Gebruikershandleiding
6. Stel het volgende in.
❏ documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
❏ Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
❏ Papiertype: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
❏ Kleur: Selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking:
Wanneer u wilt afdrukken op enveloppen, selecteert u Liggend als instelling bij Afdrukstand.
7. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
8. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
"Beschikbaar papier en capaciteiten" op pagina 18
&
"Papier laden in de Papiertoevoer achter" op pagina 19
&
"Uitleg bij de printerdriver voor Windows" op pagina 65
&
"Lijst met papiertypes" op pagina 18
&
Basisprincipes van printer - Mac OS X
Opmerking:
Toelichtingen in de sectie gebruiken TextEdit als voorbeeld. Bewerkingen en schermen kunnen verschillen afhankelijk van de
toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
Afdrukken
d
om het afdrukvenster te vergroten.
25