8.
Druk op de [Escape] toets.
(Opmerking)
§
Als er na de aanpassing nog steeds strepen verschijnen, pas de waarde dan telkens met 1 aan en
voer dan "Aanpassing" uit.
§
Als er zwarte strepen verschijnen, verhoog dan de aanpassingswaarde.
§
Als er witte strepen verschijnen, verlaag dan de aanpassingswaarde.
Blijf de waarde aanpassen en "Aanpassing" uitvoeren totdat de zwarte of witte strepen zijn
§
verdwenen.
Registratie
Volg de onderstaande procedure om in te stellen waar het printen begint op het papier in de papierladen na het
controleren van het geprinte testpatroon.
1.
Druk op de [ /Menu] toets.
2.
Druk op de [ ] of [ /menu] toets om [Onderhoud] weer te geven en druk dan op de [#Enter] toets.
Menu:
Onderhoud
3.
Druk op de [ ] of [ /menu] toets om [Registratie] weer te geven en druk dan op de [#Enter] toets.
Onderhoud:
Registratie
4.
Druk op de [ ] of [ /menu] toets om [Pr.testpatroon] weer te geven en druk dan op de [#Enter]
toets.
Registratie:
Pr.testpatroon
5.
Druk op de [ ] of [ /menu] toets om een papierlade te selecteren en druk dan op de [#Enter] toets.
Pr.testpatroon:
Lade 1
Er wordt een testpatroon geprint om beginpositie voor het printen aan te passen.
Controleer de optimale aanpassingswaarden op het geprinte testpatroon.
6.
Vouw het testpatroonblad in de lengte dubbel.
Gebruik van het bedieningspaneel voor printerinstellingen | 60