pagina 144 4. Snel aan de slag [Scannen naar Map]-scherm In deze paragraaf wordt de schermindeling voor het verzenden van scanbestanden via Scannen naar map uitgelegd. 5 6 7 DWP134 1. [Reg.nr.] Druk hierop om een bestemming te specificeren met behulp van een registratienummer van vijf cijfers. 2.
  • Pagina 145 Het gebruik van elke toepassing 7. Schakelen tussen schermen Druk hierop om naar het scherm [WSD-scanner (verzendtype)] of [DSM-scanner] te gaan. Indien u geen gebruik maakt van een WSD-scanner, verschijnt [WSD best.]. Als u de DSM-scanner gebruikt, verschijnt de [DSM-bestemming]. 8.
  • Pagina 146 4. Snel aan de slag DWP135 1. [Bijw.] Druk op deze toets om de bestemmingslijst bij te werken. 2. WSD Dit tabblad is geselecteerd als het apparaat als WSD-scanner wordt gebruikt. 3. [WSD Dest.] Druk hierop om tussen het scherm [E-mail] en [Scannen naar map] te schakelen. 4.
  • Pagina 147 Het gebruik van elke toepassing DWP136 1. DSM Dit tabblad is geselecteerd als het apparaat als DSM-scanner wordt gebruikt. 2. [DSM Destination] Druk hierop om tussen het scherm [E-mail] en [Scannen naar map] te schakelen. 3. [Modi controleren] Hier kunt u de scaninstellingen controleren. 4.
  • Pagina 148 4. Snel aan de slag Mappenlijstscherm EAR145 Het scherm Bestandslijst EAR117 1. [Nr. ], [Mapnaam] en [Creatiedatum/-tijd] Druk op het item te gebruiken om de mappen te sorteren. Selecteer hetzelfde item nogmaals voor omgekeerd sorteren. 2. [Annuleren] Druk hierop om terug te keren naar het vorige scherm. 3.
  • Pagina 149 Het gebruik van elke toepassing 4. [Map bewerken] Druk hierop om de naam van de map of het wachtwoord te wijzigen of om de map te verwijderen. 5. Maptoetsen Druk hierop om de lijst met opgeslagen bestanden in de map weer te gegeven. Als er een wachtwoord is opgegeven voor een map, verschijnt het pictogram van een slotje links van de mapnaam.
  • Pagina 150 4. Snel aan de slag • Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden sommige bestanden mogelijk niet in de lijst vermeld. • Bestanden die onder andere functies dan de scannerfunctie zijn opgeslagen, worden op dit scherm niet weergegeven. [Modi controleren]-scherm onder de scannerfunctie Gebruik het scherm [Modi controleren] om de instellingen voor scannen en verzenden te controleren.
  • Pagina 151 Het gebruik van elke toepassing Het ( ) symbool geeft een groepbestemming weer. Het symbool ( ) verwijst naar een bestemming waarop gecodeerde e-mailberichten kunnen worden ontvangen. 2. Afzender en bestemming Geeft de afzender en de bestemmingen weer. 3. Verzenden Geeft de instellingen voor verzenden weer, zoals afzender en onderwerp.
  • Pagina 152 4. Snel aan de slag DWP140 1. [Verz. annul.] Als u hierop drukt, wordt een voorvertoning afgesloten en een verzending onderbroken. 2. [Verzenden] Als u hierop drukt, wordt een voorvertoning afgesloten en een verzending voortgezet. 3. Bestand weergeven Geeft de naam en grootte van een bestand weer. 4.
  • Pagina 153 Het gebruik van elke toepassing • Voorvertoning is niet beschikbaar als u scant met WSD. U kunt de gescande beelden wel op de bestemmingscomputer bekijken. • Voorvertoning is niet beschikbaar als een bestand wordt gescand met behulp van [Opslaan op HDD]. U kunt een opgeslagen bestand in de lijst met opgeslagen bestanden bekijken met behulp van het scherm [Voorvertoning].
  • Pagina 154 4. Snel aan de slag Het scherm [Status scanbestand] DWP141 1. Datum/tijd Geeft de tijd en de datum weer waarop de verzending door dit apparaat werd opgegeven of de datum en tijd waarop Voltooid, Fout of Geannul. werd bevestigd. 2. Pictogram verzendfunctie Geeft het pictogram weer van de gebruikte verzendfunctie.
  • Pagina 155 Het gebruik van elke toepassing 8. [Annuleren] Selecteer een bestand met de status "Wachten..." en druk vervolgens op [Annuleren] om het verzenden te annuleren. 9. [Lijst afdr.] Als u hierop drukt, worden de verzendresultaten afgedrukt. 10. [ ]/[ ] Druk hierop om door het scherm te scrollen. •...
  • Pagina 156 4. Snel aan de slag Dit wordt alleen van kracht in het vereenvoudigde scherm. • Om terug te keren naar het beginscherm, drukt u op dezelfde toets die u heeft gebruikt in stap 1.
  • Pagina 157 Inloggen op het apparaat Inloggen op het apparaat Als het verificatiescherm wordt weergegeven Als Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie actief is, verschijnt het verificatiescherm op het display. Het apparaat kan pas worden gebruikt nadat u uw eigen Log-in gebruikersnaam en Log-in wachtwoord heeft ingevoerd.
  • Pagina 158 4. Snel aan de slag • Als u wilt uitloggen, drukt u op de toets [Spaarstand] nadat taken zijn voltooid of houdt u [Resetten] ingedrukt. Gebruikerscodeverificatie via een printerstuurprogramma Wanneer Gebruikerscodeverificatie actief is, geef dan de gebruikerscode op in de printereigenschappen van het printerstuurprogramma op.
  • Pagina 159 Inloggen op het apparaat Druk op [Gebruikersnaam]. Voer een login gebruikersnaam in. Druk op [Wachtwoord]. Voer een inlogwachtwoord in. Druk op [Inloggen]. • Indien de verificatie mislukt, verschijnt het bericht "Kan niet inloggen.". Controleer of de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord correct zijn. •...
  • Pagina 160 4. Snel aan de slag Druk op het pictogram Ingelogde gebruiker rechtsboven op het scherm. Druk op [OK]. Inloggen met een IC-kaart Log in door een IC-kaart boven het apparaat te houden wanneer Snelle configuratie van kaartverificatie is ingesteld. • Houd maar één IC-kaart tegelijkertijd voor het apparaat. Als u een IC-kaart gebruikt die gekoppeld is aan uw gebruikersnaam en wachtwoord: Houd hem voor de NFC-kaartlezer.
  • Pagina 161 Inloggen op het apparaat Als u een IC-kaart gebruikt die niet gekoppeld is aan uw gebruikersnaam en wachtwoord: Houd hem voor de NFC-kaartlezer. DWP047 Het registratiescherm wordt weergegeven. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die geregistreerd staan in het adresboek van het apparaat.
  • Pagina 162 Voor meer informatie over Ricoh Smart Device Connector, zie handleidingen van Ricoh Smart Device Connector. • Om deze functie te gebruiken, schakelt u de functie Snelle configuratie van kaartverificatie en de Bluetooth verificatie-plugin in.
  • Pagina 163 Inloggen op het apparaat Op het menu Ricoh Smart Device Connector veegt u het scherm naar links of naar rechts om [Inlog. op appar.] te selecteren. Druk op [Inloggen/Uitloggen]. Raak met de smartphone/tablet het Bluetooth-logo aan op het bedieningspaneel van het apparaat.
  • Pagina 164 4. Snel aan de slag Inloggen met behulp van een printerstuurprogramma Klik in het menu [Start] op [Windows-systeem]. Klik op [Configuratiescherm]. Klik op [Apparaten en printers weergeven]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor dit apparaat en klik vervolgens op [Printereigenschappen].
  • Pagina 165 Inloggen op het apparaat Inloggen met behulp van Web Image Monitor Deze sectie beschrijft de procedure voor het inloggen op het apparaat via Web Image Monitor. Open een internetbrowser. Voer "http://(IP-adres van het apparaat of hostnaam)/" in op de adresbalk. Klik op [Inloggen].
  • Pagina 166 4. Snel aan de slag U kunt tot 128 tekens van één byte invoeren. De wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. Houd hiermee rekening tijdens het registreren. • Geef het wachtwoord niet door aan derden. Schrijf evenmin het wachtwoord ergens neer waar anderen het kunnen zien. •...
  • Pagina 167 Inloggen op het apparaat Druk op [OK]. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm. Het log-in wachtwoord wijzigen met behulp van Web Image Monitor Open een internetbrowser. Voer "http://(IP-adres van het apparaat of hostnaam)/"...
  • Pagina 168 4. Snel aan de slag...
  • Pagina 169 5. Kopiëren In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u kunt doen met de kopieerfunctie van het apparaat. Er wordt ook uitgelegd hoe u documenten op de documentserver van het apparaat kunt opslaan en hoe u de opgeslagen bestanden kunt afdrukken en beheren. U kunt de kopieerfunctie uitsluitend gebruiken op type 1, 2 of 3 apparaten.
  • Pagina 170 5. Kopiëren (voornamelijk in Noord-Amerika) Locatie van origineel Origineelformaat en -richting Glasplaat 11 × 17 , 8 × 14 × 13 × 11 × 8 11 × 17 , 8 × 14 × 13 × 11 × 8 × 10 , 10 ×...
  • Pagina 171 Dubbelzijdig kopiëren Dubbelzijdig kopiëren Hiermee worden twee enkelzijdige pagina's of één dubbelzijdige pagina op één dubbelzijdige pagina gekopieerd. Tijdens het kopiëren wordt de afbeelding verschoven om ruimte te maken voor de bindmarge. CKN009 Er zijn twee soorten Dubbelzijdig kopiëren. 1-zijdig 2-zijdig Hiermee worden twee 1-zijdige pagina's op één 2-zijdige pagina gekopieerd.
  • Pagina 172 5. Kopiëren Originelen Origineelrichtin Origineel Richting Kopiëren plaatsen Boven/boven Boven/onder Druk op [Dup./Combineren/Serie]. Let erop dat [Duplex] is geselecteerd. Als [Duplex] niet geselecteerd is, druk dan op [Duplex]. Selecteer [1-zijdig 2-zijdig] of [2-zijdig 2-zijdig] afhankelijk van de manier waarop u het document uitgevoerd wilt hebben.
  • Pagina 173 Dubbelzijdig kopiëren Selecteer de richting van het origineel en druk vervolgens op [OK]. Druk op [OK]. Plaats de originelen. Druk op de toets [Start]. • U kunt de volgende soorten kopieerpapier niet gebruiken met deze functie: • Halfdoorschijnend papier • Etiketten (stickervellen) •...
  • Pagina 174 5. Kopiëren Druk op [Richting]. Selecteer [Boven/boven] of [Boven/onder] bij [Origineel:] als het origineel dubbelzijdig Selecteer [Boven/boven] of [Boven/onder] bij [Kopie:]. Druk op [OK]. • De standaardinstelling is [Boven/boven]. U kunt de standaardrichting veranderen onder [Origineelrichting in Duplexmodus] en [Kopierichting in Duplexmodus] in Gebruikerstools. Voor meer informatie over deze instellingen, zie Voorbereiding.
  • Pagina 175 Gecombineerd kopiëren Gecombineerd kopiëren In deze modus kunt u automatisch een reproductieverhouding selecteren en de originelen op één vel papier kopiëren. Het apparaat selecteert een reproductieverhouding tussen 25% en 400%. Als de richting van het origineel afwijkt van die van het kopieerpapier, wordt de afbeelding automatisch 90 graden gedraaid om een goede kopie te kunnen maken.
  • Pagina 176 5. Kopiëren CKN010 • Originelen worden van rechts naar links gelezen CKN017 • Wanneer u [2-zijdig] voor [origineel:] of [Comb. 2-zijd.] voor [Kopie:] heeft geselecteerd, dan kunt u de richting wijzigen. Voor meer informatie, zie Pag. 171 "De richting van het origineel en de kopie instellen".
  • Pagina 177 Gecombineerd kopiëren • U kunt instellen of u een marge van 3 mm langs de vier randen van elk origineel wilt wissen tijdens het gecombineerde kopiëren. Deze instelling kan worden gewijzigd onder [Orig. schaduw wis. in combimodus] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Voorbereiding. Enkelzijdig combineren Combineer meerdere pagina's op één zijde van een vel.
  • Pagina 178 5. Kopiëren Druk op [Dup./Combineren/Serie]. Druk op [Combineren]. Selecteer [1-zijdig] of [2-zijdig] bij [Origineel:]. Als u [2-zijdig] heeft geselecteerd, kunt u de richting wijzigen. Controleer of [Comb. 1-zijd.] geselecteerd is. Selecteer het aantal originelen dat u wilt combineren. Druk op [Origineelrichting]. Selecteer de richting van het origineel en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 179 Gecombineerd kopiëren CKN074 Er zijn zes soorten dubbelzijdige samenvoegingen. 1-zijdig 4 originelen Comb. 2-zijd. Hiermee worden vier enkelzijdige originelen op één vel met twee pagina's per zijde gekopieerd. 1-zijdig 8 originelen Comb. 2-zijd. Hiermee worden 8 enkelzijdige originelen op één vel met 4 pagina's per zijde gekopieerd. 1-zijdig 16 originelen Comb.
  • Pagina 180 5. Kopiëren Selecteer [1-zijdig] of [2-zijdig] bij [Origineel:]. Druk op [Comb. 2-zijd.]. Druk op [Richting]. Selecteer [Boven/boven] of [Boven/onder] bij [Origineel:] als het origineel dubbelzijdig Selecteer [Boven/Boven] of [Boven/Onder] bij [Kopie:] en druk vervolgens op [OK]. Selecteer het aantal originelen dat u wilt combineren. Druk op [Origineelrichting].
  • Pagina 181 Kopiëren op enveloppen Kopiëren op enveloppen In deze paragraaf wordt beschreven hoe u op enveloppen met een standaardformaat of aangepast formaat kopieert. Plaats het origineel op de glasplaat en plaats de envelop in de multihandinvoer (lade A) of in de brede bulklade. Stel de papierdikte in door het gewicht op te geven van de enveloppen waarop u afdrukt.
  • Pagina 182 5. Kopiëren Druk op [Lade A]. Druk op [Papierformaat]. Specificeer het formaat van de envelop en druk vervolgens op [OK]. Druk op [Papiertype]. Druk op [Volgende]. Selecteer [Envelop] en druk vervolgens op [OK]. Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop. •...
  • Pagina 183 Sorteren Sorteren Het apparaat voegt de kopieën samen tot sets en zet ze in volgorde. Het aantal sets wijzigen Tijdens het kopiëren kunt u het aantal te kopiëren sets wijzigen. • Deze functie kan alleen gebruikt worden wanneer de Sorteren-functie geselecteerd is. Wanneer "Kopiëren..."...
  • Pagina 184 5. Kopiëren Gegevens opslaan in de Document Server Met de Documentserver kunt u documenten op de harde schijf van het apparaat opslaan die met de kopieerfunctie ingelezen zijn. U kunt ze dus later afdrukken, na het toepassen van de gewenste configuraties.
  • Pagina 185 Gegevens opslaan in de Document Server • Voor meer informatie over het instellen van gebruikersnaam, bestandsnaam en wachtwoord, zie Pag. 429 "Gegevens van opgeslagen documenten wijzigen". • Voor meer informatie over het opgeven van een map, zie Basisbewerkingen.
  • Pagina 186 5. Kopiëren...
  • Pagina 187 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Deze handleiding beschrijft hoe u originelen en vellen papier moet plaatsen. De handleiding beschrijft tevens de bijbehorende papierspecificaties. Originelen plaatsen Op een type 1, 2 of 3 apparaat kunt u originelen plaatsen. Aanbevolen origineelformaten en gewichten In dit deel worden de origineelformaten en -gewichten beschreven die in de ADF of op de glasplaat geplaatst kunnen worden.
  • Pagina 188 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Locatie van origineel Origineelformaat Origineelgewicht 11 × 17 –5 × 8 40,0 – 128,0 g/m (10,7 lb. bankpost – 47.3 lb. (Enkelzijdige originelen) A3 –A5 voorblad) 11 × 17 –5 × 8 52,0 – 128,0 g/m (14,0 lb.
  • Pagina 189 Originelen plaatsen 2. Verticaal formaat: 297 mm (11,7 inch) 3. Horizontaal formaat: 432 mm (17,1 inch) • Maximaal standaard origineelformaat voor de glasplaat: A3 , 11 × 17 Het plaatsen van een origineel in de ADF Deze paragraaf beschrijft het maximale scangebied wanneer het origineel in de ADF wordt gelegd.
  • Pagina 190 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Ontbrekende delen CVA089 1. Bovenrand: • Wanneer u ander papier dan gecoat papier gebruikt: 5,0 ± 0,5 mm (0,20 ± 0,02 inch) (Papiergewicht 1 – 3), 4,0 ± 0,5 mm (0,16 ± 0,02 inch) (Papiergewicht 4 – 8) •...
  • Pagina 191 Originelen plaatsen (voornamelijk in Europa en Azië) Locatie B5 JIS B6 JIS B4 JIS origineel *1, *2 *1,*3 Glasplaat × × Locatie van origineel 11 × 17 × 11 × 13 Glasplaat × × : Waarneembaar formaat, ×: Niet-waarneembaar formaat *1 Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u de waarneembare formaten wilt veranderen in 8K en 16K.
  • Pagina 192 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Locatie van 10 × 14 × 10 origineel : Waarneembaar formaat, ×: Niet-waarneembaar formaat *1 De standaardinstelling is 11 × 17. Als u het waarneembare formaat van 11 x 17 naar 11 x 15 wilt omzetten, moet u contact opnemen met uw servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 193 Originelen plaatsen • gebonden originelen dikker dan 10 mm (0,4 inch), zoals boeken Originelen op de glasplaat plaatsen • Wanneer u de ADF laat zakken, dient u uw handen niet op de scharnieren of op de glasplaat te leggen. Uw handen of vingers kunnen klem komen te zitten, waardoor letsel kan ontstaan. •...
  • Pagina 194 6. Papierspecificaties en papier bijvullen CWW354 • Zorg ervoor dat u de originelen plaatst, nadat correctievloeistof of inkt volledig is opgedroogd. Neemt u deze voorzorgsmaatregel niet, dan kunnen er vlekken op de glasplaat ontstaan die gescand kunnen worden. • Voor meer informatie over het opgeven van het origineelformaat, zie "Oorspronkelijke maten specificeren", Basisbewerkingen of Pag.
  • Pagina 195 Originelen plaatsen 2 2 1 EAQ151 1. Sensoren 2. Origineelgeleider Stel de origineelgeleider in op het origineelformaat. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. Stapel geen originelen boven de limietmarkering. De eerste pagina moet bovenop worden geplaatst. EAQ152 1.
  • Pagina 196 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Zorg ervoor dat u de originelen plaatst, nadat correctievloeistof of inkt volledig is opgedroogd. Neemt u deze voorzorgsmaatregel niet, dan kunnen er vlekken op de glasplaat ontstaan die gescand kunnen worden. • Voor meer informatie over de origineelformaten en -gewichten die u in de ADF kunt plaatsen, zie Pag.
