5. Originelen scannen
De scanbestemming opgeven met de
sneltoetsen of de toets [Pauze/Redial] (alleen
SP 320SFN en SP 325SFNw)
In dit onderdeel wordt beschreven hoe een bestemming kan worden opgegeven met behulp van de
volgende toetsen:
• Snelkiestoetsen
Gebruik deze om bestemmingen op te geven die als snelkeuzebestemmingen zijn geregistreerd.
• [Pauze/Redial]-knop
Druk hierop om de laatst gebruikte bestemming op te geven als de bestemming voor de huidige
taak.
De sneltoetsen gebruiken
Druk op de sneltoets waaronder de gewenste snelkeuzebestemming is geregistreerd.
Druk op de [Shift]-knop om snelkeuzebestemmingen te gebruiken met nummer 5 t/m 8.
De [Pauze/Redial]-knop gebruiken
Druk op de [Pauze/Redial]-knop om de laatst gebruikte bestemming te selecteren.
122
DSG147
DSG148