ductie Hoofdstuk 1: intro Deze handleiding helpt u op weg bij het in gebruik nemen van uw CoLiDo Desktop 3D-printer. Lees de handleiding nauwkeurig door zodat u uw printer volledig kunt benutten en de meest fantastische producten kunt printen. In hoofdstuk 1 t/m 5 doorlopen we de eerste stappen, zoals het uitpakken, installeren en in gebruik nemen van uw CoLiDo Desktop 3D-printer.
Hoofdstuk 2: veiligheidsvoorschriften In deze handleiding treft u op diverse plaatsen veiligheidswaarschuwingen aan, te herkennen aan de waarschuwingssymbolen hieronder. Deze berichten waarschuwen u voor potentiële veiligheidsrisico’s voor uzelf, anderen of uw eigendommen. WAARSCHUWING: HEET, NIET AANRAKEN De Desktop 3D-printer bereikt hoge temperaturen wanneer deze in gebruik is. Zorg ervoor dat de printer afgekoeld is alvorens u de binnenkant van de printer aanraakt.
Hoofdstuk 2: veiligheidsvoorschriften Radiofrequente straling De printer is getest en voldoet aan de standaarden voor elektrische apparaten volgens FCC deel 15, klasse B – digitale apparatuur. De beperkingen zijn bedoeld ter voorkoming van schadelijke interferentie door de 3D-printer in een residentiële omgeving. Deze printer wekt bij verkeerd gebruik interfererende radio golven op.
Hoofdstuk 4: 3D-printen volgens de FDM methode De CoLiDo Desktop 3D-printer maakt solide, driedimensionale objecten door het smelten van plastic filament. 3D-ontwerpen worden door de computersoftware ‘Repetier-Host’ omgezet naar een voor CoLiDo print- baar bestand. Via USB of een SD-kaart kunt u bestanden inladen. Na het opwarmen zal het ABS of PLA filament worden gesmolten en door de nozzle naar buiten worden geperst om laag voor laag een object op te bouwen.
Hoofdstuk 5: CoLiDo 3D-printer installeren en configureren Voordat u uw CoLiDo printer installeert, dient u te controleren of de printer juist is verpakt en geen beschadigingen vertoont. 5.1 De CoLiDo verpakking openen Opmerking: Neem de tijd om uw printer zorgvuldig uit te pakken en te controleren. LET OP: open de verpakking met zorg.
5.2 Accessoire controlelijst Voordat u uw CoLiDo printer installeert, dient u te controleren of de printer juist is verpakt en geen beschadigingen vertoont. Neem de tijd om uw printer zorgvuldig uit te pakken en te controleren. PLA filament, 1 spoel van 0,5 kg....... ABS filament, 1 spoel van 0,5 kg.......
5.3 De CoLiDo printer uitpakken Houd het verpakkingsschuim stevig vast (als getoond op de afbeelding) en til de printer uit de doos. Plaats de printer op een vlakke ondergrond en verwijder de verpakkingsresten, het schuim en de zak van de printer. LET OP: trek of draai niet aan de kabel De CoLiDo printer is uitgepakt.
5.5 De printkop en het printbed ontgrendelen Verwijder de twee vergrendelingsbeugels om de printkop los te koppelen (gebruik de inbussleutel uit het gereedschapssetje om de 4 schroeven los te draaien). Vergrendelingsbeugel Schroeven Herinnering: verwijder de vergrendelingsbeugels door de vier schroeven los te draaien voor gebruik.
5.6 De spoelhouder plaatsen Plaats de spoelhouder in de hiervoor bestemde spoelhoudersleuf, te vinden aan de achterzijde van de 3D-printer. Sluit de vergrendeling zoals hieronder getoond. (Achteraanzicht van de printer) Spoelhoudersleuf Spoelhouder Veer op de spoelhouder...
5.7 Het filament plaatsen Haal de filamentspoel uit de doos en verwijder de vacuüm zak. Plaats de filamentspoel in de spoelhouder en zet hem vast met de veer op de spoelhouder. LET OP: de zwarte duimpin en de gedrukte tekst “Note” moeten naar voren gericht zijn. Veer op de spoelhouder Verwijder de zwarte duimpin om het filament te ontgrendelen LET OP: om schade aan het filament te voorkomen dient...