  • Pagina 197 Papier plaatsen Papier plaatsen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u papier plaatst in de papierlade of multihandinvoer (Lade A). U kunt de kopieerfunctie en ADF uitsluitend op type 1, 2 of 3 apparaten gebruiken. U kunt originelen laden en scannen op een type 1, 2 of 3 apparaat. U kunt de tussenvoegeenheid van de Perfect Binder alleen gebruiken op apparaten van type 2, 3, 4 of 5.
  • Pagina 198 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Als u voor de eerste keer papier plaatst in de papierlade of als u het papierformaat of de papiersoort in de papierlade wijzigt, zorg dan ook voor de juiste papierinstellingen in 'Instellingen papierlade'. Voor meer informatie, zie Pag. 282 "Papierlade-instellingen wijzigen". •...
  • Pagina 199 Papier plaatsen CVA070 Controleer of er ruimte tussen de vellen is. CVA071 Papier plaatsen in lade 1 (voornamelijk in Europa en Azië) Lade 1 is alleen geschikt voor A4 -papier. Als u op 8 × 11 papier wilt afdrukken vanuit lade 1, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 200 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Voor de rechterstapel lijnt u de rechterzijde van het papier uit met de rechterzijde van de lade. Voor de linkerstapel lijnt u de linkerzijde van het papier uit met de linkerzijde van de lade. Trek de papierlade langzaam naar buiten tot deze niet verder kan.
  • Pagina 201 Papier plaatsen • U kunt zelfs papier plaatsen als lade 1 in gebruik is. U kunt de linkerhelft van de lade uittrekken terwijl lade 1 in gebruik is. Papier plaatsen in de A3-/11 ×17-lade-eenheid (voornamelijk in Europa en Azië) A3/11 × 17 lade-eenheid kan alleen A3 papier bevatten.
  • Pagina 202 6. Papierspecificaties en papier bijvullen DER059 Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen. Papier plaatsen in lade 2 en 3 Elke papierlade wordt op dezelfde wijze gevuld. In het volgende voorbeeld wordt papier in lade 2 geplaatst. • Controleer of de rand van het papier aan de rechterzijde is uitgelijnd. •...
  • Pagina 203 Papier plaatsen CWW307 Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen. • Er kunnen verscheidene papierformaten in lade 2 en 3 worden geplaatst door de posities van de zij- en eindgeleiders aan te passen. Voor meer informatie, zie Pag. 223 "Het papierformaat in de bulklade wijzigen".
  • Pagina 204 6. Papierspecificaties en papier bijvullen CWW309 Stel de eindafscheiding af. CWW311 1. Eindafscheiding 2. Verlengstuk Om de eindafscheiding te verwijderen, schuift u deze naar rechts door de stop in te drukken. CWW312...
  • Pagina 205 Papier plaatsen Druk op de liftschakelaar van de multihandinvoer (lade A). CWW313 1. Liftschakelaar De lamp van de liftschakelaar knippert als de lade omhoog gaat. Deze lamp blijft branden totdat de lade stopt. Druk op de liftschakelaar om de lade omhoog en omlaag te bewegen als u papier wilt plaatsen of vastgelopen vellen wilt verwijderen.
  • Pagina 206 6. Papierspecificaties en papier bijvullen CWW308 1. Tabbladafscheiding 2. Eindafscheiding Papier in de bulklade (LCT) plaatsen De bulklade (LCT) wordt geïdentificeerd als lade 4, lade 5 en lade 6. (voornamelijk in Europa) Lade 6 is alleen geschikt voor A4 -papier. Als u op A5 , B5 JIS , 8 ×...
  • Pagina 207 Papier plaatsen CWW316 Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen. • Er kunnen verscheidene papierformaten geplaatst worden in lade 4 en 5 door de posities van de zij- en eindgeleiders aan te passen. Voor meer informatie, zie Pag. 223 "Het papierformaat in de bulklade wijzigen".
  • Pagina 208 6. Papierspecificaties en papier bijvullen DER075 Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen. • Als u Papiergewicht 5 t/m 7, [Gecoat: Glanzend], [Gecoat: Mat] of [Etiketten] in [Instellingen papierlade] selecteert, dan wordt er automatisch lucht tussen de vellen geblazen om het papier in de brede bulklade met drie laden los te waaieren.
  • Pagina 209 Papier plaatsen Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt. DWP072 Plaats papier met de afdrukzijde omhoog in de lade. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. DWP073 Druk voorzichtig de papierlade volledig naar binnen totdat deze vasklikt.
  • Pagina 210 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • B5 (breedte: 182 mm; lengte: 257 mm)–SRA4 (breedte: 225 mm; lengte: 320 mm) van papiergewicht 8 • Doorschrijfpapier van papiergewicht 2 of minder • Etikettenpapier Wanneer u wilt afdrukken op doorschrijfpapier met papiergewicht 0, dient u het voorpaneel te openen, de lade met printerelektronica te verwijderen en dan zes ribben aan de voor- en achterkant met een schone en droge doek af te nemen (zie afbeelding) voordat u een afdruktaak uitvoert.
  • Pagina 211 Papier plaatsen Bevestig de kleine tabbladgeleider en duw de eindgeleider voorzichtig tegen het geplaatste papier terwijl u de ontgrendelingsknop van de eindgeleider ingedrukt houdt. DSC098 Druk voorzichtig de papierlade volledig naar binnen totdat deze vasklikt. • Vervang de kleine tabbladgeleider na gebruik. Papier in de tussenvoegeenheid plaatsen •...
  • Pagina 212 6. Papierspecificaties en papier bijvullen EAQ132 • Laad het papier met de bedrukte zijde omhoog (voorzijde). Als u de booklet finisher gebruikt, plaats dan de vellen met de bedrukte zijde omlaag. • Plaats het papier in de tusseneenheid in dezelfde richting als het papier in de papierlade. •...
  • Pagina 213 Papier plaatsen De rugdikte inschatten Dit hoofdstuk beschrijft hoe u een benadering van de dikte van de rug en de lengte en het formaat van de kaft kunt berekenen. Let op: de lengte en het formaat van een kaft is afhankelijk van de dikte van de rug van het boekblok.
  • Pagina 214 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Het plaatsen van een voorblad Het plaatsen van het Bindstand boekblokvel in de ADF in de tussenvoegeenheid Links inbinden Bovenaan inbinden Rechts inbinden *1 Selecteer (onleesbare richting) in Origineelrichting en selecteer dan 'Bovenaan inbinden'. Druk de zijgeleider een klein beetje in terwijl u de geleider uitlijnt met het papier dat moet worden geplaatst.
  • Pagina 215 Papier plaatsen CWW324 • U kunt een boekje niet inbinden met de Perfect Binder als de rug van het boekblok dikker is dan 23 mm (0,9 inch). • De procedure voor het selecteren van de richting van de kaften en de originelen voor de printerfunctie kan een beetje afwijken, afhankelijk van uw apparaat.
  • Pagina 216 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Voor meer informatie over de briefpapierinstellingen, zie Voorbereiding. Richting van het origineel en papierrichting De betekenis van de pictogrammen is als volgt: Pictogram Betekenis Leg/plaats papier met de gescande of bedrukte zijde naar boven. Plaats of leg papier met de gescande of bedrukte zijde naar beneden.
  • Pagina 217 Papier plaatsen Lade 2-3 of lade- Multihandinvoer Gekopieerde Lade 1 eenheid A3/11 × (lade A), bulklade of zijde brede bulklade Enkelzijdig Dubbelzijdig • Printermodus Lade 2-3 of lade- Multihandinvoer Afdrukzijde Lade 1 eenheid A3/11 × (lade A), bulklade of brede bulklade Enkelzijdig Dubbelzijdig •...
  • Pagina 218 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Om op papier met briefhoofd af te drukken als [Autodet.] is gespecificeerd voor [Instelling Briefhoofd], moet u [Briefhoofd] opgeven als het papiertype in de instellingen van het printerstuurprogramma. • Als een afdruktaak halverwege het afdrukken wordt gewijzigd van enkelzijdig naar dubbelzijdig afdrukken, kan de enkelzijdige afdruk na de eerste afdruk op de andere zijde worden afgedrukt.
  • Pagina 219 Papier plaatsen Papiergewicht Papierformaat Korte zijde Lange zijde 200 – 350 g/m (110,0 – 193,3 lb. Index) 148 mm 210 mm Papiergewicht 5 – 8 200 – 350 g/m (110,0 – 193,3 lb. Index) 182 mm 257 mm Papiergewicht 5 – 8 200 –...
  • Pagina 220 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Laat de hendel neer in de richting van de pijl. EAQ148 Controleer of de indicatiesticker aan de achterzijde van de hendel zichtbaar is. EAQ149 De hoogte van de papieroverdrachtseenheid is gewijzigd, waardoor de van toepassing zijnde papiertypen kunnen worden ingevoerd.
  • Pagina 221 Een ander papierformaat kiezen Een ander papierformaat kiezen U kunt originelen scannen met een apparaat van type 1, 2 of 3. Voorzorgsmaatregelen bij het wijzigen van het papierformaat • Pas op dat uw vingers niet bekneld raken tijdens het opnieuw plaatsen van papier of het verwijderen van vastgelopen papier.
  • Pagina 222 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Voor details over de papiersoorten en -formaten die kunnen worden gebruikt, zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en -typen". Het papierformaat in lade 2 en 3 wijzigen De papierformaatinstelling wordt voor elke papierlade op dezelfde wijze gewijzigd. In het volgende voorbeeld wordt de papierformaatinstelling van lade 2 veranderd.
  • Pagina 223 Een ander papierformaat kiezen Houd de ontgrendelingshendel ingedrukt en schuif de zijwanden vervolgens zo zodat ze zijn uitgelijnd met het formaat van het papier dat u wilt plaatsen. CWW326 Terwijl u beide uiteinden van de eindgeleider indrukt, verschuift u deze tot die uitgelijnd is met het formaat van het papier dat u wilt plaatsen.
  • Pagina 224 6. Papierspecificaties en papier bijvullen CWW328 Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen. • Nadat u de papierlade er terug in heeft geduwd, moet u controleren of het papierformaat juist in het beginscherm van de printer wordt weergegeven. U kunt het beginscherm van de printer weergeven door naar het [Home]-scherm te gaan en op het [Printer]-pictogram te drukken.
  • Pagina 225 Een ander papierformaat kiezen DSC302 • Bij het plaatsen van papier met een standaard formaat houdt u de greep van de eindgeleider vast en drukt deze omlaag. Zet deze vervolgens in de oorspronkelijke positie terug. Het papierformaat in de bulklade wijzigen •...
  • Pagina 226 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Trek de schroeven eruit die aan de zijgeleiders zitten. CWW329 Stel de papierformaatselector in het binnenste gedeelte van de lade in op het nieuwe papierformaat. CWW334 Verschuif de zijafscheidingen totdat deze staan ingesteld op het papierformaat dat u wilt plaatsen.
  • Pagina 227 Een ander papierformaat kiezen Zet de zijgeleiders vast met de schroeven. CWW331 Stel de eindafscheiding in naar gelang het papierformaat. CWW332 Plaats papier met de afdrukzijde omhoog in de lade. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. CWW333...
  • Pagina 228 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Als u A4-papier plaatst of 8 × 11 papier, stel dan de eindgeleider in volgens het papierformaat. CWW357 1. A4 2. 8 × 11 3. Tabbladen Bevestig de eindafscheiding met de meegeleverde schroeven. CWW358 Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen. •...
  • Pagina 229 Een ander papierformaat kiezen Open het voorpaneel van de bulklade en verwijder de tabbladhouder. CWW335 Sluit het voorpaneel. Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt. CWW315 Pas de zijgeleiders en eindgeleider aan het formaat van de tabbladen aan en plaats de tabbladen.
  • Pagina 230 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Bij het plaatsen van de tabbladen, stel de eindgeleider voor A4 , 8 × 11 in op stand 3 voordat u de eindgeleider instelt voor tabbladen. Voor meer informatie, zie Pag. 223 "Het papierformaat in de bulklade wijzigen". •...
  • Pagina 231 Een ander papierformaat kiezen Maak alle schroeven los die de zijafscheidingen op hun plek houden. DER077 Bij het laden van papier dat breder is dan 257 mm, vergrendelt u de steunplaat (groot) door de rand op de zijgeleider te haken. DWP843 Plaats het papier door het papier aan de linkerkant van de papierlade uit te lijnen.
  • Pagina 232 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Pak het lipje van de zijgeleiders vast met de vingers en stel de zijgeleiders in op het papierformaat. Plaats de papiergeleider tegen de pennen op de bodem van de binnenste zijgeleider. Controleer of de schaalverdelingen aan de bovenzijde van de zijgeleiders min of meer overeenkomen.
  • Pagina 233 Een ander papierformaat kiezen Druk de eindafscheiding stevig tegen het geplaatste papier aan en vergrendel dan opnieuw de eindafscheiding. Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de eindwand. DER082 Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen. •...
  • Pagina 234 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt. DER074 Pas de zijgeleiders aan het formaat van de te plaatsen tabbladen aan en plaats de tabbladen.
  • Pagina 235 Een ander papierformaat kiezen Open het voorpaneel van de brede bulklade met drie laden en trek de zijgeleiders voor briefkaarten en de schroeven eruit. DER085 Sluit het voorpaneel. Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt.
  • Pagina 236 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Zet de zijgeleiders voor briefkaarten vast met de schroeven. CWW347 Pas de stand van de eindgeleiders en de zijgeleiders aan het formaat van het te plaatsen papier aan en plaats het papier. Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen. •...
  • Pagina 237 Een ander papierformaat kiezen Ontgrendel de eindafscheiding. DWP074 Ontgrendel de zijgeleider. DWP075 Plaats het papier door het papier aan de linkerkant van de papierlade uit te lijnen. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. Plaats een stapel papier van ongeveer 5-10 mm (0,2 - 0,4 inch) hoog. Controleer of het papier bovenop de ondersteuningsplaten aan beide kanten rust.
  • Pagina 238 6. Papierspecificaties en papier bijvullen DWP077 1. Ondersteuningsplaten Pak het lipje van de zijgeleiders vast met de vingers en stel de zijgeleiders in op het papierformaat. Plaats de papiergeleider tegen de pennen op de bodem van de binnenste zijgeleider. Controleer of de schaalverdelingen aan de bovenzijde van de zijgeleiders min of meer overeenkomen.
  • Pagina 239 Een ander papierformaat kiezen Druk de eindafscheiding stevig tegen het geplaatste papier aan en vergrendel dan opnieuw de eindafscheiding. Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de eindwand. DWP080 Druk voorzichtig de papierlade volledig naar binnen totdat deze vasklikt. •...
  • Pagina 240 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Controleer of het papier correct tegen de achterzijde van de papierinvoerlade is geplaatst en controleer het label waarop de papierformaten voor de papierladen staan. • Wanneer u papier plaatst van 420,0 - 559,9 mm (16,54 – 22,00 inch) breed, gebruik dan twee geleiders voor de korte zijde.
  • Pagina 241 Een ander papierformaat kiezen DWQ022 • Indien u geen gebruik maakt van de ondersteuningsplaat voor bannervellen, haak deze dan vast aan de schroef onder de brede bulklade met twee laden van de bannervellade. Bevestigen van de tabbladgeleider in de brede bulklade met twee laden Bevestig bij het plaatsen van tabbladen de tabbladgeleider.
  • Pagina 242 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Pas de zijgeleiders aan het formaat van de te plaatsen tabbladen aan en plaats de tabbladen. Bevestig de tabbladgeleider en duw de eindgeleider voorzichtig tegen het geplaatste papier terwijl u de ontgrendelingsknop van de eindgeleider ingedrukt houdt. DER098 Druk voorzichtig de papierlade volledig naar binnen totdat deze vasklikt.
  • Pagina 243 Een ander papierformaat kiezen 10mm Min. Max. DSC096 • Als u enveloppen plaatst met een zelfklevende envelopflap met een papierstrook, controleer dan of de papierstrook niet krult of loslaat. Een formaat instellen dat niet automatisch wordt herkend Als u een papierformaat heeft geplaatst dat niet automatisch wordt geselecteerd, geef het papierformaat dan op via het bedieningspaneel.
  • Pagina 244 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Druk op Druk op [Home] ( ) in het midden onder aan het scherm. • Voor meer informatie over automatisch geselecteerde papierformaten, zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en -typen". • Als u na het afdrukken op papier dat niet automatisch wordt geselecteerd, weer wilt afdrukken op papier dat wel automatisch wordt geselecteerd, moet u de instelling terugzetten op [Automatische detectie].
  • Pagina 245 Een ander papierformaat kiezen Druk op [Pap. opslaan]. Druk op Druk op [Home] ( ) in het midden onder aan het scherm.
  • Pagina 246 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Aanbevolen papier In dit hoofdstuk worden aanbevolen papierformaten en -types en onbruikbaar papier beschreven evenals hoe u papier moet opslaan. U kunt de kopieerfunctie uitsluitend gebruiken op type 1, 2 of 3 apparaten. Aanbevolen papierformaten en -typen Dit gedeelte geeft de aanbevolen papierformaten en -soorten.
  • Pagina 247 Aanbevolen papier Lade 1 (A3/11 × 17 lade-eenheid) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 256,0 g/m (14,0 lb. 1000 vellen bankpost – 141,0 lb. index) Papiergewicht 1 – 6 11 × 17 52,3 – 256,0 g/m (14,0 lb. 1000 vellen bankpost –...
  • Pagina 248 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 256,0 g/m (14,0 lb. Selecteer het papierformaat via het 500 vellen bankpost – 141,0 lb. index) menu Instell. papierlade: Papiergewicht 1 – 6 × 14 , 8 × 10 , 11 × 15 , 11 ×...
  • Pagina 249 Aanbevolen papier Multihandinvoer (lade A) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 216,0 g/m (14,0 lb. Papierformaten die automatisch 500 vellen bankpost – 79,9 lb. voor-/ kunnen worden waargenomen: achterblad) Papiergewicht 1 – 5 A3 , A4 , A5 , A6 , B4 JIS , B5 JIS , 11 ×...
  • Pagina 250 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 216,0 g/m (14,0 lb. 500 vellen bankpost – 79,9 lb. voor-/ achterblad) B5 JIS , B6 JIS , 8 × 14 , Papiergewicht 1 – 5 × 13 , 8 ×...
  • Pagina 251 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Halfdoorschijnend papier A3 , A4 , B4 JIS , B5 JIS Transparanten × 11 Tabbladen A4 , 8 × 14 , 8 × 11 52,3 – 216,0 g/m (14,0 lb. bankpost – 79,9 lb. voor-/ achterblad) Papiergewicht 1 –...
  • Pagina 252 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Bulklade (lade 4 - 5) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 216,0 g/m (14,0 lb. Selecteer het papierformaat met 1000 vellen bankpost – 79,9 lb. voor-/ gebruik van keuzeschakelaar voor achterblad) het papierformaat: Papiergewicht 1 – 5 A4 , A5 , B5 JIS , 8 ×...
  • Pagina 253 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 163,0 g/m (14,0 lb. 2550 vellen bankpost – 60,0 lb. voor-/ achterblad) , B5 JIS , 8 × 11 , Papiergewicht 1 – Papiergewicht × 8 A4 , A5 , B5 JIS , 5 ×...
  • Pagina 254 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 256,0 g/m (14,0 lb. Selecteer het papierformaat via het 1000 vellen bankpost – 141,0 lb. index) menu Instell. papierlade: Papiergewicht 1 – 6 , B5 JIS , B6 JIS ×...
