Als uw computer een geheugenmodule ondersteunt, plaatst u de module in de DIMM 1-sleuf. Als uw
computer twee geheugenmodules ondersteunt, plaatst u eerst een geheugenmodule in de DIMM 1-sleuf en
de andere vervolgens in de DIMM 2-sleuf. Zie 'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 4 voor de locaties
van de sleuven.
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
3. Verwijder de kap van de computer. Zie 'Computerkap' op pagina 61 voor meer informatie.
4. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'Bodemafdekplaat' op pagina 79 voor meer informatie.
5. Vervang de geheugenmodule.
a. Open de geheugenmoduleklem.
Figuur 65. De geheugenmoduleklem openen
b. Verwijder de geheugenmodule.
Figuur 66. De geheugenmodule verwijderen
80
P330 Tiny Gebruikershandleiding