Handleiding CT2
12.11 Tabblad Systeem.
12.11.1 Algemene instellingen:
12.11.2 Serie nummer
Hier staat het interne apparaatnummer in opgeslagen, deze ligt vast in de hardware kan niet gewijzigd wor-
den.
12.11.3 Toestelnaam
In het 'Toestelnaam' veld kan een naam ingevuld worden, dit wordt in het geheugen van het ct2 toestel be-
waard.
12.11.4 Invoerveld adrescode
In het veld adrescode kan de meldcode worden ingevuld die verstuurd wordt bij alarmering.
12.11.5 Invoerveld ack/reset code
Indien Algemene instellingen optie 20 (Alarmering via spraakbericht afsluiten met bevestigingscode) is geac-
tiveerd kan hier de code worden ingevuld die ingetoetst moet worden om de alarmering af te sluiten.
12.11.6 Invoerveld Tekstbericht
U kunt in dit invoerveld een algemene SMS tekst invullen die bij alarmering wordt meegestuurd.
Schakel hiervoor bij Instellingen per alarmoorzaak Optie 12 (stuur gebruikerstekst naar sms indien ingevuld)
in om de tekst in het alarmbericht mee te sturen.
12.11.7 Telefoonlijninstellingen
12.11.8 Invoerveld prefix
Om voor elk telefoonnummer automatisch een nummer te kiezen kan hier een nummer worden ingevuld.
De prefix geldt alleen voor de POTS.
12.11.9 Invoerveld Prefix pauze
Na het kiezen van de prefix kan een wachttijd worden ingesteld. Vul de wachttijd, indien nodig, in seconden in.
12.11.10 Invoerveld landcode
Voor de gsm kan in dit invoerveld centraal een landcode worden ingesteld.
Bij 'bestemmingen' hoeft de landcode dan niet meer voor elk mobiel telefoonnummer ingevuld te worden.
12.11.11 Invoerveld telefoonnummer
In het 'Telefoonnummer' invoerveld kan het terugbelnummer worden ingevuld dat gebeld moet worden na
alarmering via het SCAIP protocol.
12.11.12 De instellingen voor GSM module:
12.11.13 Invoerveld SIM pincode
In dit invoerveld kan de pincode van de interne Simkaart worden ingevuld.
Is er geen beveiliging op de simkaart geactiveerd dan is dit invoerveld niet van toepassing.
12.11.14 Invoerveld GSM nummer
In het 'GSM nummer' invoerveld kan het terugbelnummer worden ingevuld dat gebeld moet worden na alar-
mering via het SCAIP protocol.
Pagina 30
NL-V1.31