  • Pagina 255 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Papierformaten die automatisch – kunnen worden waargenomen: Gecoat: mat 52,3 – 256,0 g/m (14,0 lb. bankpost – 141,0 lb. index) A3 , A4 , A5 , B4 JIS , B5 JIS , 11 × 17 , 8 ×...
  • Pagina 256 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Aangepast formaat: – Gecoat: mat 52,3 – 256,0 g/m (14,0 lb. Verticaal: 100,0 – 330,2 mm bankpost – 141,0 lb. index) Horizontaal: 139,7 - 487,7 mm Papiergewicht 1 – 6 Verticaal: 3,94 –...
  • Pagina 257 Aanbevolen papier Brede bulklade met drie laden (lade 5) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 40,0 – 300,0 g/m (10,7 lb. Papierformaten die automatisch 2000 vellen bankpost – 165,0 lb. index) kunnen worden waargenomen: Papiergewicht 0 –Papiergewicht A3 , A4 , A5 , B4 JIS , B5 JIS , 11 ×...
  • Pagina 258 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 40,0 – 300,0 g/m (10,7 lb. Selecteer het papierformaat via het 2000 vellen bankpost – 165,0 lb. index) menu Instell. papierlade: Papiergewicht 0 –Papiergewicht , B5 JIS , B6 JIS ×...
  • Pagina 259 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Papierformaten die automatisch – kunnen worden waargenomen: Gecoat: mat 40,0 – 300,0 g/m (10,7 lb. bankpost – 165,0 lb. index) A3 , A4 , A5 , B4 JIS , B5 JIS , 11 × 17 , 8 ×...
  • Pagina 260 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Aangepast formaat: – Gecoat: mat 40,0 – 300,0 g/m (10,7 lb. Verticaal: 100,0 – 330,2 mm bankpost – 165,0 lb. index) Horizontaal: 139,7 - 487,7 mm Papiergewicht 0 –Papiergewicht Verticaal: 3,94 –...
  • Pagina 261 Aanbevolen papier *4 De tabbladgeleider is vereist. Brede bulklade met twee laden (laden T1 tot T4) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 40,0 – 350,0 g/m (10,7 lb. Papierformaten die automatisch 2400 vellen bankpost – 193,3 lb. index) kunnen worden waargenomen: Papiergewicht 0 –Papiergewicht A3 , A4...
  • Pagina 262 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 40,0 – 350,0 g/m (10,7 lb. Selecteer het papierformaat via het 2400 vellen bankpost – 193,3 lb. index) menu Instell. papierlade: Papiergewicht 0 –Papiergewicht A6 , B5 JIS , B6 JIS , 8 ×...
  • Pagina 263 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: Glanzend Papierformaten die automatisch – kunnen worden waargenomen: Gecoat: Mat 40,0 – 350,0 g/m (10,7 lb. bankpost – 193,3 lb. index) A3 , A4 , A5 , B4 JIS , 11 × 17 , 8 ×...
  • Pagina 264 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: Glanzend Aangepast formaat: – Gecoat: Mat 40,0 – 350,0 g/m (10,7 lb. Verticaal: 139,7 - 330,2 mm bankpost – 193,3 lb. index) Horizontaal: 139,7 - 487,7 mm Papiergewicht 0 –Papiergewicht Verticaal: 5,50 - 13,00 inch Horizontaal: 5,50 - 19,20 inch...
  • Pagina 265 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Doorschrijfpapier Papierformaten die automatisch – kunnen worden waargenomen: 40,0 – 350,0 g/m (10,7 lb. bankpost – 193,3 lb. index) Papiergewicht 0 –Papiergewicht A3 , A4 , A5 , B4 JIS , 11 × 17 , 8 ×...
  • Pagina 266 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Doorschrijfpapier Selecteer het papierformaat via het – menu Instell. papierlade: 40,0 – 350,0 g/m (10,7 lb. bankpost – 193,3 lb. index) Papiergewicht 0 –Papiergewicht A6 , B5 JIS , B6 JIS , 8 ×...
  • Pagina 267 Aanbevolen papier achtergebleven. Verwijder eventueel papier. Controleer ook de invoerrichting van het papier en plaats het papier in de richting waarin de nerf is uitgelijnd met de invoerrichting. *2 Het maximum aantal vellen dat u tegelijkertijd kunt plaatsen is afhankelijk van de dikte en de omstandigheid van het papier.
  • Pagina 268 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Kies het papierformaat uit het menu Instellingen papierlade: Gecoat: mat A3 , 11 × 17 , 12 × 18 , 13 × 52,3–350,0 g/m (14,0 lb. 19 , 12 ×...
  • Pagina 269 Aanbevolen papier Tussenvoegeenheid Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 300,0 g/m (14,0 lb. Papierformaten die automatisch 200 vellen x 2 bankpost – 165,0 lb. index) kunnen worden waargenomen: Papiergewicht 1 – 7 A3 , A4 , A5 , B4 JIS , B5 JIS , 11 ×...
  • Pagina 270 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 52,3 – 300,0 g/m (14,0 lb. Selecteer het papierformaat via het 200 vellen x 2 bankpost – 165,0 lb. index) menu Instell. papierlade: Papiergewicht 1 – 7 B5 JIS , 8 ×...
  • Pagina 271 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Papierformaten die automatisch kunnen worden waargenomen: Gecoat: mat 105,1-300,0 g/m (28,1 lb. bankpost-165,0 lb. index) A3 , A4 , A5 , B4 JIS , B5 JIS , 11 × 17 , 8 ×...
  • Pagina 272 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Aangepast formaat: Gecoat: mat 105,1-300,0 g/m (28,1 lb. Verticaal: 139,7 - 330,2 mm bankpost-165,0 lb. index) Horizontaal: 139,7 - 487,7 mm Papiergewicht 4 – 7 Verticaal: 5,50 - 13,00 inch Horizontaal: 5,50 - 19,20 inch Halfdoorschijnend papier A3 , A4...
  • Pagina 273 Aanbevolen papier Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit 105,1-300,0 g/m (28,1 lb. Selecteer het papierformaat via het 200 vellen (of tot bankpost-165,0 lb. index) menu Instell. papierlade: 24 mm hoogte) × 2 Papiergewicht 4 – 7 B4 JIS , 11 × 17 , 12 × 18 , 11 ×...
  • Pagina 274 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Gecoat: glanzend Selecteer het papierformaat via het menu Instell. papierlade: Gecoat: mat 105,1-300,0 g/m (28,1 lb. bankpost-165,0 lb. index) B4 JIS , 11 × 17 , 12 × 18 , 11 ×...
  • Pagina 275 Aanbevolen papier Voor-/ Papiergewicht Metrisch Bankpost Indexpapier achterblad 30,0 – 38,9 lb. 80,1 – 105,0 21,1 – 28,0 lb. 44,1 – 58,0 lb. Papiergewicht 3 voor-/ bankpost index achterblad 39,0 – 60,0 lb. 105,1 – 163,0 28,1 – 43,0 lb. 58,1 –...
  • Pagina 276 6. Papierspecificaties en papier bijvullen [Aanpassingsinstellingen voor operators], kunt u ook opgeven of de huidige taken moeten worden onderbroken of voortgezet wanneer invoer van meerdere vellen wordt gedetecteerd. Echter, afhankelijk van het papier, kan het apparaat de invoer van meerdere vellen mogelijk niet juist detecteren.
  • Pagina 277 Aanbevolen papier • Waaier transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen transparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst. • Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één. • Bij uitvoer naar de hoge capaciteitstapelaar geeft u de uitvoerlade aan als de bovenste stapellade.
  • Pagina 278 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Dik papier In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over dik papier. Volg, bij het plaatsen van dik papier van 163,1 g/m (60,1 lb. voor-/achterblad) of zwaarder in lade 1–3, de brede bulklade, multihandinvoer (lade A) of lade 4 en 5 van de bulklade, de onderstaande aanbevelingen op om papierstoringen en verlies van afbeeldingskwaliteit te voorkomen.
  • Pagina 279 Aanbevolen papier Enveloppen In dit gedeelte wordt het plaatsen van enveloppen beschreven. • Er kunnen papierstoringen optreden, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen. • Alleen enveloppen van minstens 139,7 mm (5,5 inch) breed kunnen in de brede bulklade geplaatst worden.
  • Pagina 280 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Zorg ervoor dat u het formaat van de envelop en van de flap specificeert in de [Instell. papierlade]. Voor meer informatie, zie Pag. 242 "Veranderen naar een aangepast papierformaat". • Stel bij het gebruik van enveloppen het [Papiergewicht] in [Instell. papierlade] in op dezelfde waarde als twee vellen van het papier dat voor de enveloppen is gebruikt.
  • Pagina 281 Aanbevolen papier • Index: 25 × 30 inch Het riemgewicht kan aan de hand van de volgende vergelijking worden berekend: Riemgewicht (lb) = papiergewicht (g/m ) × afmetingen van het papier (m /vel) × 500 (vellen) De tabel hieronder laat het verband zien tussen papier- en riemgewicht: Riemgewicht Voor-/achterblad Papiergewicht...
  • Pagina 282 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Riemgewicht Voor-/achterblad Papiergewicht Bankpost/Ledger Offset/Tekst Index (lb. voor-/ (g/m (lb.) (lb. tekst) (lb. index) achterblad) Sterretjes (*) geven het meest voorkomende gewicht aan voor die categorie. Ongeschikt papier • Gebruik geen geniete vellen papier, aluminiumfolie, carbonpapier of elk ander soort geleidend papier.
  • Pagina 283 Aanbevolen papier • Gescheurd papier • Papier met een stoffig oppervlak • De volgende papiertypen worden niet ondersteund door de tussenvoegeenheid van de Perfect Binder en de tussenvoegeenheid. • Erg gekruld papier • Papier met nietjes of paperclips • Gescheurd papier •...
  • Pagina 284 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papierlade-instellingen wijzigen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type van de bronlade opgeeft. Voor een overzicht van de papierinstellingen en hoe u aangepast papier kunt registreren, zie Pag. 42 "Aangepast papier registreren". Instellingen papierlade openen Als het opgegeven formaat verschilt van het werkelijke papierformaat dat in de papierlade is geplaatst, kan er een papierstoring optreden.
  • Pagina 285 Papierlade-instellingen wijzigen Selecteer het aangepaste papier dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op [Toew. aan lade]. Na het selecteren van een aangepast papier, kunt u het type en de kleur ervan controleren door op [Instell. control.] te drukken. Druk op het tabblad [Kaft/Tussenvoegvel/Tussenblad/Scheidingsvel]. Wijzig zo nodig de instellingen voor de kopieerfunctie (bijvoorbeeld voor voorblad en tussenvoegvel).
  • Pagina 286 6. Papierspecificaties en papier bijvullen 4 5 6 EAQ121 1. Lade1 2. Lade 2 3. Lade 3 4. Lade 4 5. Lade 5 6. Lade 6 7. Multihandinvoer (Lade A) 8. Lade T1 9. Lade T2 10. Lade T3 11. Lade T4...
  • Pagina 287 Papierlade-instellingen wijzigen Papierlade-instellingen In deze sectie worden de papierlade-instellingen voor lade 1 t/m 6 beschreven, lade T1 t/m T4, de multihandinvoer (lade A), de lade van de tussenvoegeenheid en de lade van de tussenvoegeenheid van de Perfect Binder. U kunt de instellingen voor het tabblad [Kaft/Tussenvoegvel/Tussenblad/Scheidingsvel] uitsluitend opgeven op apparaten van type 1, 2 of 3.
  • Pagina 288 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • (voornamelijk in Noord-Amerika) × 11 Papiergewicht • Pap.gewicht 1 (52,3 - 63,0 g/m • Pap.gewicht 2 (63,1 - 80,0 g/m • Pap.gewicht 3 (80,1 - 105,0 g/m • Pap.gewicht 4 (105,1 - 163,0 g/m •...
  • Pagina 289 Papierlade-instellingen wijzigen Autopapierselec. toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] • (voornamelijk Europa) De papiergeleider in de lade staat vast. Als u op papierformaat 8 × 11 wilt afdrukken, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. • (voornamelijk Noord-Amerika) De papiergeleider in de lade staat vast. Als u het papierformaat wilt wijzigen in A4 , neem dan contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger.
  • Pagina 290 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Blauw • Paars • Ivoor • Oranje • Roze • Rood • Grijs • Briefpapier • Voorbedrukt papier • Bankpost • Karton • Geperforeerd papier Standaardinstelling: [Normaal papier] Duplex toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] Autopapierselec.
  • Pagina 291 Papierlade-instellingen wijzigen B5 JIS , SRA3 , SRA4 , SRA4 , 310 × 432mm , 226 × 310mm , 226 × 310mm , 13 × 18 , 12 × 18 , 11 × 17 , 11 × 15 , 11 × 14 , 10 ×...
  • Pagina 292 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Bankpost • Karton • Transparant • Geperforeerd papier Standaardinstelling: [Normaal papier] *1 Alleen lade 2. Duplex toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] Dubbelzijdig afdrukken wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u [Halfdoorschijnend pap.] of [Transparant] als [Papiertype] selecteert. Autopapierselec.
  • Pagina 293 Papierlade-instellingen wijzigen Papiersoort • Normaal papier • Gerecycled papier • Wit • Geel • Groen • Blauw • Paars • Ivoor • Oranje • Roze • Rood • Grijs • Briefpapier • Doorzichtig papier • Voorbedrukt papier • Bankpost • Karton •...
  • Pagina 294 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Autopapierselec. toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] • Het symbool ( ) wordt naast de papierlade weergegeven als [Autom. pap. sel. toepas.] niet is ingeschakeld. • Voor meer informatie over het opgeven van papierformaat, zie Pag. 223 "Het papierformaat in de bulklade wijzigen".
  • Pagina 295 Papierlade-instellingen wijzigen • Geel • Groen • Blauw • Paars • Ivoor • Oranje • Roze • Rood • Grijs • Briefpapier • Etikettenpapier • Doorzichtig papier • Voorbedrukt papier • Bankpost • Karton • Doorzichtigheid • Geperforeerd papier • Tabblad Standaardinstelling: [Normaal papier] Als u [Tabblad] selecteert, moet u de gedetailleerde instellingen configureren.
  • Pagina 296 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Voor meer informatie over het opgeven van papierformaat, zie Pag. 223 "Het papierformaat in de bulklade wijzigen". Voor meer informatie over de papierformaten die kunnen worden gebruikt, zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en -typen". •...
  • Pagina 297 Papierlade-instellingen wijzigen • Grijs • Briefpapier • Doorzichtig papier • Voorbedrukt papier • Bankpost • Karton • Doorzichtigheid • Geperforeerd papier Standaardinstelling: [Normaal papier] Duplex toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] Dubbelzijdig afdrukken wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u [Halfdoorschijnend pap.] of [Transparant] als [Papiertype] selecteert.
  • Pagina 298 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papierformaat Aangepast formaat, Autom. detecteren, A3 , A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4 JIS , B5 JIS , B5 JIS , B6 JIS , SRA3 , SRA4 , SRA4 , 310 × 432mm , 226 × 310mm , 226 ×...
  • Pagina 299 Papierlade-instellingen wijzigen • Roze • Rood • Grijs • Briefpapier • Doorzichtig papier • Voorbedrukt papier • Bankpost • Karton • Doorzichtigheid • Envelop • Gecoat: Glanzend • Gecoat: Mat • Geperforeerd papier • Tabblad Standaardinstelling: [Normaal papier] Als u [Tabblad] selecteert, moet u de gedetailleerde instellingen configureren. Duplex toepassen •...
  • Pagina 300 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Lade 5 (als de brede bulklade met 3 lades geïnstalleerd is) In dit gedeelte worden de papierlade-instellingen voor lade 5 beschreven (als de brede bulklade met 3 laden geïnstalleerd is). Papierformaat Aangepast formaat, Autom. detecteren, A3 , A4 , A4 , A5 , A5 , A6 , B4 JIS , B5 JIS , B5 JIS , B6 JIS , SRA3 , SRA4 , SRA4 , 310 ×...
  • Pagina 301 Papierlade-instellingen wijzigen • Geel • Groen • Blauw • Paars • Ivoor • Oranje • Roze • Rood • Grijs • Briefpapier • Etikettenpapier • Doorzichtig papier • Voorbedrukt papier • Bankpost • Karton • Doorzichtigheid • Envelop • Gecoat: Glanzend •...
  • Pagina 302 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Als u glanzend papier gebruikt, selecteer dan [Gecoat: Glanz.] voor [Papiertype]. Als u mat papier gebruikt (waaronder zijdepapier, dof en satijnen papier), selecteer dan [Gecoat: Mat] als [Papiertype]. • Het symbool ( ) wordt naast de papierlade weergegeven als [Autom. pap. sel. toepas.] niet is ingeschakeld.
  • Pagina 303 Papierlade-instellingen wijzigen *1 Controleer bij afdrukken op papier van Papiergewicht 0 de papierinvoerrichting en plaats papier zodanig dat de vezelrichting gelijk is aan de invoerrichting. Papiersoort • Normaal papier • Gerecycled papier • Wit • Geel • Groen • Blauw •...
  • Pagina 304 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Dubbelzijdig afdrukken wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u [Etiketten], [Halfdoorschijnend pap.], [Transparant], [Envelop], [Tabblad] of [Doorschrijfpap.] selecteert als [Papiertype]. Autopapierselec. toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] • Als u glanzend papier gebruikt, selecteer dan [Gecoat: Glanz.] voor [Papiertype]. Als u mat papier gebruikt (waaronder zijdepapier, dof en satijnen papier), selecteer dan [Gecoat: Mat] als [Papiertype].
  • Pagina 305 Papierlade-instellingen wijzigen De minimale verticale afmeting van aangepast papier verandert echter afhankelijk van de horizontale afmeting, zoals hieronder is aangegeven: • Horizontaal: 139,7 – 487,7 mm (5,50 – 19,20 inch); verticaal: 100 mm (3,94 inch) of meer • Horizontaal: 487,7 – 700,0 mm (19,20 – 27,55 inch); verticaal: 210 mm (8,27 inch) of meer Voor meer informatie over papierformaten die automatisch worden gedetecteerd, zie Pag.
  • Pagina 306 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Envelop • Geperforeerd papier • Tabblad Standaardinstelling: [Normaal papier] Als u [Tabblad] selecteert, moet u de gedetailleerde instellingen configureren. Duplex toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Ja] Dubbelzijdig afdrukken wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u [Kalkpapier], [Transparant], [Envelop] of [Tabblad] selecteert als [Papiertype].
  • Pagina 307 Papierlade-instellingen wijzigen Voor meer informatie over papierformaten die automatisch worden gedetecteerd, zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en -typen". Papiergewicht • Pap.gewicht 1 (52,3 - 63,0 g/m • Pap.gewicht 2 (63,1 - 80,0 g/m • Pap.gewicht 3 (80,1 - 105,0 g/m •...
  • Pagina 308 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Gecoat: Mat • Geperforeerd papier • Tabblad Standaardinstelling: [Normaal papier] Als u [Tabblad] selecteert, moet u de gedetailleerde instellingen configureren. Perfect binder tussenvoegeenheidlade bovenste en onderste lade (als de Perfect Binder tussenvoegeenheidlade geplaatst is) In dit gedeelte worden de papierlade-instellingen beschreven voor de bovenste en onderste van de perfect binder tussenvoegeenheid.
