Alle opnamen afdrukken
1
Selecteer [Print All] door op de vierwegbesturing (23) te drukken.
2
Druk op de OK-knop.
Het scherm voor het afdrukken van alle opnamen
verschijnt.
Gebruik de vierwegbesturing (45) om de
opnamen te controleren.
3
Selecteer met de vierwegbesturing (23)
het aantal afdrukken.
U kunt het aantal afdrukken selecteren.
4
Druk op de Q Weergaveknop om O (aan) of P (uit) te selecteren.
O(On)(aan) : de datum wordt afgedrukt.
P(Off)(uit)
5
Druk op de OK-knop.
Er kunnen afdrukken worden gemaakt op basis van de instellingen.
Het bericht "Continue printing ?" (Doorgaan met afdrukken?) verschijnt nadat de
opname is afgedrukt. Druk op de OK-knop om terug te gaan naar stap 3 en door
5
te gaan met afdrukken.
Druk op de Menuknop om het afdrukken tussentijds te stoppen.
Afdrukken op basis van ingestelde afdrukopties (DPOF)
1
Selecteer [DPOF AUTOPRINT] door op
de vierwegbesturing (23) te drukken.
2
Druk op de OK-knop.
Het scherm voor afdrukken met DPOF-
instellingen verschijnt.
Controleer de opnamen en de instellingen van
de afdrukopties met de vierwegbesturing (45).
3
Druk op de OK-knop.
De geselecteerde opname wordt afgedrukt met de afdrukopties die voor deze
opname zijn ingesteld.
Het bericht "Continue printing ?" (Doorgaan met afdrukken?) verschijnt nadat de
opname is afgedrukt. Druk op de OK-knop om terug te gaan naar stap 3 en door
te gaan met afdrukken.
Druk op de Menuknop om het afdrukken tussentijds te stoppen.
86
: de datum wordt niet afgedrukt.
100-0001
P r i n t a l l i m a g e s
C o p i e s
01
D a t e
T o t a l
20
E x i t
E x i t
E x i t
D a t e
D a t e
D a t e
MENU
OK
100-0001
P r i n t w / D P O F s e t t i n g s
C o p i e s
05
10
T o t a l
MENU
E x i t
E x i t
E x i t
OK
P r i n t
P r i n t
P r i n t
P r i n t
P r i n t
P r i n t