Corvus PKE
6.2
Aankoppelen van de bovenste
stuurstang
LEt oP!
Breng de bovenste stuurstang (3)
zodanig aan, dat deze in de werk-
stand in richting machine
enigszins naar boven staat
of evenwijdig staat met de onder-
ste stuurstangen (1).
Hiermee wordt een prak-
tisch parallelle besturing van
de machine bereikt. Ook de car-
danas zal dan rustig draaien bij
het uittillen van de machine kort
boven de grond.
De schuinte kan worden gewijzigd door
de bovenste stuurstang in positie A of B
te steken.
► Plaats de bovenste stuurstang (4) in het
gekozen boorgat (afb.31, A of B).
► Voer de torderingsbeveiliging
van de stekker (c) in het
tegenovergestelde boorgat in.
► Beveilig de bovenste stuurstang
met de borgpen (5).
► Bovenste stuurstang (3) aan de stekker
koppelen en vergrendelen.
Let er bij het aankoppelen op, dat
de vergrendeling (d) goed vastklikt.
► Zet de rotorkopeg horizontaal door
de lengte van de bovenste stuurstang
te verstellen.
Technische wijzigingen voorbehouden
Aankoppelen van de machine
Afb. 31;
Positie bovenste stuurstang
3
1
Afb. 32;
Aankoppelen van de bovenste
stuurstang
5
Afb. 33;
Aankoppelen van de bovenste
stuurstang
Afb. 34;
Rotorkopeg uitrichten
01.2012
A
B
4
c
d
3
35