  • Pagina 309 Papierlade-instellingen wijzigen • Lade T2 • Lade T3 • Lade T4 • Lade A • Tussenv.eenh. boven (als de tussenvoegeenheid geplaatst is.) • Tussenv.eenh. onder (als de tussenvoegeenheid geplaatst is) Standaard: Uit (Lade is niet opgegeven.) • Duplex toepassen • Ja •...
  • Pagina 310 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Lade T1 • Lade T2 • Lade T3 • Lade T4 • Lade A • Tussenv.eenh. boven (als de tussenvoegeenheid geplaatst is.) • Tussenv.eenh. onder (als de tussenvoegeenheid geplaatst is) Standaard: Uit (Lade is niet opgegeven.) •...
  • Pagina 311 Papierlade-instellingen wijzigen • Lade 6 • Lade T1 • Lade T2 • Lade T3 • Lade T4 • Lade A Standaard: Uit (Lade is niet opgegeven.) • Duplex toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Nee] • Tijd weergeven • Modus geselecteerd •...
  • Pagina 312 6. Papierspecificaties en papier bijvullen • Lade T3 • Lade T4 • Lade A • Tussenv.eenh. boven (als de tussenvoegeenheid geplaatst is.) • Tussenv.eenh. onder (als de tussenvoegeenheid geplaatst is) Standaard: Uit (Lade is niet opgegeven.) • Tijd weergeven • Modus geselecteerd •...
  • Pagina 313 Papierlade-instellingen wijzigen • Duplex toepassen • Ja • Nee Standaardinstelling: [Nee] • Tijd weergeven • Modus geselecteerd • Altijd Standaardinstelling: [Bij geselect. modus] • Als u een lade van de tussenvoegeenheid selecteert, kunt u de instellingen [Tijd weergeven] en [Duplex toepassen] niet wijzigen. •...
  • Pagina 314 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Til het ingebonden boekje iets omhoog en verwijder het. Let erop dat de ringen de lade niet beschadigen. EAR159 • Zorg er bij het verwijderen van de ingebonden boekjes uit de lade van de Ring Binder voor dat de ringen niet aan het apparaat blijven haken.
  • Pagina 315 Papierlade-instellingen wijzigen Sluit het met ringen ingebonden boekje en plaats de bindrug op de ringstandaard, zodat alle ringen in een gleuf op de standaard zitten. CET032 Plaats de rug van de bindrug in het bevestigingsuitsteeksel van de ringstandaard. Druk de bindrug zachtjes naar beneden om het op zijn plek te zetten. CET033 Open het met ringen ingebonden boekje waar u de nieuwe pagina's wilt invoegen en plaats een van uw handen dan op de ringstandaard.
  • Pagina 316 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Steek het scherpe gedeelte van de ringopener in een uiteinde van de bindrug en duw dit helemaal door de bindrug. CET035 De ringen van de rug gaan nu open terwijl u de ringopener erdoorheen duwt. Voeg de nieuwe pagina's in.
  • Pagina 317 Papierlade-instellingen wijzigen De hoogvolume stapeleenheid gebruiken Bedieningspaneel voor de stapeleenheid De hoogvolume stapeleenheid heeft een bedieningspaneel dat u kunt gebruiken om de uitvoerlade van de stapeleenheid te laten zakken en om de status van de stapeleenheid te bevestigen. CGH007 1. Indicatielampje ladebeweging Deze knippert blauw wanneer de lade van de stapeleenheid omhoog of omlaag gaat.
  • Pagina 318 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Papier verwijderen • Gebruik het stapelkarretje voor het verplaatsen van papier uit de hoogvolume stapeleenheid. Gebruik het stapelkarretje nergens anders voor. • Probeer geen toegang tot de binnenkant van de hoogvolume stapeleenheid te krijgen. • De papierpers laat mogelijk een spoor achter op de papierstapel. Gebruik om dit te voorkomen een aantal vellen ongewenste papieren of een beschermingsvel tussen de papierpers en de papierstapel.
  • Pagina 319 Papierlade-instellingen wijzigen Trek het stapelkarretje er voorzichtig uit. DER106 Let op dat de papierstapel niet omvalt. Leg de papierpers op de papierstapel. CET022 Trek de hendel van de papierpers naar u toe. CET023 Transporteer het papier naar de gewenste plaats en maak het stapelkarretje leeg.
  • Pagina 320 6. Papierspecificaties en papier bijvullen Zet de drukpers weer in de oorspronkelijke stand terug. CET024 Zet het stapelkarretje weer terug in de hoogvolume stapeleenheid. DER107 Let erop dat u het stapelkarretje recht naar binnen duwt, niet onder een hoek. DER108 Sluit het voorpaneel van de stapeleenheid.
  • Pagina 321 Papierlade-instellingen wijzigen • Zorg ervoor dat het stapelkarretje zich niet in de hoogvolume stapeleenheid bevindt voordat u de stapeleenheid verplaatst.
  • Pagina 322 6. Papierspecificaties en papier bijvullen...
  • Pagina 323 7. Aanpassingsinstellingen voor operators In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de Aanpassingsinstellingen voor operators zijn en hoe u ze kunt specificeren. Het scherm [Aanpassingsinstellingen voor operators] gebruiken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de Aanpassingsinstellingen voor operators gebruikt. EAR301 1.
  • Pagina 324 7. Aanpassingsinstellingen voor operators 5. Aan te passen items De items die u kunt aanpassen, staan hier weergegeven. Als u een item kiest, gaat het bijbehorende configuratiescherm open. 6. Configuratiescherm Configureer of wijzig de instellingen van het aanpassingsitem dat u heeft geselecteerd.
  • Pagina 325 Aanpassingsinstellingen voor operators openen Aanpassingsinstellingen voor operators openen Druk op [Aanpassingsinstellingen voor operators] linksboven in het scherm. Selecteer en wijzig de aanpassingsinstellingen. De manier waarop u de geselecteerde aanpassingsinstellingen kunt wijzigen, hangt af van de instelling die u wilt wijzigen. Voor meer informatie, zie Pag. 323 "Kenmerken van de weergegeven onderdelen en de bijbehorende instellingsmogelijkheden".
  • Pagina 326 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Er wordt links een numeriek toetsenblok weergegeven wanneer u op het invoervak drukt. Voer een waarde in met behulp van het toetsenblok. • [×]: Druk hierop om de gewenste waarde teken voor teken te verwijderen. • [Wissen]: Hiermee wist u de ingevoerde waarde. •...
  • Pagina 327 Aanpassingsinstellingen voor operators openen Uitvoeren Druk op [Uitvoeren] om het geselecteerde item uit te voeren. Alleen weergeven U kunt de instelling van het geselecteerde item controleren. Afdrukken met aangepaste instellingen De manier waarop de aangepaste instellingen worden toegepast op afdruktaken hangt af van de aangepaste instelling.
  • Pagina 328 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Aan te passen instellingen voor elk papierformaat Deze instellingen kunnen voor elk papierformaat aangepast worden. Afdruktaken worden verwerkt met de aangepaste instellingen als er wordt afgedrukt op papier met een papierformaat waarop de instellingen van toepassing zijn. •...
  • Pagina 329 Menu-items en -functies Menu-items en -functies Hoofdapparaat: Afbeeldingspositie Voor meer informatie over de volgende items, zie Pag. 334 "Hoofdapparaat: Afbeeldingspositie". Item Beschrijving 0101 Afbeeldingspositie: Langs Pas de horizontale positie van de afgedrukte afbeelding invoer aan. 0106 Selecteer Testpatroon om Selecteer de testafbeelding voor het afstellen van de Beeldpositie aan te passen afbeeldingspositie.
  • Pagina 330 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Item Beschrijving 0301 Detectie van dubbele Geef op of u de invoer van twee of meer vellen wilt invoer detecteren. 0302 Wanneer dubbele invoer is Geef aan hoe het apparaat moet reageren wanneer gedetecteerd dubbele invoer gedetecteerd wordt. 0304 Schuintedetectie Geef op of schuintrekken van papier moeten worden...
  • Pagina 331 Menu-items en -functies Item Beschrijving 0602 Vouwpositie voor boekje Pas de horizontale positie van het vouwen aan bij gebruik van Booklet Finisher SR5120. 0603 Nietpositie: Haaks op Hiermee wijzigt u de verticale positie van de nietjes invoer 1 (aangebracht op een rand) bij gebruik van Finisher SR5110 of Booklet Finisher SR5120.
  • Pagina 332 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Item Beschrijving 0702 Papieruitlijning voor Hiermee kunt u de breedte aanpassen van de boekje: Haaks op invoer nietjesuitlijningsgeleiders wanneer u de Booklet Finisher SR5090 gebruikt. 0703 Nietpositie Hiermee past u de nietposities aan (voor en achter parallel, en schuin naar achteren) met haakse invoer voor elk opgegeven papierformaat.
  • Pagina 333 Menu-items en -functies Item Beschrijving 0804 Halve vouw positie: Hiermee past u de randbreedte aan van vellen met een Meerdere vellen-vouw halve vouw (meerdere vellen) wanneer de vouweenheid wordt gebruikt. 0805 Briefvouw nr buiten pos 1: Hiermee past u de vouwpositie van het onderste segment 1 vel-vouw (S2) van vellen met een briefvouw (1 vel) naar buiten aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 334 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Item Beschrijving 0814 Dubbele parallelle vouw Hiermee past u de vouwpositie (S2) van het onderste positie 2 segment 2 van vellen met een dubbele parallelle vouw aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt. 0815 Venstervouw positie 1 Hiermee past u de vouwpositie (S1) van het onderste segment 1 van vellen met een venstervouw aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 335 Menu-items en -functies Afwerken: Tussenvoegeenheid Voor meer informatie over de volgende items, zie Pag. 380 "Afwerking: Interposer". Item Beschrijving 1101 Detectie van dubbele Stel in of u dubbele invoer wilt detecteren. invoer in tussenvoegeenheid...
  • Pagina 336 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Instellingswaarden Hoofdapparaat: Afbeeldingspositie 0101 Afbeeldingspositie: Langs invoer Pas de horizontale positie van de afgedrukte afbeelding aan. U kunt de beeldpositie op zijde 1 en 2 niet onafhankelijk aanpassen. Zijde 1 Papierinvoerrichting Boven Links Rechts (voorste (achterste invoerzijde) invoerzijde) Onder...
  • Pagina 337 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde Pap.gewicht 0 -3,0 Papiergewicht 1 Papiergewicht 2 Papiergewicht 3 Papiergewicht 4 Papiergewicht 5 Papiergewicht 6 Papiergewicht 7 Papiergewicht 8 • Draai de vellen horizontaal om en controleer de beeldpositie wanneer ze met de bovenzijde naar beneden worden afgeleverd.
  • Pagina 338 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Selecteer de testafbeelding voor het afstellen van de afbeeldingspositie. Wanneer [Beeld kopiëren] wordt geselecteerd, dan wordt de afbeelding gescand met de ADF of de glasplaat afgedrukt. Wanneer [Beeld inkaderen] wordt geselecteerd, dan worden gestreepte testpatronen afgedrukt. Instellingsitems Waarden Standaardwaarde...
  • Pagina 339 Instellingswaarden • Het apparaat voert automatisch de aanpassing van de afbeeldingsbelichting uit na een vooraf bepaald interval of na het afdrukken van een bepaald aantal vellen. U kunt echter ook handmatig automatische afbeeldingsbelichting initiëren wanneer u dat wilt. 0208 Schokken van papieroverdracht voorkomen: Invoerinterval Geef aan of de modus moet worden aangezet die de trilling vermindert als gevolg van het papiertransport langs de rollers.
  • Pagina 340 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Instellingsitems Waarden Standaardwaarde Lade1 Lade 2 Lade 3 Lade 4 Lade 5 Lade 6 Lade A Lade T1 Lade T2 Lade T3 Lade T4 • Deze instelling werkt niet voor papier uit papierladen met vooraf ingestelde, aangepaste papierinstellingen.
  • Pagina 341 Instellingswaarden Indien het apparaat scheef papier detecteert wanneer deze functie is ingesteld op "[Aan]", dan zal deze stoppen met afdrukken en een melding weergeven dat er papier is vastgelopen. Het apparaat detecteert mogelijk ten onrechte scheef papier wanneer er gebruik wordt gemaakt van donker papier of papier dat helemaal tot aan de randen bedrukt is.
  • Pagina 342 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Instellingsitems Waarden Standaardwaarde Lade1 Correctieniveau holle krul: Uit Correctieniveau holle krul: Uit Lade 2 Correctieniveau holle krul: Klein Lade 3 Correctieniveau holle krul: Groot Lade 4 Correctieniveau bolle krul: Uit Lade 5 Correctieniveau bolle krul: Klein Lade 6 Correctieniveau bolle krul: Lade A...
  • Pagina 343 Instellingswaarden 0518 Temperatuur en vochtigheid buiten Hier wordt de temperatuur en vochtigheidsgraad van de omgeving weergegeven. Verstrek deze informatie wanneer uw servicevertegenwoordiger hierom vraagt. Instellingsitems Waarden Temperatuur Alleen de waarden worden weergegeven. Vochtigheid 0519 Banner weergeven bij niet-optimale condities Geef op of de banner moet worden weergegeven om omstandigheden aan te geven die buiten de aanbevolen bedrijfsomgeving vallen.
  • Pagina 344 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Afwerken: Finisher 1 0601 Nietpositie voor boekje Pas de horizontale positie van de nietjes voor het boekje aan bij gebruik van Booklet Finisher SR5120. Druk op [ ] om de positie naar links te wijzigen of druk op [ ] om hem naar rechts te verplaatsen in het open boekje.
  • Pagina 345 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -1,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF SRA3 SEF SRA4 SEF 310 × 432mm SEF 226 × 310mm SEF 13 × 19 13 × 19 SEF 13 ×...
  • Pagina 346 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Vouwpositie Papierinvoerrichting CWY017 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -1,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF SRA3 SEF SRA4 SEF 310 × 432mm SEF 226 × 310mm SEF 13 × 19 13 ×...
  • Pagina 347 Instellingswaarden 0603 Nietpositie: Haaks op invoer 1 Hiermee wijzigt u de verticale positie van de nietjes (aangebracht op een rand) bij gebruik van Finisher SR5110 of Booklet Finisher SR5120. Druk op [ ] om de nietpositie van de zijrand van het vel af te schuiven of op [ ] om hem naar de rand toe te schuiven.
  • Pagina 348 7. Aanpassingsinstellingen voor operators 0604 Nietpositie: Haaks op invoer 2 Hiermee past u de verticale afstand (naar boven en beneden) tussen de nietjes (dubbel) aan wanneer u Finisher SR5110 of Booklet Finisher SR5120 gebruikt. Druk op [ ] om de twee nietposities uit het midden en uit elkaar te schuiven of op [ ] om ze naar elkaar toe te schuiven.
  • Pagina 349 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -14,5 B4 JIS SEF A4 LEF A4 SEF B5 JIS LEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 13 × 13 × 11 LEF ×...
  • Pagina 350 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Voorste Achterste invoer- invoerzijde zijde Papierinvoerrichting NL DFZ003 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -2,0 B4 JIS SEF A4 LEF A4 SEF B5 JIS LEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF ×...
  • Pagina 351 Instellingswaarden Druk op [ ] om de positie naar voren (omhoog) te verschuiven of op [ ] om deze naar achteren (omlaag) te verschuiven. 2 gaatjes boven 2 gaatjes links Papierinvoerrichting NL CVK007 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde 2 gaten Japan/EU...
  • Pagina 352 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde 2 gaten Japan/EU -4,0 3 gaten VS 4 gaten EU 4 gaten NE 2 gaten VS 0609 Aantal vouwen voor boekje instellen Hier kunt u het aantal keer opgeven dat het boekje gevouwen moet worden wanneer u gebruikmaakt van de Booklet Finisher SR5120.
  • Pagina 353 Instellingswaarden 0637 Nauwkeurigheidsprioriteit voor boekje Stel de nauwkeurigheidsprioriteit voor boekjes in. Instellingsitems Waarden Standaardwaarde Instellen Snelheid prioriteit Snelheid prioriteit Prioriteit precisie Afwerken: Finisher 2 0701 Papieruitlijning voor nieten: Haaks op invoer Hiermee past u de breedte van de nietjesuitlijningsgeleiders aan wanneer u de nietfunctie van de Finisher SR5090 of Booklet Finisher SR5100 gebruikt.
  • Pagina 354 7. Aanpassingsinstellingen voor operators *1 Een geleider voor het uitlijnen van uitgevoerde vellen bij gebruik van de nietfunctie. De geleider bevindt zich in de finisher. 0702 Papieruitlijning voor boekje: Haaks op invoer Hiermee kunt u de breedte aanpassen van de nietjesuitlijningsgeleiders wanneer u de Booklet Finisher SR5100 gebruikt.
  • Pagina 355 Instellingswaarden Leading Trailing edge edge Paper feed direction CZC212 Wijzig de verticale positie van de nietjes (dubbel) bij gebruik van de Finisher SR5090 of de Booklet Finisher SR5100. Druk op [ ] om de twee nietposities uit het midden en uit elkaar te schuiven of op [ ] om ze naar elkaar toe te schuiven.
  • Pagina 356 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -3,5 B4 JIS SEF A4 SEF A4 LEF B5 JIS SEF B5 JIS LEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 13 × 11 SEF ×...
  • Pagina 357 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -3,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 13 × 11 SEF 12 × 18 SEF -1,8 8K SEF -3,0 Andere papierformaten -1,8...
  • Pagina 358 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -3,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 13 × 11 SEF 12 × 18 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0706 Vouwpositie voor boekje: per aantal vellen...
  • Pagina 359 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF: 1 - 5 vellen -3,0 A3 SEF: 6 - 10 vellen A3 SEF: 11 - 15 vellen A3 SEF: 16 vellen of meer B4 SEF: 1 - 5 vellen B4 SEF: 6 - 10 vellen B4 SEF: 11 - 15 vellen B4 SEF: 16 vellen of meer...
  • Pagina 360 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde x 14 SEF: 1 - 5 vellen -3,0 x 14 SEF: 6 - 10 vellen x 14 SEF: 11 - 15 vellen x 14 SEF: 16 vellen of meer ×...
  • Pagina 361 Instellingswaarden Hoe lager de waarde, hoe langer het duurt om de vellen uit te lijnen. Dit heeft mogelijk een negatief effect op de productie. Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF B4 JIS SEF A4 SEF A4 LEF B5 JIS SEF B5 JIS LEF...
  • Pagina 362 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 13 × 11 SEF 12 × 18 SEF 8K SEF Andere papierformaten Afwerken: Vouwen 0801 Z-vouw positie 1...
  • Pagina 363 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0802 Z-vouw positie 2 Hiermee past u de algehele vouwgrootte (L) van vellen met een Z-vouw naar buiten aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 364 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0803 Halve vouw positie: 1 vel-vouw Hiermee past u de randbreedte aan van vellen met een halve vouw (1 vel) wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 365 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF SRA3 SEF SRA4 SEF 310 × 432mm SEF 226 × 310mm SEF 13 × 19 13 × 19 SEF 13 ×...
  • Pagina 366 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Papierinvoerrichting CWY007 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF SRA3 SEF SRA4 SEF 310 × 432mm SEF 226 × 310mm SEF 13 × 19 13 ×...
