•
Voordat de wegwerpset voor één patiënt (SPAT) op de patiënt aangesloten
wordt, moet vóór het injecteren worden gecontroleerd of alle afsluitkranen
en open poorten naar de lucht toe gesloten zijn en of alle lucht uit het
vloeistoftraject is verwijderd. Als de afsluitkraan voor de afvoerpoort verkeerd
wordt gebruikt of als een vloeistofpoort naar de lucht toe open is gelaten,
neemt het risico toe dat er lucht in het vloeistoftraject komt.
•
Verifieer dat er geen lucht zit in de slang tussen de druppelkamer en de
vloeistofbron.
•
Verifieer vóór een poging tot injecteren dat het vloeistoftraject open is en
geen lucht bevat.
1.
Druk op "Purge" (ontluchten).
2.
Druk op de blauwe en groene knop "Purge" (ontluchten) om het ontluchten van
de contrastlijn en zoutoplossingslijn te starten. Tik terwijl het systeem bezig is met
ontluchten tegen de zoutoplossingsaansluiting tussen de MPAT en de SPAT en tik
tegen de afvoerpoort om alle lucht te verwijderen.
OPMERKING:
Om het verwijderen van lucht uit de zoutoplossingsaansluiting
tussen de SPAT en de MPAT te bevorderen, moet u de
zoutoplossingslijn uit de luchtdetector verwijderen en de
MPAT/SPAT-aansluiting omhoog houden onder een hoek van
meer dan 30 graden terwijl u tegelijkertijd het aansluitpunt
tijdens het ontluchten lichtjes aantikt. Steek de zoutoplossingslijn
terug in de luchtdetector en sluit de klep.
3.
Herhaal indien nodig de stappen hierboven, totdat alle lucht is verwijderd.
9 - 63
9 - Set-up