Voorzichtig
• Verwijder GEEN inktcartridges wanneer u ze
niet hoeft te vervangen. Als u dit toch doet, kan
dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de
machine niet hoeveel inkt er nog in de
cartridge zit.
• Schud de inktcartridges NIET. Als de inkt
vlekken op uw huid of kleding achterlaat, was
deze dan onmiddellijk met zeep of een
wasmiddel.
• Het is beter de cartridges NIET herhaaldelijk te
plaatsen en te verwijderen. Anders kan er inkt
uit de cartridge sijpelen.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd hebt, moet u nadat de cartridge
op de juiste plaats geïnstalleerd is de printkop
diverse keren reinigen. (Zie De printkop
reinigen in Bijlage B van de
gebruikershandleiding.)
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na het
openen in de machine en verbruik deze binnen
zes maanden na de installatie. Gebruik
ongeopende inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de cartridgeverpakking
vermeld is.
• De inktcartridge NIET openmaken of ermee
knoeien, want daardoor kan de cartridge inkt
verliezen.
• De multifunctionele machines van Brother zijn
ontworpen om te werken met inkt van een
bepaalde specificatie en leveren optimale
prestaties indien gebruikt met originele
inktcartridges van Brother. Brother kan deze
optimale prestaties niet garanderen indien inkt
of inktcartridges van andere specificaties
gebruikt worden. Het gebruik van cartridges
anders dan originele cartridges van Brother of
het gebruik van cartridges die met inkt van
andere merken zijn gevuld, wordt derhalve
afgeraden op deze machine. Indien de printkop
of andere delen van deze machine wordt
beschadigd als gevolg van het gebruik van
incompatibele producten voor deze machine,
dan is het mogelijk dat enige reparaties die
nodig zijn als gevolg daarvan niet door de
garantie worden gedekt.
De machine installeren
12
Afdrukkwaliteit controleren
1
Nadat het reinigen voltooid is, wordt op het
LCD-scherm het volgende weergegeven:
Plaats papier en druk
2
Zorg dat er papier in de papierlade zit.
Druk op Kleur Start.
De machine begint de testpagina af te drukken
(alleen wanneer de inktpatronen voor de eerste
keer worden geïnstalleerd).
3
Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op de testpagina.
(zwart/geel/cyaan/magenta)
Onjuiste configuratie
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier
niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog
nat zijn en op uw vingers vlekken.
4
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Kwaliteit OK?
i druk op 1
Ja
Nee i druk op 2
11