Inhoudsopgave
Advertenties
2.
Steek de ethernet-kabel in de poort.
3.
Sluit het andere eind van de kabel aan op het netwerk van de printer, zoals een hub.
Wanneer de printer is ingeschakeld kunt u de LED's op de ethernet-poort controleren.
1.
Indicator (groen)
Brandt wanneer de printer correct verbonden is met het netwerk.
Indicator (geel)
2.
Brandt wanneer de printer gegevens verzendt of ontvangt via het netwerk.
4.
Sluit het poortpaneel.
Het kan zijn dat netwerkinstellingen gewijzigd moeten worden afhankelijk van de netwerkinterface die
u gebruikt.
Zie de sectie "Het menu [Hostinterface] gebruiken" voor informatie over de instellingen die
gespecificeerd kunnen worden en hun standaard fabrieksinstellingswaarden.
Software |
75
Advertenties
Inhoudsopgave