5.8 Het filament in de printkop laden Rol het eerste stukje filament voorzichtig af. Knip het puntje recht af met een schaar; dit zorgt voor een makkelijkere installatie. Rol het eerste stukje filament voorzichtig af. Knip het puntje recht af met een schaar; dit zorgt voor een makkelijkere installatie. LET OP: Zorg ervoor dat het filament correct wordt ingevoerd, zodat er geen opstopping ontstaat tijdens het printen.
Pagina 16
5.8 Het filament in de printkop laden Duw de printkoparm omlaag. Voer het filament in door het gat aan de bovenkant van de printkop. Het heeft voorkeur om het filament zo recht mogelijk in te voeren totdat het eind van de nozzle bereikt is.
5.9 De glasplaat plaatsen Haal de twee glasplaten uit de verpakking. Kies de juiste glasplaat, afhankelijk van het printmateriaal. De glasplaten zijn te herkennen aan de markeringen ABS en PLA. Alleen voor gebruik Alleen voor gebruik met PLA met ABS Gecoate glasplaat LET OP: 1.
Pagina 18
5.9 De glasplaat plaatsen Installeer de glasplaat op het verwarmde printbed van de printer en vergrendel deze met de twee veertjes. Glasplaat Veer Verwarmd printbed Om de glazen plaat te verwijderen trekt u aan de rechter benedenhoek, zoals op onderstaande afbeelding.
5.10 De CoLiDo printer inschakelen Sluit de voedingskabel aan op de printer. LET OP: zorg ervoor dat de schakelaar zich op de “O” positie bevindt. Sluit de kabel aan op het stopcontact. LET OP: het stopcontact dient zich in de buurt van de standplaats van de printer te bevinden en dient goed toegankelijk te zijn.
Hoofdstuk 6: uw CoLiDo printer kalibreren en testen Startscherm van het LCD-display. 6.1 Hoofdmenu 6.1.1 Druk op “OK” om naar het “Watch” menu te gaan (afbeelding A). Raak het scherm aan om naar het hoofdmenu te gaan. Er verschijnen vier submenu’s (afbeelding B). 6.1.2 Druk op “Prepare”...
6.2 Kalibreren 6.2.1 Druk op “Begin” om het kalibreren te starten. LET OP: kalibreren is bedoeld om de gebruiker te begeleiden bij een correcte bediening van de printer en om de correcte werking van de printer te controleren. 6.2.2 Het printbed komt omhoog en de printkop verplaatst naar locatie 1, punt 1 (afbeelding F). Punt 1 6.2.3 Begin met het kalibreren van het printbed en de nozzle.
6.2 Kalibreren 6.2.3.2 Basiscondities voor het kalibreren: Het testvel moet volledig vlak op het printbed liggen en moet het nozzlepuntje net raken. Testvel Nozzle Glasplaat Let op: als het niet mogelijk is aan bovenstaande basiscondities te voldoen, dient de hoogte van het printbed te worden aangepast.
Pagina 23
6.2 Kalibreren De locatie van de stelknop, afbeelding H (drie stuks). Stelknop 6.2.4 Nadat u de stelknop zo heeft gedraaid dat de standaardconditie bereikt is, draait u aan de LCD-knop om “Next Step” te selecteren (afbeelding I). Goed 6.2.5 Volg de procedure in paragraaf 6.2.3 om de punten 2, 3 en 4 te kalibreren als op afbeelding J (punt 1 en punt 4 zijn hetzelfde).
6.3 Nozzle en filament testen 6.3.1 Na het kalibreren keert de printkop terug naar de thuispositie en wordt het beeld van afbeelding K getoond. Selecteer het filamenttype dat u gebruikt. 6.3.2 Druk op “Heat” om de nozzle te laten opwarmen, zoals op afbeelding L. 6.3.3 Zodra de nozzle de ingestelde temperatuur bereikt wordt het scherm van afbeelding M getoond.
