Instellingen voor het flexibele geheugen
(berichten opslaan)
De Message Manager biedt zes flexibele geheugeninstellingen,
zodat u kunt aangeven wat voor berichten u wilt ontvangen.
1 . DOC:AAN , BER.:AAN
2 . DOC:AAN , BER.:BEANTW. Voor deze instelling moet er een extern
3 . DOC:AAN , BER.:UIT
4 . DOC:UIT , BER.:AAN
5 . DOC:UIT , BER.:BEANTW. Voor deze instelling moet er een extern
6 . DOC:UIT , BER.:UIT
Er worden zowel faxberichten als voicemail
opgeslagen. U kunt Fax Doorzenden en de
pagerfunctie gebruiken en faxen en voicemail vanaf
een ander toestel opvragen.
antwoordapparaat op de faxmachine zijn aangesloten.
(Raadpleeg Een extern antwoordapparaat
(ANTW.APP.) aansluiten op pagina 1-10.)
Faxberichten worden in het geheugen van de Message
Manager opgeslagen, maar voicemail wordt op het
externe antwoordapparaat opgenomen. U kunt uw
voicemail op het externe antwoordapparaat opvragen.
Met deze instelling kunt u de pagerfunctie niet voor
voicemail gebruiken.
Het hele geheugen wordt voor het opslaan van
faxberichten gereserveerd. Er wordt geen voicemail
opgeslagen.
Het hele geheugen wordt voor het opslaan van
voicemail gereserveerd—er worden geen faxberichten
opgeslagen. Inkomende faxen worden op papier
afgedrukt. U kunt de pagerfunctie gebruiken en uw
voicemail vanaf een ander toestel opvragen.
antwoordapparaat op de faxmachine zijn aangesloten.
Inkomende faxen worden niet in het geheugen
opgeslagen, maar op papier afgedrukt. Voicemail
wordt op het antwoordapparaat opgeslagen.
Inkomende faxen worden niet in het geheugen
opgeslagen, maar op papier afgedrukt. Voicemail
wordt niet in het geheugen opgeslagen.
MESSAGE MANAGER 8 - 2