  • Pagina 367 Instellingswaarden 0805 Briefvouw nr buiten pos 1: 1 vel-vouw Hiermee past u de vouwpositie van het onderste segment (S2) van vellen met een briefvouw (1 vel) naar buiten aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt. Druk op [ ] om te verhogen en op [ ] om te verlagen (S2). Deze instelling wordt toegepast als de functie '1 vel-vouw' is ingeschakeld.
  • Pagina 368 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Druk op [ ] om te verhogen en op [ ] om te verlagen (S2). De markering geeft de voorste rand weer (relatief aan de papierinvoerrichting) en de markering geeft de achterste rand aan. Papierinvoerrichting CWY008 Standaar Max.
  • Pagina 369 Instellingswaarden Papierinvoerrichting DWP563 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF -3,0 12 × 18 SEF -4,0 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0808 Briefvw nr buiten pos 2: Meerd.
  • Pagina 370 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Papierinvoerrichting CWY008 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde B4 JIS SEF -4,0 A4 SEF B5 JIS SEF -3,0 × 14 SEF -4,0 × 11 SEF Andere papierformaten 0809 Briefvouw nr binnen pos 1: 1 vel-vouw Hiermee past u de vouwpositie van het onderste segment (S) van vellen met een briefvouw (1 vel) naar binnen aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 371 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0810 Briefvw nr binnen pos 1: Meerd. vellen-vouw Hiermee past u de vouwpositie van het onderste segment van vellen met een briefvouw (meerdere vellen) naar binnen aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 372 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0811 Briefvouw nr binnen pos 2: 1 vel-vouw Hiermee past u de vouwgrootte van vellen met een briefvouw (1 vel) naar binnen aan wanneer de...
  • Pagina 373 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0812 Briefvw nr binnen pos 2: Meerd. vellen-vouw Hiermee past u de vouwgrootte aan wanneer binnenvouw 3 wordt uitgevoerd (overlappend vouwen) wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 374 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF -4,0 Andere papierformaten 0813 Dubbele parallelle vouw positie 1...
  • Pagina 375 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0814 Dubbele parallelle vouw positie 2 Hiermee past u de vouwpositie (S2) van het onderste segment 2 van vellen met een dubbele parallelle vouw aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 376 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0815 Venstervouw positie 1 Hiermee past u de vouwpositie (S1) van het onderste segment 1 van vellen met een venstervouw aan...
  • Pagina 377 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0816 Venstervouw positie 2 Hiermee past u de vouwpositie (S2) van het onderste segment 2 van vellen met een venstervouw aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 378 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten 0817 Venstervouw positie 3 Hiermee past u de vouwpositie (S3) van het onderste segment 3 van vellen met een venstervouw aan wanneer de vouweenheid wordt gebruikt.
  • Pagina 379 Instellingswaarden Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde A3 SEF -4,0 B4 JIS SEF A4 SEF B5 JIS SEF 12 × 18 SEF 11 × 17 SEF × 14 SEF × 11 SEF 8K SEF Andere papierformaten Afwerken: Perfect Binder U kunt de Perfect Binder uitsluitend gebruiken op apparaten van type 1 of 2.
  • Pagina 380 7. Aanpassingsinstellingen voor operators Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde Overige instellingen -5,0 0902 Voorbl.positie Prf Bind: Haaks op inv. Hiermee past u de verticale uitlijning van de positie van het voorblad aan tijdens het uitvoeren van Perfect Binding.
  • Pagina 381 Instellingswaarden Snijkant Onderrand Bovenrand NL DWP570 Standaar Max. Min. Instellingsitems Stap Eenheid dwaarde waarde waarde Bovenrand 0,00 10,0 -10,0 0,10 Onderrand Zijrand 0904 Bindlijm aanbrengen Hiermee kunt u de hoeveelheid bindlijm voor Perfect Binding aanpassen. Als er niet voldoende lijm is, kan het zijn dat sommige pagina's niet vast blijven zitten. Als er teveel lijm is, kan de lijm uit de binding geperst worden en de pagina's aan elkaar plakken, waardoor het moeilijk is het boekje te openen.
  • Pagina 382 7. Aanpassingsinstellingen voor operators 210 mm of langer zijn en een gebied hebben dat gelijk is aan of groter is dan 8 × 11. Selecteer [Klein formaat] bij gebruik van papier met een ander formaat. De belangrijkste papierformaten die op elk item van toepassing zijn, zijn als volgt: •...
  • Pagina 383 8. Afdrukken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u het printerstuurprogramma configureert. Ook vindt u hier opmerkingen en bedieningsinstellingen voor de printerfunctie. Ook wordt beschreven hoe u documenten opslaat op de harde schijf van het apparaat en hoe u afdrukt vanaf externe media. Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren Device Software Manager is een ondersteunend hulpprogramma voor de installatie van...
  • Pagina 384 8. Afdrukken Klik op [Online installeren]. EAR663 Selecteer [Ik accepteer de overeenkomst] in het scherm "Gebruiksrechtovereenkomst" en klik vervolgens op [Installeren]. In het scherm "Programma voor kwaliteitsverbetering" selecteert u [Ik wil deelnemen aan het Programma voor kwaliteitsverbetering] of [Ik wil niet deelnemen aan het Programma voor kwaliteitsverbetering].
  • Pagina 385 Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren • Netwerk: Hiermee wordt naar apparaten gezocht die met het netwerk zijn verbonden. • USB: Hiermee maakt het apparaat verbinding met de computer via de USB-kabel volgens de instructies in het scherm "Verbinding met apparaat" en wordt er naar het apparaat gezocht. Selecteer dit apparaat in de lijst met apparaten en klik vervolgens op [Volgende].
  • Pagina 386 8. Afdrukken afgesloten, wordt het apparaat automatisch toegevoegd wanneer deze met een USB-kabel op de computer is aangesloten. Zodra de installatie is voltooid, drukt u op [Voltooien]. • Nadat de installatie voltooid is, wordt het pictogram Device Software Manager op het bureaublad geplaatst.
  • Pagina 387 Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren Selecteer het type verbinding tussen het apparaat en de computer en klik vervolgens op [Volgende]. • Netwerk: Hiermee wordt naar apparaten gezocht die met het netwerk zijn verbonden. • USB: Hiermee maakt het apparaat verbinding met de computer via de USB-kabel volgens de instructies in het scherm "Verbinding met apparaat"...
  • Pagina 388 8. Afdrukken • Wanneer u het apparaat met een USB-kabel op de computer aansluit, volgt u de instructies in het installatieprogrammascherm. Indien het apparaat niet wordt gedetecteerd, klikt u op [Verbinding annuleren]. Zelfs wanneer de verbinding wordt geannuleerd, is de installatie voltooid. Nadat het installatiescherm is afgesloten, wordt het apparaat automatisch toegevoegd wanneer deze met een USB-kabel op de computer is aangesloten.
  • Pagina 389 Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma weergeven Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma weergeven In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u het instellingenscherm voor het printerstuurprogramma kunt openen, met als voorbeeld Windows 10. De weergegeven schermen kunnen afwijken afhankelijk van de toepassing. De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de eigenschappen van het printerstuurprogramma opent.
  • Pagina 390 8. Afdrukken Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. Klik op [Afdrukvoorkeuren]. Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] weergeven in een toepassing U kunt printerinstellingen opgeven vanuit een specifieke toepassing. Hiervoor opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de desbetreffende toepassing. De instellingen die worden weergegeven in het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] worden standaard toegepast als het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] is geopend in een toepassing.
  • Pagina 391 Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma weergeven • Voor meer informatie over het registreren van classificatiecodes, zie Basisbewerkingen. Het menu Basic U kunt de oorspronkelijke richting, het formaat en het afdrukformaat opgeven. Het menu Papier Hier kunt u de instellingen voor de papierlade, het papiertype, afdrukken op tabbladen en de briefhoofdinstelling configureren.
  • Pagina 392 8. Afdrukken • Voor meer informatie over vouwen, zie Pag. 34 "Fold (Vouwen)". • Voor meer informatie over Ring Binding, zie Pag. 31 "Ring Binding". • Voor meer informatie over Perfect Binding, zie Pag. 27 "Perfect Binding". Het menu Afdr.kwaliteit: Standrd Hier kunt u instellingen configureren zoals resolutie en tonerbesparing.
  • Pagina 393 Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma weergeven • Voor meer informatie over het aanpassen en verwijderen van snelkeuzes, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. De Help-functie van het printerstuurprogramma weergeven De Help-functie van het printerstuurprogramma weergeven Als u in het dialoogvenster voor de instellingen van het printerstuurprogramma op [Help] klikt, komt u bij het onderdeel van de Help-functie dat betrekking heeft op het weergegeven venster.
  • Pagina 394 8. Afdrukken Standaard afdrukken • De standaardinstelling is dubbelzijdig afdrukken. Als u op slechts één zijde wilt afdrukken, selecteert u [Uit] voor de instelling voor dubbelzijdig afdrukken. • Als u op geregistreerd aangepast papier afdrukt, moet u de juiste papierinstellingen voor het aangepaste papier in het printerstuurprogramma invoeren.
  • Pagina 395 Dubbelzijdig afdrukken Dubbelzijdig afdrukken In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u afdrukt op beide zijden van het papier met het printerstuurprogramma. • Papiertypes waarbij het mogelijk is om op beide zijden af te drukken, zijn: • Normaal, Gerecycled, Briefhoofd, Voorgedrukt, Voorgeperforeerd, Geel, Groen, Blauw, Paars, Ivoor, Oranje, Roze, Rood, Grijs, Wit, Bankpost, Karton, Gecoat (glans), Gecoat (mat), Doorschrijfpapier •...
  • Pagina 396 8. Afdrukken Richting Openen naar links Openen naar Boven Staand Liggend...
  • Pagina 397 Afdrukken op enveloppen Afdrukken op enveloppen Configureer de papierinstellingen op de goede manier met zowel het printerstuurprogramma als het bedieningspaneel. • Als u op enveloppen wilt afdrukken, plaatst u deze in de optionele brede bulklade of lade A. Zorg ervoor dat u een geschikt papiertype opgeeft. Zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en - typen".
  • Pagina 398 8. Afdrukken Selecteer de printer die u wilt gebruiken. Klik op [Voorkeursinstellingen]. Selecteer in de lijst "Documentformaat:" het formaat van de envelop. Selecteer [Envelop] in de lijst "Papiersoort:". Selecteer in de lijst 'Invoerlade:' in welke papierlade de enveloppen worden geplaatst. Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen.
  • Pagina 399 9. Scan In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u kunt doen met de scanfunctie van het apparaat. U kunt de scannerfunctie uitsluitend gebruiken op apparaten van type 1, 2 of 3. Voorbereiding op het verzenden via Scannen naar map Als u scanbestanden via Scannen naar map wilt verzenden, moet u eerst het volgende doen: •...
  • Pagina 400 9. Scan Bevestig de naam van de computer. De naam van de computer wordt weergegeven onder [Hostnaam]. Hier kunt u ook het IPv4-adres opgeven. Het adres weergegeven onder [IPv4-adres] is het IPv4- adres van de computer. Voer daarna de opdracht "set user" (gebruiker instellen) en druk dan op [Enter]. Let erop dat u een spatie zet tussen "set"...
  • Pagina 401 Voorbereiding op het verzenden via Scannen naar map Selecteer de groepen en gebruikers die u toegang wilt geven in de resultatenlijst en klik dan op [OK]. Klik in het venster [Groepen of gebruikers selecteren] op [OK]. Selecteer in de lijst [Namen van groepen of gebruikers:] een groep of gebruiker. Vink vervolgens in de kolom [Toestaan] in de toestemmingenlijst het selectievakje [Volledig beheer] of [Wijzigen] aan.
  • Pagina 402 9. Scan Een gedeelde map op een computer met OS X of macOS aanmaken/de informatie van een computer bevestigen De volgende procedures leggen uit hoe u een gedeelde map kunt aanmaken op een computer met OS X/macOS en hoe u de informatie van de computer kunt bevestigen. In deze voorbeelden is macOS 10.13 gebruikt.
  • Pagina 403 Voorbereiding op het verzenden via Scannen naar map Selecteer [Software] in het linkerpaneel en controleer de naam van de computer en de gebruikersnaam in "Overzicht systeemsoftware:". De naam van de computer wordt weergegeven onder [Computernaam:]. De naam van de gebruiker wordt weergegeven onder [Gebruikersnaam:]. •...
  • Pagina 404 9. Scan 4. Selecteer de gedeelde map op de bestemmingscomputer. 5. Druk op [OK] en ga verder met stap 13. Ga door met stap 12 als u de map niet kunt selecteren bij Bladeren door netwerk. Voer de computernaam of het IP-adres in om de gedeelde map als bestemming op te geven.
  • Pagina 405 Basisprocedure voor het gebruik van Scannen naar map Basisprocedure voor het gebruik van Scannen naar map • Voordat u deze procedure uitvoert, zie Pag. 397 "Voorbereiding op het verzenden via Scannen naar map" en controleert u de gegevens van de bestemmingscomputer. Zie ook Apparaatbeheer en registreer het adres van de bestemmingscomputer in het adresboek.
  • Pagina 406 9. Scan Voorbeeld: het document scannen in kleur/dubbelzijdig en opslaan als PDF-bestand. • Druk op [Scaninst.], druk op [Kleur: Tekst / Foto] op het tabblad [Origineeltype] en druk vervolgens op [OK]. • Druk op [Originele invoertype], druk op [2-zijdig orig.] en druk vervolgens op [OK]. •...
  • Pagina 407 Bestemmingen opgeven voor Scannen naar map Bestemmingen opgeven voor Scannen naar In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u Scannen naar mapbestemmingen kunt opgeven. U kunt op een van de volgende manieren een bestand via Scannen naar map verzenden: • De bestemming in het adresboek van het apparaat selecteren •...
  • Pagina 408 9. Scan Bestanden naar een gedeelde netwerkmap verzenden • Als u bestanden verzendt naar een gedeelde map op het netwerk, zie Pag. 397 "Voorbereiding op het verzenden via Scannen naar map" en controleer het volgende voor de bestemmingscomputer: • Naam bestemmingscomputer •...
  • Pagina 409 Bestanden naar een gedeelde netwerkmap verzenden Het pad naar de bestemming handmatig invoeren Druk op [Handm. inv.]. Druk op [SMB]. Druk op [Handm. inv.] rechts van het padveld. Voer het pad voor de map in. In het volgende voorbeeldpad, is de naam van de bestemmingsmap "gebruiker" en die van de computer "desk01": \\desk01\user Druk op [OK].
  • Pagina 410 9. Scan • Druk op [Bewerken] aan de linkerzijde van het bestemmingsveld als u het pad voor de map wilt wijzigen. Voer het juiste pad naar de map in en druk op [OK]. • De verbindingstest kan enige tijd in beslag nemen. •...
  • Pagina 411 Bestanden naar een gedeelde netwerkmap verzenden Als verificatie vereist is voor toegang tot de geselecteerde computer, wordt het verificatiescherm weergegeven. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor verificatie. Selecteer de bestemmingsmap. Als de geselecteerde map submappen heeft, verschijnt het overzicht van de submappen. Druk op [1 Niveau omhoog] als u de bestemmingsmap niet kunt vinden en zoek vervolgens naar de map op dit niveau.
  • Pagina 412 9. Scan Geef de gebruikersnaam op, in overeenstemming met de betreffende instelling op de bestemming. Druk op [Handm. inv.] rechts van het veld gebruikersnaam om het schermtoetsenbord weer te geven. Geef het wachtwoord op, in overeenstemming met de betreffende instelling op de bestemming.
  • Pagina 413 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail Druk op [Home] ( ) in het midden onder aan het scherm. Druk op het pictogram [Scanner (klassiek)]. Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist. Druk op [Resetten] als een vorige instelling nog actief is.
  • Pagina 414 9. Scan • Druk op [PDF], onder [Verzend Bestandstype/naam] en druk vervolgens op [OK]. Voor meer informatie over andere instellingen, zie Basisbewerkingen. U kunt ook de instellingen opgeven die worden uitgelegd in Basisbewerkingen. Geef de bestemming op. U kunt meerdere bestemmingen opgeven. Voor meer informatie, zie Pag.
  • Pagina 415 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail • U kunt niet overschakelen naar een ander scherm terwijl WSD- of DSM-bestemmingen worden opgegeven. Geef de bestemming weer in het bestemmingsveld en druk op de knop [Wissen]. • U kunt opgeven of u een bestand als e-mailbijlage wilt verzenden of in de vorm van een URL-link in [E-mailmeth.
  • Pagina 416 9. Scan U kunt de volgende methode gebruiken om bestemmingen te selecteren die zijn geregistreerd in het adresboek van het apparaat: • Een bestemming in de lijst selecteren; • Een bestemming selecteren door het registratienummer in te voeren; • Een bestemming selecteren door in het adresboek van de scanner te zoeken. Een bestemming in de lijst selecteren Selecteer de bestemming in de bestemmingslijst.
  • Pagina 417 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail Druk op [Reg.nr.]. Voer met behulp van de cijfertoetsen het registratienummer van vijf cijfers in dat aan de bestemming is toegewezen en druk vervolgens op de [ ]-knop. Druk op [OK]. In het adresboek van het apparaat naar de bestemming zoeken en deze selecteren Druk op [Zkbest.].
  • Pagina 418 9. Scan Selecteer een bestemming. Selecteer [Naar], [Cc] of [Bcc] om het bestand te verzenden via e-mail. Druk op [OK]. • Indien [LDAP zoeken] is ingesteld op [Aan] in [Beheerdertoepas.] onder [Systeeminstellingen], controleer dan of [Adresboek] is geselecteerd vóórdat u de zoekopdracht start. •...
  • Pagina 419 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail Handmatig e-mailadressen invoeren Druk op [Handm. inv.]. Voer hier het e-mailadres in. Druk op [OK]. • Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt [Handm. inv.] mogelijk niet weergegeven. • Een geregistreerd bestemmingse-mailadres wijzigen: druk op [Bewerken] links van het bestemmingsveld om het soft-toetsenbord te gebruiken om een nieuw adres in te voeren en klik vervolgens op [OK].
  • Pagina 420 9. Scan Selecteer een bestemming. Druk op [OK]. • Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt [Recent] mogelijk niet weergegeven. • Indien er meerdere recente bestemmingen zijn, druk dan op [ ] of [ ] om ze te bekijken. • De 10 meest recente bestemmingen voor elk bestemmingstype (e-mail, SMB en FTP) worden weergegeven.
  • Pagina 421 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail Selecteer de LDAP-server die naast het [Adresboek] wordt weergegeven. Als verificatie nodig is voor toegang tot de geselecteerde server, verschijnt het verificatiescherm. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor verificatie. Druk op [Naam] als u een bestemming wilt zoeken op naam. Druk op [E-mailadres] als u wilt zoeken op e-mailadres.
  • Pagina 422 9. Scan Een e-mailadres of map als bestemming registreren • Als de functie Centraal beheer voor het adresboek in gebruik is, dan wordt het adresboek beheerd door de server en is [Prg.Best.] niet beschikbaar op het bedieningspaneel van het apparaat. Vraag bij het registreren van bestemmingen advies aan de beheerder.
  • Pagina 423 Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail • Afhankelijk van de beveiligingsinstelling wordt [Prg.Best.] wellicht niet weergegeven. In dergelijke gevallen kunt u de registratie niet voltooien. • U kunt ook een bestemming registreren die u selecteert in de LDAP-server. Als u in het adresboek van het apparaat een bestemming wilt opslaan die op de LDAP-server is gezocht en geselecteerd, geeft u de bestemming weer en drukt u op [Prg.Dest.].
