voetgangersoversteekplaats en of rijden langs drukke wegen etc, dient stapvoets te
worden gereden.
11. Er dient altijd met gepaste snelheid te worden gereden, af hankelijk van de
omstandigheden.
Hellingen en remmen
1. In een aantal gevallen kan, indien deze handleiding niet juist wordt gevolgd, een
gevaarlijke situatie ontstaan voor gebruiker en passagiers van de Racer met
betrekking tot het nemen van hellingen.
2. Voor hellingen van 5% of meer zijn de remmen niet berekend. Bij hellingen die erg
lang of steil zijn, kunnen de remmen heet lopen en de motor kan overbelast raken
zodat er def ecten optreden.
3. Het voorgaande punt met betrekking tot hellingen geldt ook voor af dalingen.
4. Let op dat bij het af dalen van een helling de snelheid toeneemt.
5. Let op: Bij wegen waar olie, modder, zand of bladeren op het wegdek liggen kan de
remweg langer zijn. Dit geldt ook voor een ongelijk wegdek (kuilen/gaten) en
winterse omstandigheden.
Bochten
1. Haakse en scherpe bochten
omstandigheden:weg
kantelgevaar te voorkomen.
Accu
1. Bewaar de batterij bij een temperatuur onder de 25°C
2. De batterij dient minimaal 30% en maximaal 80% opgeladen te zijn.
3. Advies: De accu kan veilig worden opgeladen in de brandveilige kof f er, die als optie
bij de handbike kan worden aangekocht.
4. Advies: De accu kan in de brandveilige kof f er worden bewaard, indien eindgebruiker
hierover beschikt.
5. Zorg dat de batterij bij gebruik niet onder de 30% ontladen wordt
6. Gebruik enkel originele opladers (geen snelladers)
7. Houdt zicht op de accu tijdens het opladen; nooit 's-nachts opladen in verband met
brandgevaar bij oververhitting.
8. Indien 1 cel van de lithium batterij in brand vliegt, vliegen de andere cellen ook in
brand.
9. Een lithium batterij is extreem lastig te blussen; bij brand direct 112 bellen.
10. Een def ecte batterij kan lekken en dampen af geven. Ook kunnen er vonken
ontstaan of kan de batterij kan sterk ruiken en extreem heet worden. In een van
deze gevallen de batterij loskoppelen.
11. Als een apparaat met een lithium ion batterij lekt, overmatig heet wordt, sterk
ruikt, rook produceert of vonken produceert is het mis. Als u een van de genoemde
signalen waarneemt is het belangrijk dat u het apparaat loskoppelt van de lader en
naar buiten verplaatst. Let op dat u het apparaat niet in de buurt van brandbare
materialen plaatst en bel vervolgens 1-1-2.
12. Vervang beschadigde opladers.
13. Bij aanschaf van de Racer dient de dealer de juiste gegevens te verschaf f en aan
ROAM Special Cycles BV over het gebruik en de toepassing.
dienen
met gepaste snelheid
en
lichamelijke
mogelijkheden)
8
(af hankelijk van de
te
worden
genomen
om