13.3
In bedrijfstellen van de ct'1
Plaats niets op het alarmtoestel en dek nooit de luidspreker af. Houd draadloze dect telefoons op
een afstand van 40cm om storingen te voorkomen. Let op dat de bedientoetsen altijd bereikbaar
zijn. Test na de installatie altijd of een alarmoproep met de alarmknop werkt en verstuur (als
de automatische controlemelding is geactiveerd) handmatig een controlemelding, zie hoofdstuk 10.
Controleer of tijdens een alarmmelding de overige aangesloten telefoons onderbroken worden.
Test ook de werking van de zender op verschillende plaatsen in de woning waar het toestel geïn-
stalleerd is.
13.4
Gebruik als 1-toetsapparaat
Als de welzijnstoets en af-/ aanwezig toets niet gebruikt worden, kunnen deze afgedekt worden met
een optioneel leverbaar afdekklepje. Met de bijbehorende schroef kan het klepje vanuit de achter-
kant van de ct'1 vastgeschroefd worden.
De optie 1-toets apparaat moet dan ingeschakeld worden (optie 36=1).
14 Speciale uitvoeringen
14.1
Externe in- en uitgangen
De ct'1 is standaard voorzien van een uitgang voor een flitslicht (pin 4). D.m.v. de aan de achterkant
bevindende 8-polige aansluiting kunnen verschillende ingangssignalen aangesloten worden zoals
rookmelders of een servicetoets. Hierbij is COM (pin 1) de gemeenschappelijke aansluiting. Een
potentiaalvrij contact kan tussen COM (pin 1) en EXT2(pin 2) en/of COM(pin 1) en EXT1(pin 3) aan-
gesloten worden. Overige speciale uitvoeringen zijn op aanvraag leverbaar.
Handleiding ct'1
Pagina 27
NL-117-1.1