  • Pagina 424 9. Scan Gescande documenten opslaan en archiveren U kunt de scannerfunctie gebruiken om gescande documenten op te slaan op het apparaat. De documenten die zijn opgeslagen met behulp van de scannerfunctie kunnen later worden verzonden via e-mail of naar een gedeelde map. Basisprocedure voor het opslaan van scanbestanden •...
  • Pagina 425 Gescande documenten opslaan en archiveren Druk op [Gebruikersnaam] en selecteer een gebruikersnaam. Als u een niet-geregistreerde gebruikersnaam wilt opgeven, drukt u op [Handm. invoer] en voert u vervolgens de naam in. Druk nadat u een gebruikersnaam heeft opgegeven op [OK]. •...
  • Pagina 426 9. Scan Een voorvertoning bekijken van de inhoud van een opgeslagen document U kunt het scherm [Voorvertoning] weergeven en een opgeslagen bestand op het apparaat of vanaf de clientcomputer controleren. Een opgeslagen bestand in de lijst controleren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een in de lijst geselecteerd opgeslagen bestand kunt controleren.
  • Pagina 427 Gescande documenten opslaan en archiveren Voorbeeldscherm voor opgeslagen bestanden DWP454 1. [Veranderen] U kunt overschakelen naar de voorvertoning van een andere pagina. 2. [Veranderen] U kunt overschakelen naar de voorvertoning van een ander bestand. 3. Bestand weergeven De naam en grootte van het geselecteerde bestand worden weergegeven. 4.
  • Pagina 428 9. Scan Opgeslagen bestanden controleren vanaf een clientcomputer Met Web Image Monitor kunt u tevens de bestanden die zijn opgeslagen op het apparaat, weergeven op een clientcomputer. U kunt ook bestanden controleren die zijn opgeslagen met de kopieerfunctie, documentserver of de printerfunctie.
  • Pagina 429 Gescande documenten opslaan en archiveren Druk op [Sel. opgesl. best.]. Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan. Selecteer het bestand dat u wilt verzenden. U kunt meerdere bestanden selecteren. De geselecteerde bestanden worden verzonden in de volgorde waarin ze werden geselecteerd. Als u op [W.rij] drukt, worden alleen de bestanden die u heeft geselecteerd weergegeven in de volgorde waarin ze worden verzonden.
  • Pagina 430 9. Scan • Als er meerdere bestanden geselecteerd zijn, kunnen alle bestandstypen die voor ieder bestand beschikbaar zijn ingesteld worden. Sommige bestanden kunnen echter niet verzonden worden met het opgegeven bestandstype, afhankelijk van de instellingen die tijdens het opslaan gedaan zijn. •...
  • Pagina 431 Gescande documenten opslaan en archiveren Druk op [Verwijder bestand]. Druk op [Ja]. • Bestanden die wachten op verzending kunnen niet worden verwijderd. • U kunt in het apparaat opgeslagen bestanden ook van het apparaat verwijderen vanaf een clientcomputer met Web Image Monitor. Raadpleeg de helpfunctie van Web Image Monitor voor meer informatie over Web Image Monitor.
  • Pagina 432 9. Scan Druk op [OK]. Controleer of de gebruikersnaam is gewijzigd. Druk op [Resetten]. • Met Web Image Monitor kunt u de gebruikersnaam van een in het apparaat opgeslagen bestand ook wijzigen vanaf de clientcomputer. Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie de Help-functie van Web Image Monitor.
  • Pagina 433 Gescande documenten opslaan en archiveren Wachtwoorden wijzigen Geef het wachtwoord op om toegang tot het opgeslagen bestand te krijgen. Druk op [Sel. opgesl. best.]. Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan. Druk op [Best. beh./verw.]. Selecteer het bestand dat het wachtwoord bevat dat u wilt wijzigen. Er wordt een scherm voor het invoeren van het wachtwoord weergegeven.
  • Pagina 434 9. Scan Druk op [Sel. opgesl. best.]. Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan. Druk op [Gebruikersnaam]. Selecteer de gebruikersnaam die u wilt gebruiken voor het zoeken. De gebruikersnamen die hier getoond worden, zijn namen die in het adresboek geregistreerd staan.
  • Pagina 435 Gescande documenten opslaan en archiveren Druk op [OK]. De zoekbewerking wordt gestart en bestanden waarvan de naam begint met de opgegeven reeks worden weergegeven. Toegangsrechten voor opgeslagen bestanden opgeven Als er gebruikersverificatie is ingesteld, kunt u toegangsprivileges voor opgeslagen bestanden opgeven wanneer u deze bestanden opslaat op de Documentserver.
  • Pagina 436 9. Scan Druk op [OK]. Bestanden opslaan in de Documentserver. Toegangsrechten voor eerder opgeslagen bestanden wijzigen In deze sectie wordt beschreven hoe u toegangsprivileges wijzigt voor een bestand dat is opgeslagen op de Documentserver. Druk op [Sel. opgesl. best.]. Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan. Druk op [Best.
  • Pagina 437 Gescande documenten opslaan en archiveren Druk op [Resetten]. Gescande documenten op een USB-geheugenopslagapparaat of SD-kaart opslaan In deze paragraaf wordt beschreven hoe gegevens op externe media kunnen worden opgeslagen met behulp van de scanfunctie. • Houd SD-kaarten of USB-geheugenopslagapparaten buiten bereik van kinderen. Als een kind per ongeluk een SD-kaart of USB-geheugenopslagapparaat inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
  • Pagina 438 9. Scan Indien nodig, specificeer de scaninstellingen aan de hand van het origineel dat gescand moet worden. Voorbeeld: het document scannen in kleur/dubbelzijdig en opslaan als PDF-bestand. • Druk op [Scaninstellingen], druk op [Kleur: Tekst / Foto] op het tabblad [Origineeltype] en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 439 Gescande documenten opslaan en archiveren • De documenten die zijn opgeslagen op het geheugenopslagapparaat kunnen niet worden verzonden via het bedieningspaneel van het apparaat. • Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt [Opslaan op geheugenapparaat] mogelijk niet weergegeven. Voor meer informatie, zie de Veiligheidshandleiding. •...
  • Pagina 440 9. Scan Bestandstype opgeven In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het opgeven van het bestandstype van een bestand dat u wilt verzenden. Bestandstypen kunnen worden opgegeven bij het verzenden van bestanden per e-mail of via scannen naar map, bij het verzenden van opgeslagen bestanden per e-mail of via scannen naar map en bij het opslaan van bestanden op een geheugenopslagapparaat.
  • Pagina 441 Bestandstype opgeven Als het Bestandstype ingesteld is op [PDF], configureer dan PDF-bestandsinst. zoals vereist. Druk op [OK]. • Als u [Opsl. op HDD] selecteert onder [Bestand opslaan], kunt u alleen [Hoge compressie PDF] of [OCR-instellingen] selecteren. Wanneer u opgeslagen bestanden verzendt, kunt u bestandstypen van een enkele pagina of meerdere pagina's selecteren.
  • Pagina 442 9. Scan • [Zwart/Wit: Tekst], [Z/W: Tekst / Line Art], [Z/W: Tekst / Foto], [Zwart/Wit: Foto] of [Autom. kleurselectie] is geselecteerd onder [Origineeltype]. • [Verkl./vergroten] is geselecteerd. • [100 dpi] of [150 dpi] is geselecteerd als resolutie. • Als [Voorvertoning] is geselecteerd. •...
  • Pagina 443 Scaninstellingen opgeven Scaninstellingen opgeven Druk op [Scaninstellingen]. Geef de resolutie, het scanformaat en de andere noodzakelijke instellingen op. Voor meer informatie over individuele scaninstellingen, zie Voorbereiding. Druk op [OK].
  • Pagina 444 9. Scan...
  • Pagina 445 10. Documentserver In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u kunt doen met de kopieerfunctie van het apparaat. Er wordt ook uitgelegd hoe u documenten op de documentserver van het apparaat kunt opslaan en hoe u de opgeslagen bestanden kunt afdrukken en beheren. Gegevens opslaan In deze paragraaf wordt beschreven hoe u documenten op de Documentserver opslaat.
  • Pagina 446 10. Documentserver Druk op [Gebruikersnaam]. Selecteer een gebruikersnaam en druk vervolgens op [OK]. De gebruikersnamen die getoond worden, zijn namen die in het Adresboek geregistreerd staan. Als u een naam wilt opgeven die niet in het scherm voorkomt, drukt u op [Handm. invoer] en voert u een gebruikersnaam in.
  • Pagina 447 Gegevens opslaan • Gegevens die zijn opgeslagen op de Documentserver worden standaard automatisch verwijderd na drie dagen (72 uur). U kunt onder [Aut. best.verw. in documentserver] in Gebruikerstools de periode instellen waarna de opgeslagen gegevens automatisch worden verwijderd. Voor meer informatie, zie Apparaatbeheer.
  • Pagina 448 10. Documentserver Opgeslagen documenten afdrukken U kunt documenten afdrukken die zijn opgeslagen op de Documentserver. U kunt de volgende instellingen opgeven in het afdrukscherm: • Papierlade • Het aantal afdrukken • [Uitvoer/ Finisher] ([Uitvoer], [Finisher], [Vouweenheid], [Perfect Binding], [Stapellade]) • [Stempel] ([Achtergrondnummering], [Voor.ing.stem.], [Gebruikersstempel], [Datumstempel], [Paginanummering], [Stemp.tkst], [Ongeautoriseerde kopieerpreventie]) •...
  • Pagina 449 Opgeslagen documenten afdrukken • Als u op [Resetten] drukt, worden alle selecties ongedaan gemaakt. • Door op [Volg.] te drukken worden alle geselecteerde documenten in de volgorde van afdrukken weergegeven. • Wanneer u op [2 /1 zijd. inst. behouden] drukt terwijl er meer dan een document is geselecteerd, wordt elk document afgedrukt volgens de afdrukinstellingen die zijn ingegeven toen het document werd opgeslagen.
  • Pagina 450 10. Documentserver Een afdruktaak onderbreken Druk op de [Stop]-knop. DWP353 Druk op [Afdr. annul.]. Het aantal kopieën wijzigen terwijl er wordt afgedrukt Tijdens het kopiëren kunt u het aantal te kopiëren sets wijzigen. • Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer de functie Sorteren is geselecteerd bij de afdrukvoorwaarden.
  • Pagina 451 Opgeslagen documenten afdrukken Voer het aantal kopiesets opnieuw in met de cijfertoetsen. Druk op [Afdrukken voortz.]. Het afdrukken zal worden hervat. • Het aantal sets dat u kunt opgeven in stap 2 is afhankelijk van het moment waarop de knop [Stop] wordt ingedrukt.
  • Pagina 452 10. Documentserver Voer het aantal afdrukken in met de cijfertoetsen. Selecteer de functie Sorteren ( ) onder [Sort./Stap.]. Druk op [Testafdruk]. Er zal maar één kopie worden afgedrukt. Als het proefexemplaar naar tevredenheid is, drukt u op [Doorgaan]. Het afdrukken zal worden hervat. •...
  • Pagina 453 Opgeslagen documenten afdrukken Geef de pagina op die u wilt afdrukken. Voer indien nodig de pagina of het paginabereik in met de cijfertoetsen. Druk op de toets [Start].
  • Pagina 454 10. Documentserver...
  • Pagina 455 11. Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen kunt oplossen. Snel aan de slag In dit onderdeel worden de items beschreven die gecontroleerd moeten worden als het apparaat niet goed werkt. Als het apparaat een piepgeluid maakt Het apparaat geeft piepjes af in verschillende patronen om gebruikers te waarschuwen dat ze het origineel vergeten zijn of andere situaties met het apparaat.
  • Pagina 456 11. Problemen oplossen Signaalpatroon Betekenis Oorzaak Vijf lange pieptonen, vier Geluidsniveau minder Er is een origineel achtergebleven op keer herhaald. urgente situatie de glasplaat of de papierlade is leeg. Vijf korte pieptonen, vijf keer Geluidsniveau urgente Het apparaat vraagt de aandacht van herhaald.
  • Pagina 457 Snel aan de slag EAR307 EAR308 1. Indicatielampje voor de [Status controleren]-knop Het lampje gaat rood branden of knippert geel als handmatige interventie is vereist. Voor meer informatie over het scherm [Status controleren], zie Pag. 457 "Als het indicatielampje van de knop [Status controleren] brandt of knippert".
  • Pagina 458 11. Problemen oplossen 2. Statuspictogrammen Er verschijnt een statuspictogram op het bedieningspaneel als er papier wordt bijgevuld of als papierstoringen opgelost worden. Voor meer informatie over de mogelijke statuspictogrammen, zie Pag. 456 "Als er een statuspictogram wordt weergegeven". 3. Meldingen Berichten worden op het bedieningspaneel weergegeven om de status van het apparaat aan te geven, zoals foutmeldingen en statusmeldingen.
  • Pagina 459 Snel aan de slag Statuspictogram Status : Tonerafvalfles vol Verschijnt wanneer de tonerafvalfles vol is. Voor meer informatie over het vervangen van de tonerafvalfles raadpleegt u Pag. 572 "De tonerafvalfles vervangen". : Perforatieopvangbak vol Verschijnt wanneer de perforatieopvangbak vol is. Voor meer informatie over het verwijderen van perforatieafval raadpleegt u Pag.
  • Pagina 460 11. Problemen oplossen EAR309 1. Tabblad [App.-/toepas.status] Geeft de status van het apparaat en van elke functie aan. 2. [Contr.] Als er zich een fout voordoet in het apparaat of een functie, drukt u op [Contr.] om details te bekijken. Door op [Contr.] te drukken, verschijnt er een foutmelding op het overeenkomstige functiescherm.
  • Pagina 461 Snel aan de slag Probleem Oorzaak Oplossing Documenten en rapporten Er is geen kopieerpapier Plaats papier in de laden. Voor meer worden niet afgedrukt. meer. informatie over het plaatsen van papier, zie Pag. 195 "Papier plaatsen". Documenten en rapporten De papieruitvoerlade is vol. Verwijder de afdrukken uit de worden niet afgedrukt.
  • Pagina 462 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat is net Andere functies dan de Wacht nog even. ingeschakeld en het scherm kopieerfunctie zijn nog niet Gebruikersinstellingen wordt gereed. De tijd die daarvoor weergegeven, maar het nodig is, verschilt per functie. menu Gebruikersinstellingen Functies verschijnen in het mist items.
  • Pagina 463 Snel aan de slag Probleem Oorzaak Oplossing Het verificatiescherm Er is basisverificatie, Voer uw log-in gebruikersnaam en uw verschijnt. Windows-verificatie of gebruikerswachtwoord in. Voor meer LDAP-verificatie is ingesteld. informatie over het verificatiescherm raadpleegt u Pag. 155 "Als het verificatiescherm wordt weergegeven". Ook als het vastgelopen •...
  • Pagina 464 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld Het gebruik van gekreukt • Strijk het papier met uw handen papierstoringen op. papier veroorzaakt vaak glad om de krul eruit te halen. papierstoringen, vlekkerige • Plaats het papier ondersteboven, papierranden of verschoven zodat de omgekrulde randen posities bij het nieten of naar beneden liggen.
  • Pagina 465 Snel aan de slag Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld Er is papier van een formaat • Verwijder het vastgelopen papier. papierstoringen op. geplaatst dat niet herkend Voor meer informatie over het kon worden. verwijderen van vastgelopen papier raadpleegt u Pag. 556 "Vastgelopen papier verwijderen".
  • Pagina 466 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er vinden papierstoringen De enveloppen hebben Als enveloppen ezelsoren hebben, plaats wanneer er op ezelsoren. zorg er dan voor dat u deze platstrijkt enveloppen wordt voordat u ze in de printer plaatst. afgedrukt. Stapel het papier niet hoger dan de opgegeven limiet voor de papierlade.
  • Pagina 467 Snel aan de slag Probleem Oorzaak Oplossing Papier is gebogen. Papier kan gebogen zijn Wijzig de uitvoerlade naar de wanneer deze in de staffellade van de finisher. bovenuitvoer van de finisher is uitgeworpen. De afbeelding is niet correct • Het apparaat heeft de Neem contact op met de beheerder geplaatst op het papier.
  • Pagina 468 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Uitgevoerd papier in de • Het papier is gekruld. • Wanneer het papier omlaag is uitvoerlade van de gekruld, selecteert u • Als er gecoat papier stapeleenheid wordt niet [Correctieniveau bolle krul: Klein] gebruikt wordt, kan het juist uitgelijnd.
  • Pagina 469 Snel aan de slag Vouw Probleem Oorzaken Oplossingen Kreuken ontstaan wanneer Het papier kreukelt wanneer de Wanneer Venstervouw, Venstervouw, Briefvouw naar optie Venstervouw, Briefvouw Briefvouw naar binnen of binnen of Briefvouw naar buiten naar binnen of Briefvouw naar Briefvouw naar buiten wordt wordt toegepast.
  • Pagina 470 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossingen De positie van de vouw is Multi-velvouw is opgegeven Selecteer [Briefvouw naar onjuist wanneer Briefvouw naar terwijl er slechts één vel wordt binnen] in [Uitvoer/Aangepaste binnen wordt gebruikt met afgedrukt. functie/Finisher] op het papier van B5 JIS-formaat. beginscherm van het kopieerapparaat onder [Vouweenheid].
  • Pagina 471 Snel aan de slag Functiecompatibiliteit In het diagram ziet u de onderling verenigbare functies wanneer [Afdrukprioriteit] is ingesteld op [Tussenvel]. : Gelijktijdige bewerkingen zijn mogelijk. : Bewerking is actief als de relevante functietoets wordt ingedrukt en schakelen op afstand (tussen de scanner/externe lijn) wordt uitgevoerd. : De bewerking is actief als de [Onderbreken]-knop is ingedrukt om de voorgaande bewerking te onderbreken.
  • Pagina 472 11. Problemen oplossen Als er berichten worden weergegeven Deze sectie bevat een beschrijving van de belangrijkste meldingen van het apparaat. Indien er andere meldingen verschijnen, volg dan de instructies op die hierin worden gegeven. Als er meldingen worden weergegeven en het apparaat niet bediend kan worden Meldingen Oorzaak...
  • Pagina 473 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Een ogenblik." Dit bericht verschijnt als u de Wacht even. Als de melding na vijf tonercartridge vervangt. minuten nog niet verdwenen is, zet dan het apparaat uit en zorg ervoor dat het Aan/uit-indicatielampje niet brandt.
  • Pagina 474 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Bezig met uitschakelen... De uitschakelprocedure is • Lees het bericht dat verschijnt en Een ogenblik geduld. De begonnen, omdat de stroom wacht totdat het apparaat stroom wordt automatisch werd uitgezet terwijl het uitgeschakeld is. Zet het apparaat uitgezet.
  • Pagina 475 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan de map niet De map kan niet worden Ontgrendel het vergrendelde origineel verwijderen, omdat het verwijderd, omdat het een om het te verwijderen. Voor meer vergrendelde bestanden vergrendeld origineel bevat. informatie over beveiligde bestanden, bevat.
