7 Elektrische aansluiting
5. Meet de spanning van de PV-panelen. Controleer daarbij of de maximale ingangsspanning
van de omvormer wordt aangehouden en er geen aardlek in de zonnestroominstallatie
aanwezig is.
6. Controleer of de DC-connectoren de juiste polariteit hebben.
Als de DC-connector verbonden is met een DC-kabel met verkeerde polariteit, dan moet de
DC-connector opnieuw worden geconfectioneerd. Daarbij moet de DC-kabel altijd dezelfde
polariteit hebben als de DC-connector.
7. Zorg ervoor dat de totale nullastspanning van de PV-panelen niet de maximale
ingangsspanning van de omvormer overschrijdt.
8. Sluit de geconfectioneerde DC-connectoren aan op
de omvormer.
☑ De DC-connectoren klikken hoorbaar vast.
9. Controleer of alle DC-connectoren goed vastzitten.
10.
Beschadiging van het product door zand, stof en vocht bij niet afgesloten
DC-ingangen
Het product is alleen dicht als alle DC-ingangen die niet worden gebruikt met DC-
connectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. Door het binnendringen van zand, stof en
vocht kan het product beschadigd raken en kan de functionaliteit worden belemmerd.
• Sluit alle DC-ingangen die niet worden gebruikt met de DC-connectoren en
afdichtpluggen af zoals hierna wordt beschreven. Steek de afdichtpluggen daarbij niet
rechtstreeks in de DC-ingangen van de omvormer.
11. Druk de klembeugel bij de niet benodigde DC-connectoren naar beneden en schuif de
wartelmoer naar de schroefdraad
12. Steek de afdichtpluggen in de DC-connector.
62
STPx0-3SE-40-BE-nl-10
LET OP
SMA Solar Technology AG
click
Bedieningshandleiding