7.3 Oliecontrole
Lees de bedieningshandleiding van de motorfabrikant.
WAARSCHUWING!
Schakel de motor uit en laat hem afkoelen. De machine moet beveiligd zijn tegen onbedoeld starten.
BELANGRIJK!
Als de motor met onvoldoende oliehoeveelheid wordt gebruikt, kan dit tot ernstige motorschade leiden.
Er mogen alleen door de fabrikant aanbevolen oliën worden gebruikt.
Brandstoftank
1) Brandstof- en olietank bij de B&S-motor
2) Oliepeilstok B&S-motor.
- Verwijder de olievuldop en veeg de oliepeilstok
schoon.
- Steek de oliepeilstok in de olievulopening en
schroef deze in. Neem de oliepeilstok eruit en con-
troleer het oliepeil. De olie moet tot de FULL-mar-
kering staan.
- Vul bij een laag oliepeil aanbevolen olie tot aan
de FULL-markering bij.
Vultoestand, zie markeringen op de peilstok.
Oliepeilstok
bovenste peil
Oliepeilstok
1) Brandstof- en olietank bij de Honda-motor
2) Oliepeilstok Honda-motor.
- Verwijder de olievuldop en veeg de peilstok
schoon.
- Steek de oliepeilstok in de olievulopening maar
schroef deze niet in. Neem de oliepeilstok eruit
en controleer het oliepeil. De olie moet tot aan de
bovenste markering staan.
- Vul bij een laag oliepeil aanbevolen olie tot aan
de bovenste markering bij.
Vultoestand, zie markeringen op de peilstok.
31
Onderhoud
Brandstoftank
bovenste peil