  • Pagina 476 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan geen voorvert. mk van De afbeeldingsgegevens Druk op [Afsluiten] om het deze pag." zijn wellicht beschadigd. voorbeeldscherm zonder een miniatuurweergave weer te geven. Als het geselecteerde document verschillende pagina's bevat, drukt u op [Veranderen] onder "Pagina weergeven"...
  • Pagina 477 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Maximaal aantal vellen Het aantal vellen per set Controleer het maximale aantal vellen mogelijk voor Ring Binding overschrijdt de limiet voor dat kan worden gebonden. Voor meer overschreden. " Ring Binding. informatie over de maximale hoeveelheden voor Ring Binding, zie Specificaties.
  • Pagina 478 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Perfect Binding is niet Perfect Binding is niet Controleer de huidige instellingen. beschikbaar voor versch. mogelijk voor de instellingen Voor meer informatie over de functies papierformaten." die u gekozen heeft. die niet beschikbaar zijn als Perfect Binding is geselecteerd, zie Basisbewerkingen.
  • Pagina 479 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "De geselecteerde map is Er heeft iemand geprobeerd Voor meer informatie over beveiligde vergrendeld. Neem contact een vergrendelde map te mappen, zie de op met de bewerken of te gebruiken. Veiligheidshandleiding. bestandsbeheerder." •...
  • Pagina 480 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Hardwarefout: Er is een fout opgetreden in de Schakel de stroom uit en weer in. Als Ethernetkaart" Ethernet-interface. de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. "Hardwarefout: HDD" Er is een fout opgetreden in de Schakel de stroom uit en weer in.
  • Pagina 481 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Plaats papier in n Om toch Het printerstuurprogramma- Controleer of de af te drukken selecteert u instellingen zijn incorrect, of de printerstuurprogramma-instellingen een andere lade en drukt u lade bevat niet het papier van correct zijn en plaats dan het op [Doorgaan].
  • Pagina 482 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Pap.type n komt niet Het type papier in de lade komt Selecteer een lade waarin papier zit overeen. Selecteer een niet overeen met het dat van hetzelfde type is als het andere lade en druk opgegeven type in het opgegeven papiertype.
  • Pagina 483 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan geen toegang tot het • Er is een fout Sla het bestand op een ander gespecificeerde opgetreden toen het geheugenopslagapparaat op en druk geheugenapparaat apparaat toegang het bestand vervolgens opnieuw af. krijgen."...
  • Pagina 484 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Functie ingest. die niet Er is een functie Voor meer informatie over welke samen met Perf. Binding geselecteerd die niet functies niet beschikbaar zijn met gebr. kan worden. Taak is samen met Perfect Binding Perfect Binding raadpleegt u Pag.
  • Pagina 485 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Fout opgetreden bij U heeft geprobeerd een Selecteer in het verwerken van ongeaut. bestand op te slaan in de printerstuurprogramma een andere kopieerpreventie-taak. Documentserver terwijl taaksoort dan [Documentserver] in Taak is geannul." [Voorkomen van "Taaksoort:"...
  • Pagina 486 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Sorteren geannuleerd" Het sorteren is Schakel de stroom uit en weer in. Als geannuleerd. de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. "De gebruikslimiet is Het aantal pagina's dat de Voor meer informatie over bereikt.
  • Pagina 487 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Het geselecteerde 'Taak reset' wordt Geef het juiste papierformaat op en papiertype wordt niet automatisch uitgevoerd als druk het bestand nogmaals af. ondersteund. Deze taak is het opgegeven geannuleerd." papierformaat onjuist is. "Geselecteerde pap.type Er wordt automatisch een Geef het correcte papiertype op en...
  • Pagina 488 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Duplex geannuleerd" Dubbelzijdig afdrukken is • Selecteer een juist geannuleerd. papierformaat voor de duplexfunctie. Voor meer informatie over papier, zie Specificaties. • Wijzig de instelling voor "Duplex toepassen" in [Instell. papierlade] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade.
  • Pagina 489 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Perfect Binding is niet Perfect Binding is niet mogelijk • Controleer het aantal beschikbaar met dit aantal met het aantal vellen dat u vellen. vellen. " heeft gekozen. • Selecteer het juiste aantal vellen.
  • Pagina 490 11. Problemen oplossen Wanneer documenten niet op de documentserver kunnen worden opgeslagen Meldingen Oorzaak Oplossing "Documentserver kan niet U kunt de Neem contact op met uw beheerder worden gebruikt. Kan niet documentserverfunctie niet voor meer informatie over het opslaan." gebruiken. gebruiken van de documentserverfunctie.
  • Pagina 491 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Max. aantal pagina's Tijdens het gebruik van de Verwijder onnodige bestanden die overschreden (automatisch opslagfunctie voor op het apparaat zijn opgeslagen. opslaan)" fouttaken, om normale Verminder het aantal af te drukken afdruktaken op te slaan als pagina's.
  • Pagina 492 11. Problemen oplossen Wanneer er niet voldoende ruimte op de harde schijf beschikbaar is Meldingen Oorzaak Oplossing "Harde schijf is vol." Als u afdrukt met het Verwijder onnodige formulieren en PostScript 3- lettertypen van het apparaat. printerstuurprogramma, dan is de capaciteit van de harde schijf voor lettertypen en formulieren overschreden.
  • Pagina 493 Als er berichten worden weergegeven Wanneer de gebruiker geen rechten heeft om een bewerking uit te voeren Meldingen Oorzaak Oplossing "Geen reactie van server. Het tot stand brengen van Controleer de status van de server. Verificatie is mislukt." de verbinding met de server voor LDAP- verificatie of Windows- verificatie is onderbroken.
  • Pagina 494 11. Problemen oplossen Wanneer er andere fouten optreden Meldingen Oorzaak Oplossing "98: Fout" Het apparaat kan de Schakel de stroom uit en weer in. Als harde schijf niet goed de melding regelmatig verschijnt, lezen. neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 495 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Max.opgeslagen De maximale Verwijder onnodige bestanden die afdrukken overschreden" paginacapaciteit werd op het apparaat zijn opgeslagen. overschreden tijdens het Verminder het aantal af te drukken afdrukken van een pagina's. Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk.
  • Pagina 496 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Geheugen herstelfout" Er is een Zet het apparaat uit en weer aan. Als geheugentoewijzingsfout de melding nogmaals verschijnt, opgetreden. vervang dan het RAM-geheugen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie over het vervangen van het RAM-geheugen.
  • Pagina 497 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan het specifieke pad niet Een antivirusprogramma of een • Antivirusprogramma's en vinden. Controleer a.u.b de firewall voorkomt dat het firewalls kunnen voorkomen instellingen." apparaat verbinding kan maken dat clientcomputers een met uw computer. verbinding maken met dit apparaat.
  • Pagina 498 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Het maximum aantal OCR- Het maximum aantal toegestane Er kunnen maximaal 100 taken op taken dat stand-by kan staan stand-by taken is overschreden, stand-by worden gezet door de voor opslag, is overschreden. omdat er grote aantallen OCR-functie.
  • Pagina 499 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "The entered file name De bestandsnaam bevat een • Controleer de bestandsnaam contains invalid teken dat niet gebruikt kan die werd ingesteld bij het character(s).Enter the file worden. scannen. Voor meer name again using any of the informatie over tekens die following 1 byte gebruikt kunnen worden bij...
  • Pagina 500 11. Problemen oplossen Wanneer documenten niet correct kunnen worden gescand Meldingen Oorzaak Oplossing "Alle pagina's zijn herkend Er is geen PDF-bestand Controleer of het origineel als blanco. Er is geen aangemaakt, omdat alle verkeerd om is ingesteld. bestand aangemaakt." pagina's van het gescande Wijzig [OCR-gescande PDF: origineel als blanco zijn Gevoeligheid blanco pag.] in...
  • Pagina 501 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Max. aantal bestanden dat Het maximum aantal bestanden Controleer de bestanden die door tegelijk gebr. kan worden op dat kan worden opgeslagen in de andere functies zijn de Documentserver is de Documentserver is opgeslagen en verwijder overschreden."...
  • Pagina 502 11. Problemen oplossen Wanneer documenten niet gescand kunnen worden, omdat het geheugen vol is Meldingen Oorzaak Oplossing "Geheugen is vol. Kan niet Omdat er onvoldoende harde Probeer één van de volgende scannen. Gescande gegev. schijfruimte was, kon de eerste maatregelen: zullen worden verwijderd.
  • Pagina 503 Als er berichten worden weergegeven Wanneer gegevensverzending mislukt Meldingen Oorzaak Oplossing "Verificatie van de De ingevoerde gebruikersnaam • Controleer of de bestemming is mislukt. of het ingevoerde wachtwoord gebruikersnaam en het Controleer instellingen. Om was ongeldig. wachtwoord correct zijn. huid. status te contr., druk op •...
  • Pagina 504 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Doorzenden is mislukt. Om Terwijl er een bestand werd Wanneer de melding opnieuw huid. status te contr., druk op verzonden, is er een verschijnt nadat u opnieuw heeft [Status gescande netwerkfout opgetreden en kon gescand, kan de oorzaak een bestanden]."...
  • Pagina 505 Als er berichten worden weergegeven Wanneer gegevens niet kunnen worden verstuurd, omdat er teveel documenten of pagina's zijn Meldingen Oorzaak Oplossing "Max. aantal pag. per best. Het bestand dat is opgeslagen Geef aan of u de gegevens wilt overschr. Wilt u de gescande heeft het maximum aantal opslaan of niet.
  • Pagina 506 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan niet starten met scannen De instelling [Geen actie Open de scannereigenschappen, omdat de communicatie is ondernemen] is geselecteerd op klik op het tabblad mislukt." de client computer, waardoor [Gebeurtenissen] en selecteer de computer van de client vervolgens [Dit programma gedwongen inactief blijft starten] als het antwoord van de...
  • Pagina 507 Als er berichten worden weergegeven Wanneer documenten niet op een geheugenopslagapparaat kunnen worden opgeslagen Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan niet schrijven naar het Het geheugenopslagapparaat • Vervang het geheugenopslagapparaat is vol. De scangegevens kunnen geheugenopslagapparaat. omdat er onvoldoende ruimte niet opgeslagen worden. Zelfs •...
  • Pagina 508 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Max. paginacapaciteit per De scan kon niet voltooid Verminder het aantal documenten bestand overschreden. Druk worden, omdat het maximale dat u naar het op [Schrijven] om de aantal pagina's dat door dit geheugenopslagapparaat wilt gescande gegevens naar het apparaat gescand kan worden, schrijven en probeer het opnieuw.
  • Pagina 509 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan geen scanmodi meer Het maximale aantal Het maximale aantal modi dat kan toevoegen." registreerbare scanmodi is worden opgeslagen is 100. Verwijder overschreden. onnodige modi. "Kan het papierformaat van Het geplaatste origineel is •...
  • Pagina 510 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Er is een fout opgetreden in Er is een fout opgetreden in • Controleer of de netwerkkabel de scanner." het stuurprogramma. correct op de clientcomputer is aangesloten. • Controleer of de Ethernetkaart van de clientcomputer correct wordt herkend door Windows.
  • Pagina 511 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Onvoldoende geheugen. Het scannergeheugen is • Reset het scanformaat. Maak het scangebied ontoereikend. • Verlaag de resolutie. kleiner." • Stel in zonder compressie. Voor meer informatie over de instellingen, zie de Help-functie van het TWAIN-stuurprogramma.
  • Pagina 512 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Scanner is in gebruik voor Een functie van het apparaat • Wacht even en maak dan weer een andere functie. Een (niet de scannerfunctie) verbinding met het netwerk. ogenblik geduld." wordt gebruikt als de •...
  • Pagina 513 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Kan scanner "XXX", die Het apparaat is niet correct • Controleer of de eerder gebruikte voor de vorige scan is op het netwerk aangesloten. scanner correct op het netwerk is gebruikt, niet vinden. "YYY" aangesloten.
  • Pagina 514 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "De scanner is niet Netwerkcommunicatie is niet • Controleer of de hostnaam van beschikbaar. Controleer de beschikbaar omdat het IP- het apparaat is opgegeven in de verbinding van de scanner." adres van het apparaat niet Netwerkverbindingstool.
  • Pagina 515 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "Scanglas schoonmaken. Het scanglas of de Maak de glasplaat of geleiderplaat (Bevindt zich naast de geleiderplaat van de ADF is schoon. Zie Pag. 582 "Uw apparaat glasplaat.)" vies. onderhouden". "Lezen van het PDF-bestand Mogelijk wordt de PDF- Met de browser van dit apparaat kunt is mislukt."...
  • Pagina 516 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Zelfcontrole..." Het apparaat voert Tijdens de werking kan het apparaat beeldaanpassingsfuncties periodiek onderhoud doorvoeren. De uit. frequentie en de duur van het onderhoud zijn afhankelijk van de vochtigheidsgraad, de temperatuur en afdrukfactoren zoals het aantal afdrukken, het papierformaat en het papiertype.
  • Pagina 517 Als er berichten worden weergegeven Wanneer het adresboek wordt bijgewerkt Meldingen Oorzaak Oplossing "Bijwerken bestemmingslijst Er is een netwerkfout • Controleer of de server is mislukt. Opnieuw opgetreden. aangesloten. proberen ?" • Antivirusprogramma's en firewalls kunnen voorkomen dat clientcomputers een verbinding maken met dit apparaat.
  • Pagina 518 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Bestemmingslijst wordt Een opgegeven bestemming Geef de bestemming of de bijgewerkt... Een ogenblik of afzendernaam is gewist afzendernaam opnieuw op. geduld a.u.b. Geselecteerde toen de bestemmingslijst in bestemmingen en/of namen de bezorgingsserver werd zijn gewist." bijgewerkt.
  • Pagina 519 Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing "De groepsbestemming kan Het gebruikerscertificaat Er moet een nieuw gebruikerscertificaat niet geselecteerd worden, (bestemmingscertificaat) is geïnstalleerd worden. Voor meer omdat die een bestemming verlopen. informatie over het bevat met een gebruikerscertificaat coderingscertificaat dat niet (bestemmingscertificaat), zie de geldig is."...
  • Pagina 520 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "Bestemming kan niet Het apparaatcertificaat (PDF Er moet een nieuw apparaatcertificaat geselect. worden, omdat het met digitale handtekening of (PDF met digitale handtekening of apparaatcertificaat PDF PDF/A met digitale PDF/A met digitale handtekening) digitale handtekening niet handtekening) is verlopen.
  • Pagina 521 Als er berichten worden weergegeven Wanneer de gebruiker geen rechten heeft om een bewerking uit te voeren Meldingen Oorzaak Oplossing "U heeft niet de privileges De aangemelde gebruiker is Voor meer informatie over het instellen om deze functie te niet gemachtigd om de van rechten, zie de gebruiken."...
  • Pagina 522 11. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing "LDAP-server verificatie is Er is een netwerkfout Zorg ervoor dat de gebruikersnaam en mislukt. Controleer de opgetreden en de het wachtwoord voor LDAP- instellingen." verbinding is mislukt. serververificatie correct zijn geconfigureerd.
  • Pagina 523 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Dit hoofdstuk beschrijft waarschijnlijke oorzaken en mogelijke oplossingen voor problemen met de functie Kopieerapparaat/Documentserver. De beschrijvingen met betrekking tot kopieer- en Document Server-functies zijn bedoeld voor type 1, 2 en 3 apparaten.
  • Pagina 524 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Bij het kopiëren van De beeldbelichting is te • Pas de belichtingsinstellingen aan. originelen waar iets hoog. Voor meer informatie over opgeplakt is, verschijnt een belichtingsinstellingen, zie schaduw op de kopie. Basisbewerkingen. • Verander de oriëntatie van het origineel.
  • Pagina 525 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing De kopieën zijn te licht. Een lichte kopie kan • Gebruik papier dat geschikt is ontstaan als u vochtig of voor dit apparaat. Voor meer ruw, korrelig papier informatie over aanbevolen gebruikt.
  • Pagina 526 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er verschijnen zwarte lijnen. De glasplaat, het scanglas Reinig de glasplaat, het scanglas of de of de geleiderplaat van de geleiderplaat van de ADF. Voor meer ADF is vies. informatie over het schoonmaken van het apparaat, zie Pag.
  • Pagina 527 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing De afbeelding op de Missende plekken en vegen • Plaats het apparaat niet in koude achterzijde van de worden veroorzaakt door ruimtes. dubbelzijdige kopieën heeft vocht dat uit het papier lekt. •...
  • Pagina 528 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld Dik papier van een klein Wanneer u papier invoert van 200 papierstoringen op formaat is ingevoerd in de g/m2 of meer en met een papierlengte invoerrichting langs de van 21 cm of meer, trekt u de lade- lange rand (LEF).
  • Pagina 529 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Kopieerpapier raakt Het papier is te dun. Gebruik papier dat geschikt is voor dit gekreukeld. apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en - typen".
  • Pagina 530 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Afbeeldingen zijn scheef. De geleider voor originelen Zorg dat de geleider voor originelen in de ADF is niet goed goed is ingesteld. Voor meer informatie ingesteld. over het instellen van de originele geleider raadpleegt u Pag. 192 "Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen".
  • Pagina 531 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer een vel papier Het papier is omgekruld. Strijk het omgekrulde papier glad en naar een brede bulklade plaats het vel in de lade. met twee laden wordt gevoerd, kan dit niet worden verzonden of worden er twee vellen papier ingevoerd.
  • Pagina 532 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing In de modus "Beeld U heeft hetzelfde formaat Selecteer kopieerpapier dat groter is herhalen" wordt de originele kopieerpapier als de dan de originelen of geef de geschikte afbeelding niet meerdere originelen gekozen of u reproductiefactor aan.
  • Pagina 533 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Kopieën bevinden zich niet U heeft de originelen niet in Zorg ervoor dat de laatste pagina zich in de juiste volgorde. de juiste volgorde geplaatst. onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst.
  • Pagina 534 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Als de "Duplex"-modus De originelen zijn in de Plaats het origineel in de juiste richting. wordt gebruikt, wordt er een verkeerde richting geplaatst. Voor meer informatie over originele kopie van boven naar richtingen voor dubbelzijdig kopiëren, beneden gemaakt, zelfs als raadpleegt u Pag.
  • Pagina 535 Problemen oplossen als u de functie Kopieerapparaat/Documentserver gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Het geheugen raakt Het geheugen van de Verwijder onnodige bestanden. Op het regelmatig vol. Documentserver is vol. bestandskeuzedisplay selecteert u onnodige bestanden en drukt u vervolgens op [Best.verw]. Als dit niet werkt om het beschikbare geheugen te vergroten, doet u het volgende: •...
  • Pagina 536 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing De kopieën worden niet Het aantal kopieën is te Voor meer informatie over de geniet. groot om als enkele set te nietcapaciteit, zie Specificaties. worden geniet. Documenten met Bepaalde soorten papier Voor meer informatie over aanbevolen rughechting blijven niet kunnen niet goed worden papier, zie Pag.
  • Pagina 537 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt In dit hoofdstuk worden de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor problemen met betrekking tot de printerfunctie beschreven. Het foutenlogboek controleren Als bestanden als gevolg van afdrukfouten niet kunnen worden opgeslagen, kunt u de oorzaak van de fout achterhalen in het foutenlogboek op het bedieningspaneel.
