Inhoudsopgave
Advertenties
3.4. Inregelen van de woonhuisventilator
Standaard is de woonhuisventilator zo ingeregeld:
• Minimum ventilatiedebiet: 10 % van de maximumstand;
• Debiet van de maximumstand: 64 % van de ventilatorcapaciteit;
• Nalooptijd van de vochtdetectie: 60 min.
Deze instellingen kunt u wijzigen. Daar leest u meer over in paragraaf 3.5.
1. Bepaal de gewenste maximale ventilatiecapaciteit.
2. Open alle afzuigventielen.
3. Schakel de woonhuisventilator naar stand MAX en meet het debiet bij het afzuigventiel het verst verwijderd
van de woonhuisventilator. Geef de woonhuisventilator even de tijd om op toeren te komen voordat u gaat
meten. Als het debiet goed is, ga dan verder naar stap 7.
4. Zet de woonhuisventilator spanningsloos. Verwijder het deksel door de schroef los te draaien.
5. Stel de ventilatiecapaciteit in met de DIP-switches. Zie paragraaf 3.5 om te weten hoe dat moet.
6. Monteer het deksel terug op de woonhuisventilator en schakel de spanning terug in.
7. Regel alle afzuigventielen in op het juiste debiet terwijl de woonhuisventilator in de stand MAX staat. Mocht u
het minimum wettelijk debiet niet halen door de afzuigventielen bij te stellen, keer dan terug naar stap 4.
8. Als er te veel geluidsoverlast is, dan kunnen geluidsdempers een uitweg bieden. Afhankelijk van de situatie,
kan het ook nodig zijn om de diameter van de luchtkanalen te vergroten om de luchtsnelheid in de kanalen te
verminderen.
20/32
Advertenties
Inhoudsopgave