Pagina 25
6.3 Nozzle en filament testen Druk op “Next Step”, het filament zal automatisch in de nozzle worden geladen en zal in vloeibare staat uit de nozzle komen. Juiste conditie: Het gesmolten filament stroomt vloeiend en continu uit de nozzle. Goed Onjuiste conditie: Het gesmolten filament stroomt niet vloeiend en continu uit de nozzle.
6.4 Een testafdruk maken met de SD-kaart 6.4.1 Het scherm van afbeelding O wordt nu weergegeven. Druk op “OK” en vervolgens op “Print” (afbeelding P) om een testbestand af te drukken. LET OP: Als het scherm geen testbestand toont, zoals op afbeelding R, dan kan het bestand niet gevonden worden op de SD-kaart.
Pagina 27
6.4 Een testafdruk maken met de SD-kaart 6.4.3 Zodra de nozzletemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt (afbeelding U) is het opwarmen gereed en zal de printer beginnen met het maken van de afdruk. 6.4.4 De testprint wordt afgerond. Het LCD-display geeft het beeld van afbeelding V weer.
6.5 Menu: Prepare / Voorbereiden Onder het menu-item “Prepare” vindt u 9 submenu’s, hieronder getoond op afbeelding I t/m III. 1. Calibrate Mode: de printer kalibreren en testen (zie paragraaf 6.1 t/m 6.4). 2. Platform Location: het printbed kalibreren (zie paragraaf 6.2). 3.
6.6 Filament verwisselen Onder het menu “Change Filament” vindt u twee submenu’s (afbeelding a). Load filament Unload filament 6.6.1 Selecteer “Load Filament”, druk op “Next step” en volg de stappen op afbeelding b t/m e. b. Selecteer het filamenttype dat u gebruikt en druk op “Heat”. c.
Pagina 30
6.6 Filament verwisselen 6.6.2 Selecteer “Unload Filament” en druk op “Next step” (afbeelding f). Volg de stappen op afbeelding g t/m k. g. De printkop verplaatst naar de thuispositie. Druk op “Heat” om de nozzle op te warmen. h. De nozzle wordt verwarmd naar de ingestelde temperatuur. i.
6.7 Menu: Control Onder het menu “Control” vindt u vijf submenu’s: 1. Temperature: voor het aanpassen van de temperatuur 2. Print Speed: voor het aanpassen van de printsnelheid 3. Print RunPrama: om printer werkingsinformatie raad te plegen 4. Printer information: om basisgegevens van de printer raad te plegen 5.
Pagina 32
6.7 Menu: Control 6.7.2 Met het submenu “Print Speed” kan de printsnelheid worden aangepast waarbij 100% de standaard is. Het is mogelijk de printsnelheid aan te passen aan de actuele condities. De waarde kan worden aangepast van 10% tot 200%. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de printsnelheid. Een te hoge printsnelheid zal de printresultaten beïnvloeden.
6.8 Menu: “SD Card” Met het menu-item “Print from SD” kiest u ervoor om een bestand vanaf uw SD-kaart te printen. 6.8.1 De bestanden voor testafdrukken die worden meegeleverd vanuit de fabriek zijn afhankelijk van uw printertype. 6.8.2 Raak het scherm aan om het gewenste printbestand te selecteren (bestandformaat .gco). a.
6.8 Menu: “SD Card” 6.8.3 Een printopdracht pauzeren 1. Raak het scherm tijdens het printen aan en selecteer “Pause”. 2. Om na het pauzeren verder te gaan met printen, raakt u het scherm aan en selecteert u “Continue”. LET OP: als u een printopdracht pauzeert zal de printkop terugkeren naar de basispositie en vergrendeld worden.
Hoofdstuk 7: Repetier-Host installeren en configureren Om bestanden te printen vanaf uw computer dient u de Repetier-Host software te installeren. Besturingssysteem: Windows 7, Mac OS X, Linux Repetier-Host is een programma dat gebruikt wordt voor het slicen van 3D-modellen (.cgo en .stl). Het kan tevens rechtstreeks printopdrachten versturen naar uw CoLiDo printer. 7.1 Repetier-Host installeren (Windows) Dubbelklik op het bestand “setup-Repetierhost_0_95F.exe”...