  • Pagina 538 11. Problemen oplossen Als de USB-verbinding problemen vertoont Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat wordt niet De USB-kabel is niet op de Haal de USB-kabel los en schakel de automatisch herkend. juiste wijze aangesloten. stroom uit. Schakel de stroom weer in. Wanneer het apparaat volledig opnieuw opgestart is, sluit u de USB- kabel opnieuw aan.
  • Pagina 539 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Oorzaak Oplossing De oorzaak wordt weergegeven op het Controleer de foutmelding of de status van de scherm van het bedieningspaneel. waarschuwing op het bedieningspaneel en onderneem de vereiste actie. Voor meer informatie over oplossingen, zie Pag.
  • Pagina 540 11. Problemen oplossen Oorzaak Oplossing Als het apparaat een draadloze LAN- Schakel andere apparaten of instrumenten uit die interface(IEEE 802.11b/g/n) gebruikt, hetzelfde frequentiebereik gebruiken, en probeer kunnen de radiogolven de draadloze opnieuw af te drukken. Als het afdrukken lukt, verplaatst communicatie verstoren.
  • Pagina 541 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Oorzaak Oplossing De verzendingsmodus is niet correct • Schakel de stroom uit en weer in. Voor meer geconfigureerd bij het gebruik van een informatie over het in- en uitschakelen van de draadloze LAN in de ad-hocmodus. stroom, zie Voorbereiding.
  • Pagina 542 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing De hele afgedrukte pagina Het papier is vochtig. Gebruik papier dat is opgeslagen wordt vaag afgedrukt. onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor papieropslag, zie Pag. 281 "Papieropslag".
  • Pagina 543 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer u afbeeldingen Als het Als u nauwkeurig wilt afdrukken, stel afdrukt, dan is de uitvoer printerstuurprogramma is dan het printerstuurprogramma in voor anders dan op het scherm. geconfigureerd om de afdrukken zonder de opdracht opdracht als 'afbeelding' te 'Afbeelding' te gebruiken.
  • Pagina 544 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er verschijnen dunne of U heeft extra dunne lijnen Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt onregelmatige dikke lijnen opgegeven in de of er verschijnen geen dunne toepassing, of u heeft een Wijzig de ditherinstellingen in het lijnen.
  • Pagina 545 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Als papier niet goed wordt ingevoerd Probleem Oorzaak Oplossing Het papier wordt niet vanuit Wanneer u een Windows- Op het tabblad [Uitgebreide de geselecteerde lade besturingssysteem gebruikt, instellingen] van het ingevoerd. kunnen de instellingen van printerstuurprogramma, klikt u op het printerstuurprogramma [Papier] in "Menu:"...
  • Pagina 546 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Er treden geregeld Het papier is verkreukeld, • Gebruik papier dat geschikt is papierstoringen op. gevouwen of gekreukeld. voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 244 "Aanbevolen papierformaten en - typen".
  • Pagina 547 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Randen van de vellen zijn Het papier is vochtig. Gebruik papier dat is opgeslagen besmeurd. onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor papieropslag, zie Pag. 281 "Papieropslag".
  • Pagina 548 11. Problemen oplossen Overige afdrukproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Het duurt erg lang voordat Slaapstand of Het apparaat heeft tijd nodig om op te het afdrukken is voltooid. Fuseereenheid uitmodus is warmen als het uit de Slaapstand of de mogelijk ingesteld. Fuseereenheid uitmodus komt.
  • Pagina 549 Problemen oplossen als u de printerfunctie gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Er is een afdrukopdracht Er kan Gebruikersverificatie Voor meer informatie over uitgegeven vanaf de ingesteld zijn. gebruikersverificatie, zie de computer, maar het Veiligheidshandleiding. afdrukken startte niet. Er kunnen geen PDF- De PDF-bestanden zijn met Om wachtwoordbeveiligde PDF- bestanden afgedrukt...
  • Pagina 550 11. Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Afdrukken via draadloos • Er kan een • Zet het apparaat verder weg van LAN gaat langzaam. communicatiefout zijn het draadloze LAN-apparaat. opgetreden. • Als er actieve, draadloze LAN- • Interferentie van apparaten in de buurt staan, andere draadloze verplaats het apparaat dan of LAN-apparaten kan de...
  • Pagina 551 Problemen oplossen als u de scannerfunctie gebruikt Problemen oplossen als u de scannerfunctie gebruikt In dit onderdeel worden waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor problemen met de scannerfunctie beschreven. De beschrijvingen voor de scannerfunctie zijn bedoeld voor apparaten van type 1, 2 en 3. Wanneer u geen gescande bestanden kunt verzenden Wanneer u geen toegang tot opgeslagen bestanden heeft Probleem...
  • Pagina 552 11. Problemen oplossen Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden Probleem Oorzaak Oplossing Het browsen over het De volgende Controleer de instellingen. Voor meer netwerk is niet mogelijk bij apparaatinstellingen zijn informatie over instellingen voor IP- het opgeven van een wellicht niet correct: adressen of subnetmaskers, zie...
  • Pagina 553 Problemen oplossen als u de scannerfunctie gebruikt Wanneer e-mails niet worden verzonden zoals u verwacht Probleem Oorzaak Oplossing Het oorspronkelijke bestand Het bestandsformaat Geef [Ja (per pagina)] op bij [E-mail kan niet worden hersteld, overschrijdt het maximale e- delen & verzenden] in omdat een gedeelde e-mail mailformaat dat is [Scannereigenschappen].
  • Pagina 554 11. Problemen oplossen Wanneer S/MIME niet kan worden gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing Als er meerdere Gecodeerde e-mails Zorg ervoor dat S/MIME- bestemmingen zijn worden naar de bestemming verificatiebestemmingen zijn geselecteerd voor verzonden waarvoor S/ afgescheiden van gewone verzending (broadcast), dan MIME-verificatie is ingesteld tekstbestemmingen.
  • Pagina 555 Problemen oplossen als u de scannerfunctie gebruikt Probleem Oorzaak Oplossing De WSD-scannerfunctie kan De instelling [Geen actie Open de scannereigenschappen, klik niet gebruikt worden. ondernemen] is geselecteerd op het tabblad [Gebeurtenissen] en op de client computer, selecteer vervolgens [Dit programma waardoor de computer van starten] als het antwoord van de de client gedwongen...
  • Pagina 556 11. Problemen oplossen Wanneer het scannen niet naar wens verloopt De beschrijvingen voor de scannerfunctie zijn bedoeld voor apparaten van type 1, 2 en 3. Probleem Oorzaak Oplossing De gescande afbeelding is De glasplaat, het scanglas Reinig de glasplaat, het scanglas of de vuil.
  • Pagina 557 Wanneer het scannen niet naar wens verloopt Probleem Oorzaak Oplossing De gescande afbeelding Als u originelen scant met Scannen met een hogere resolutie kan bevat witte gedeelten. functies die niet tot de de marges verkleinen. TWAIN- netwerkscannerfunctie behoren, dan kunnen bepaalde papierformaatinstellingen en resolutie-instellingen...
  • Pagina 558 11. Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen als er papier of originelen vastlopen in het apparaat. Vastgelopen papier verwijderen • Sommige onderdelen binnenin het apparaat zijn zeer warm. Raak tijdens het verwijderen van fout gevoed papier geen andere onderdelen aan dan deze gespecificeerd in deze handleiding.
  • Pagina 559 Papierstoringen oplossen • Aan de binnenzijde van het voorpaneel of binnenin de finisher vindt u stickers of instructiesheets met aanwijzingen over hoe u het vastgelopen papier kunt verwijderen. • Als er een gedetailleerde verwijderingsinstructie rechts op het scherm verschijnt, volg deze dan op. •...
  • Pagina 560 11. Problemen oplossen EAQ311 • Er kunnen tegelijkertijd meerdere locaties aangegeven worden waar het papier is vastgelopen. Als dit gebeurt, controleer dan alle aangegeven gebieden. • Als er geen papier is vastgelopen in het eerste deel dat u controleerde, kijk dan in de andere delen die aangegeven worden.
  • Pagina 561 Papierstoringen oplossen Na het verwijderen van het vastgelopen papier, brengt u het apparaat weer terug in de originele staat. • Er kunnen meerdere papierstoringen worden aangegeven. Als dit gebeurt, controleer dan alle aangegeven gebieden. • Als er geen papier is vastgelopen in het eerste deel dat u controleerde, kijk dan in de andere delen die aangegeven worden.
  • Pagina 562 11. Problemen oplossen EAQ312 Na het verwijderen van vastgelopen papier uit de bannervellade van de multihandinvoer (lade A) Na het verwijderen van vastgelopen papier uit de bannervellade van de multihandinvoer (lade A). Druk op de liftknop van het onderpaneel om de onderplaat te laten zakken. DSC022 Verwijder de eindafscheiding.
  • Pagina 563 Papierstoringen oplossen Plaats papier terug in de lade. DSC024 Lijn de eindafscheiding uit met de onderrand van het papier. DSC025 Druk op de liftknop van de onderplaat om de onderplaat omhoog te laten komen. DSC026 Vastgelopen nietjes verwijderen Als er zich een nietjesstoring voordoet, verwijdert u het vastgelopen nietje aan de hand van de aanwijzingen op het bedieningspaneel.
  • Pagina 564 11. Problemen oplossen • Houd uw handen uit de buurt van de papieruitvoersleuf van de lade van de boekjesfinisher wanneer u deze uit de nieteenheid van de finisher trekt of de lade naar binnen duwt. Uw vingers kunnen vast komen te zitten in de rand van het apparaat en dit kan tot verwondingen leiden. •...
  • Pagina 565 Papierstoringen oplossen • Wanneer "Perforatoropvangbak is vol." wordt weergegeven, kunt u de perforeerfunctie niet gebruiken. • Het bericht "Perforatoropvangbak is vol." wordt weergegeven tot de perforatoropvangbak opnieuw is geplaatst. • Als de melding niet verdwijnt, plaatst u de perforatoropvangbak opnieuw. Nietjesafval verwijderen Als de nietjesopvangbak vol is, verwijdert u het nietjesafval aan de hand van de aanwijzingen op het bedieningspaneel.
  • Pagina 566 11. Problemen oplossen...
  • Pagina 567 12. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u dagelijks onderhoud aan het apparaat kunt plegen. Algemene vereisten In dit gedeelte worden de punten uitgelegd die moeten worden opgevolgd tijdens het gebruik van dit apparaat. U kunt de Document Server-functie en de scannerfunctie uitsluitend gebruiken op apparaten van type 1, 2 of 3.
  • Pagina 568 12. Onderhoud • Er kan zich condensatie vormen aan de binnenkant van het apparaat als het wordt verplaatst van een koude naar een warme plaats. Laat het apparaat minstens een uur ongebruikt staan nadat u het heeft verplaatst. Het apparaat heeft die tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving. •...
  • Pagina 569 Algemene vereisten EAQ303 • De anti-condensatieverwarmer blijft functioneren, zelfs nadat de aan/uit-schakelaar is uitgeschakeld, zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit. • Laat de aan/uit-schakelaar bij normaal gebruik in de aanstand staan. • Zet de aan/uit-schakelaar niet onmiddellijk in de aanstand wanneer u deze op stand-by heeft gezet.
  • Pagina 570 12. Onderhoud • Indien u afdrukken vouwt, laat de kleur in de vouw los. • De kleuren kunnen versmelten indien afdrukken op chloorrubber matten worden gelegd bij een hoge temperatuur gedurende een langere periode. • De kleuren kunnen versmelten als de afdrukken in de buurt van hoge temperaturen worden gelegd, zoals bij verwarmingen.
  • Pagina 571 Algemene vereisten Toner bijvullen Deze paragraaf beschijft de voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van tonercartridges, hoe u gescande documenten kunt verzenden als de toner op is en wat u moet doen met gebruikte tonercartridges. • Vernietig de volgende voorwerpen niet door verbranding. Toner kan ontbranden bij contact met een open vlam en dit kan brandwonden veroorzaken.
  • Pagina 572 12. Onderhoud • Als een van de volgende dingen gebeurt terwijl u omgaat met toner, dient u eerst noodmaatregelen te treffen. Vervolgens dient u zo nodig een arts te raadplegen. • Als u toner inademt: gorgel met een grote hoeveelheid water en ga naar een omgeving met frisse lucht.
  • Pagina 573 Algemene vereisten • Verwijder de tonercartridge niet direct nadat u deze heeft geïnstalleerd. Als u dit doet, kan de toner er mogelijk uit lopen. • Installeer en verwijder tonercartridges niet herhaaldelijk. Hierdoor kan de tonercartridge gaan lekken. • Wanneer een tonercartridge wordt gebruikt, kan deze niet worden verwijderd. Verwijder de cartridge niet met geweld.
  • Pagina 574 (voornamelijk in Europa en Azië) Als u uw gebruikte tonercartridge wilt weggooien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde verkooppunt van Ricoh. Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. (voornamelijk in Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen.
  • Pagina 575 Algemene vereisten • U dient verpakkingen die toner bevatten niet met veel kracht te openen, plat te drukken of samen te knijpen. Gemorste toner kan leiden tot onbedoelde inname of vervuiling van kleding, handen of de vloer. • Laat de volgende voorwerpen niet achter op plekken waar kinderen bij kunnen: •...
  • Pagina 576 12. Onderhoud • Zorg ervoor dat de tonerafvalfles goed geplaatst is. Als dit niet het geval is, zal toner in het apparaat lekken. • Wij adviseren de aanschaf van en op voorraad houden van een reserve tonerafvalfles, aangezien tonerafvalflessen verbruiksartikelen zijn. Volg de instructies op het bedieningspaneel op voor het vervangen van de tonerafvalfles.
  • Pagina 577 Algemene vereisten • Het gebruik van niet-aanbevolen bindruggen en/of bindrugcassettes kan leiden tot inbindstoringen en vastgelopen bindruggen. Volg de instructie op het bedieningspaneel voor het vervangen van de bindruggen. • Voeg alleen nieuwe bindruggen aan de cartridge toe als het bericht "Bindruggen zijn op." verschijnt op uw bedieningspaneel.
  • Pagina 578 12. Onderhoud Plaats uw vingers tussen de cartridge en de bindruggen en verwijder vervolgens de bindruggen. CET030 Plaats de gewenste bindruggen in de cassette. Zorg dat dat de bindruggen in elkaar grijpen en op de juiste manier zijn bevestigd. Plaats de cassette weer terug in het apparaat. Bindlijm bijvullen •...
  • Pagina 579 Algemene vereisten De plaats van het apparaat In deze sectie worden de voorzorgsmaatregelen beschreven die u moet nemen wanneer u het apparaat installeert of verplaatst. Het apparaat verplaatsen In deze sectie worden de voorzorgsmaatregelen beschreven die u moet nemen wanneer u het apparaat verplaatst.
  • Pagina 580 12. Onderhoud • Als het apparaat gebruikt wordt in een slecht geventileerde of smalle kamer gedurende langere tijd of voor het afdrukken van een grote hoeveelheid materiaal, zorg er dan voor dat de ruimte voldoende wordt geventileerd. • Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.).
  • Pagina 581 Algemene vereisten DER110 1. Achterkant: 47 cm (18,6 inch) of meer 2. Rechts: 100 cm (39,4 inch) of meer 3. Voorkant: 57 cm (22,5 inch) of meer 4. Links: 100 cm (39,4 inch) of meer • Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor de vereiste ruimte wanneer er opties zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 582 12. Onderhoud • Voorkom de volgende handelingen bij netsnoeren, omdat deze handelingen kunnen leiden tot brand of elektrische schokken: • Beschadigen • Bundelen • Aanpassen • Er zware voorwerpen op plaatsen • Er hard aan trekken • Krachtig buigen • Het meegeleverde netsnoer (of netsnoeren) is (zijn) uitsluitend bedoeld voor gebruik met dit apparaat.
  • Pagina 583 Algemene vereisten • Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, trek dan aan de stekker zelf en niet aan het snoer. Trek niet met kracht aan het netsnoer. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken, wat kan leiden tot brand of elektrische schokken. •...
  • Pagina 584 12. Onderhoud Uw apparaat onderhouden U kunt de glasplaat, het scanglas en de ADF gebruiken op een apparaat van type 1, 2 of 3. Het apparaat schoonmaken • Kijk niet in de lichtbron. Hierdoor kunnen uw ogen beschadigd raken. • Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger om de binnenzijde van het apparaat schoon te maken.
  • Pagina 585 Uw apparaat onderhouden Veeg de glasplaat en het scanglas schoon. DER111 1. Scanglas 2. Glasplaat De automatische documentinvoer schoonmaken Als de ADF vuil is, kan dit negatieve gevolgen voor de helderheid van de kopie hebben. Maak deze onderdelen schoon als ze vies zijn. Het apparaat schoonmaken Gebruik de meegeleverde schoonmaakdoek om het scanglas schoon te vegen.
  • Pagina 586 12. Onderhoud Schuif de hendel naar links. CWW503 Veeg het scanglas schoon. CWW504 1. Scanglas Plaats het vel terug op zijn plek.
  • Pagina 587 Uw apparaat onderhouden De stekker van het netsnoer schoonmaken • Om brand en elektrische schokken te voorkomen, dient u minimaal eenmaal per jaar de stekker en het netsnoer uit het stopcontact te trekken en te controleren. Als het volgende het geval is, mag u het netsnoer niet gebruiken en dient u uw dealer of servicevertegenwoordiger te raadplegen.
  • Pagina 588 12. Onderhoud De aardlekschakelaars nakijken • Wanneer de stroomonderbreker van het apparaat op de "Uit"-stand gaat, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Als u de instelling op "Aan" zet, bestaat er kans op een elektrische schokken, brand, rook of doorslaande stoppen. •...
  • Pagina 589 De aardlekschakelaars nakijken Trimmer CWW508 Controleer of de aardlekschakelaar verandert naar de Uit-stand. Hoofdeenheid EAQ302 Trimmer CWW509...
  • Pagina 590 12. Onderhoud Zet de aardlekschakelaar weer terug in de Aan-stand. Hoofdeenheid EAQ301 Trimmer CWW510 Schakel de aan/uit-schakelaar in en sluit vervolgens het linker voorpaneel. Druk op de hoofdstroomschakelaar om de stroom in te schakelen. • Als het apparaat niet aan gaat wanneer u de hoofdschakelaar weer aan heeft gezet, controleer dan of de aardlekschakelaar in de Uit-stand staat.
  • Pagina 591 De aardlekschakelaars nakijken U kunt de tellerinformatie ook afdrukken. Druk op [Teller] ( ) rechtsonder in het scherm. Om een tellerstandenlijst af te drukken, drukt u op [Tellerlijst afdrukken] en vervolgens op de toets [Start]. Druk op [Afsluiten]. Informatie Met de Informatie-functie kunt u telefoonnummers opvragen voor reparaties of verbruiksartikelen bestellen (zoals toner).
  • Pagina 592 12. Onderhoud • [Vertegenwoordiger] Toont het telefoonnummer van de vertegenwoordiger. • [Leveringsopdracht] Toont het contactnummer voor het plaatsen van bestellingen van verbruiksartikelen. • [Leveringsdetails] Toont de naam van toner, nietjes, etc. die door het apparaat worden gebruikt. Druk op de toets [Status controleren]. DWP146 Druk op de [Onderh./Inf./App.informatie].
  • Pagina 593 MEMO...
  • Pagina 594 MEMO D0BX-7429...
  • Pagina 595 © 2019...
  • Pagina 596 D0BX-7429...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pro 8310sPro 8320sPro 8310Pro 8320