Inhoudsopgave
Advertenties
De snelheid en richting van de ventilator wijzigen
Scherm 1 Monitoring (Controle)
Scherm 2 Operation (Bediening)
Scherm 3 Advanced Operation (Geavanceerde functies)
21
2
4
8
7
De richting of snelheid van de ventilator van de
airconditioners wijzigen.
1
In het scherm Monitoring kunt u de airconditioners als
pictogrammen (Icons) of als lijst (List) weergeven.
De richting en snelheid van de ventilator kunnen per
zone of groep worden gewijzigd.
[Procedure]
1.
In Scherm 1 Monitoring selecteert u een
zone of groep met de knop 1.
3
2.
Selecteer de zone of groep waarvan u de
richting en de snelheid van de ventilator wilt
wijzigen 2 .
3.
Druk op [Set] 3 .
Scherm 2 Operation (Bediening) verschijnt.
4.
Druk op [Advanced Operation] (geavanceerde
bediening) 4 .
Scherm 3 Advance Operation (Geavanceerde
bediening) verschijnt.
5.
Pas de richting aan in het keuzemenu 6 .
Hoe hoger de waarde (0 - 6) hoe meer
verticaal de blaasrichting. Waarde 7 staat
voor automatisch draaien.
(Opmerking: zie onderstaande afbeelding.)
De daadwerkelijke instellingen kunnen per
model verschillen. Controleer na de
bediening het richtingsymbool op de
afstandsbediening.
Selecteer High (Hoog) of Low (Laag) in het
keuzemenu 5 .
Druk vervolgens op [OK] 7 .
Om de instelling te annuleren drukt u op
[Cancel].
Scherm 2 Operation (Bediening) verschijnt
opnieuw.
6.
Druk vervolgens op [OK] 8 in Scherm 2 Operation.
Om de instelling te annuleren drukt u op
[Cancel].
Opmerking: Richtlijn voor blaasrichtingwaarden en
de bijbehorende blaasrichting
Binnenunit
5
0
6
4
5
6
7: Automatisch
draaiende blaasrichting
Advertenties
Inhoudsopgave