Pagina 36
7.1 Repetier-Host installeren (Windows) Selecteer een locatie waarop u de software wilt installeren en klik op “Next” en “Install”. Klik op “Next” Klik op “Next” Klik op “Next” Vink “Create a desktop icon” aan en klik op “Next” Klik op “Install” Indien er een waarschuwing van een antivirusprogramma verschijnt dient u tijdelijke toegang te verstrekken.
Pagina 37
7.1 Repetier-Host installeren (Windows) Klik op “Install Arduino driver” , “Install FTDI serial driver” en “Launch Print-Rite CoLiDo Repetier-Host” en klik op “Finish”. Installeer de Arduino drivers. Klik op “Next” Klik op “Finish”...
Pagina 38
7.1 Repetier-Host installeren (Windows) Installeer de FTDI drivers Klik op “Extract” Klik op “Next” Klik op “Finish”...
7.2 Repetier-Host configureren Verbind de 3D-printer met de computer met behulp van de usb-kabel en schakel de printer in. De eerste keer dat de printer op uw computer wordt aangesloten verschijnt er een kleine melding op uw computerscherm. Dubbelklik op het Repetier-Host logo om de software te openen. Stel de gewenste taal voor de software in onder “Config –...
Pagina 40
7.2 Repetier-Host configureren Printerinstellingen (zie onderstaande instellingen) Verbinding: Selecteer de printer: CoLiDo M2020 3D Printer; Baud rate: 115200. Selecteer de juiste COMx poort zodat de printer verbinding kan maken met Repetier. LET OP: COMx verschilt per computer en 3D-printer. Het is niet mogelijk om COM1 te selecteren omdat dit de standaard poort van de computer is.
Pagina 41
7.2 Repetier-Host configureren Klik op “Connect”. LET OP: Zodra de printer verbonden is met de Repetier software wordt de actuele extruder- en heated- bedtemperatuur getoond onderaan het programma. Tevens beweegt de temperatuurcurve. Klik op “Load”, selecteer het printbestand en klik op “Open”. Let op: het printbestand dient het formaat .GCO of .STL te hebben.
7.3 Printen met Repetier-Host (Windows) Selecteer het gewenste printeffect en selecteer PLA of ABS, afhankelijk van het materiaal waar mee u gaat printen. Klik vervolgens op “Slice with Slic3r” om de G-code te genereren. Stap 1: Selecteer “Slic3r” Stap 2: Selecteer het gewenste printeffect: CoLiDo Best –...
Pagina 43
7.3 Printen met Repetier-Host (Windows) Na het slicen kunt u een schatting van de printtijd en het filamentgebruik zien. Ook is het mogelijk het object te bekijken in “3D View”. Klik op “Print” om te starten met printen. Zodra het printbed de ingestelde temperatuur bereikt begint de printer met de printopdracht.
Pagina 44
7.3 Printen met Repetier-Host (Windows) Printen. 1. U kunt het verloop van de printopdracht volgen in “3D View”. U kunt het temperatuurverloop volgen in “Temperature Curve”. 2. Tijdens het printen kunt u op “Pause Print” en “Continue Printing” klikken om de opdracht te pauzeren of hervatten.
7.4 Repetier-Host Basic 3D Printing 1. Het is mogelijk een 3D object aan te passen; zoals het vergroten of verkleinen, het draaien van X/Y/Z, het kopiëren, spiegelen of splitsen van een object. Na het aanpassen kunt u het beste op “Center Object” klikken om het object in het midden te plaatsen.
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd 7.5.1 Slic3rinstellingen Om de printinstellingen te bekijken klikt u op “Configuration”. Gevorderde gebruikers kunnen hun eigen print-/filament-/printerinstellingen invoeren. 7.5.1.1 Printinstellingen (Bijvoorbeeld “CoLiDo standard”) Lagen en perimeters Een kleinere laaghoogte zorgt voor een hogere printprecisie, maar langere printtijd. Met de optie “Spiral vase”...
Pagina 47
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd b. Infill Hogere fill density, maar een langere printtijd 4 fill patronen (zie afbeelding) Selecteer “Only infill where needed” om alleen de buitenste single perimeter te printen. Rechtlijnig Honingraat Lijn Concentrisch c. Skirt and brim Brim Skirt...
Pagina 48
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd d. Supportmaterialen “Generate Support Material” voegt automatisch een supportlaag toe. 45℃ Zodra de hoek van de overhang structure OA groter is dan de setting hoek, wordt sup- port automatisch toegevoegd. We adviseren 45 graden. Supportmateriaal interval Interface lagen en interval Patronen supportmaterialen Rechtlijnig...
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd 7.5.1.2 Filamentinstellingen (bijvoorbeeld “CoLiDo PLA_70”) a. Filament Stel de extruder- en heatedbed temperatuur in LET OP: Om de temperatuur aan te passen dient u op de pijltjes te klikken. Pas het cijfer niet direct aan. b.
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd 7.5.3 Printerinstellingen 7.5.3.1 Algemeen Wanneer u meerdere objecten tegelijk print, past u “Lift Z” aan van 0 naar 2-5 om te voorkomen dat het nozzle het object raakt. 7.5.3.2 Aangepaste G-Code Actie voor het afdrukken Actie na het afdrukken...
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd 7.5.4 Instellingen opslaan Om de gewijzigde instellingen op te slaan klikt u op “Save” en geeft u de instellingen een naam naar keuze. U kunt de aangepaste instellingen selecteren wanneer u een bestand gaat slicen. 7.5.5 Overige vaardigheden a.
Pagina 52
7.5 3D-printen met Reptier-Host: geavanceerd 7.5.3 CuraEngine It is another slicer software to convert 3D model to g-code. Stap 1: Selecteer “CuraEngine” Stap 2: Selecteer “Print Settings” en “Filament Settings” Stap 3: Klik op “Slice with CuraEngine” Om alle instellingen van CuraEngine te bekijken of aan te passen, klikt u op “Configuration”.
Hoofdstuk 8: onderhoud De Z-as draadstang en de X-as niet-aangedreven pulley smeren Smeer de Z-as draadstang en de X-as niet-aangedreven pulley nadat de printer ongeveer 50 uur heeft geprint. Volg onderstaand proces om de Z-as draadstang te smeren: Bereid het smeermiddel voor (niet meegeleverd bij printer). Draai de Z-as draadstang langzaam rond om het printbed omhoog of omlaag te bewegen.
Hoofdstuk 9: problemen verhelpen Verbruiksartikelen (filament) Wat is de standaard printtemperatuur Voor PLA is de standaard nozzletemperatuur 205°C en de standaard printbed- voor PLA en ABS? temperatuur 65-70°C. Voor ABS is de standaard nozzletemperatuur 220°C en de standaard printbed- temperatuur 100-110°C. Hoe moet ik filament opslaan wanneer de Als filament een langere tijd niet gebruikt wordt, kunt u de spoel het beste in een printer langere tijd niet gebruikt wordt?
Pagina 55
Hoofdstuk 9: problemen verhelpen Verbruiksartikelen (filament) Vraag Oplossing Controleer of de nozzle de ingestelde temperatuur bereikt. Het filament kan niet verwijderd worden Raadpleeg paragraaf 6.6 in deze handleiding. Wanneer de nozzle de uit de printkop, hoe verhelp ik dit? ingestelde temperatuur bereikt drukt u op de printkoparm en drukt u een stukje filament door de nozzle.
Pagina 56
Hoofdstuk 9: problemen verhelpen Verbruiksartikelen (filament) Vraag Oplossing Hoe komt het dat de Repetier-Host soft- Zorg ervoor dat de printer via de USB-kabel verbonden is met de computer en dat beide apparaten zijn ingeschakeld. ware geen verbinding met de 3D-printer kan maken, terwijl het programma correct Raadpleeg paragraaf 7.2 en zorg ervoor dat de juiste COM-poort geselecteerd is in de printerinstellingen.