1 Veiligheid 1.1 Gebruikte signaalwoorden en waarschuwingsaanwijzingen Volgende symbolen tonen u, dat ¾ een handeling dient te gebeuren 9 een voorwaarde vervuld dient te zijn. Waarschuwing Levensgevaar door elektrische spanning. Voor elektrische spanning wordt door het hiernaast staande symbool gewaarschuwd. Waarschuwingsaanwijzingen zijn afgelijnd door horizontale lijnen.
1.4 Persoonlijke voorwaarden Gemachtigde vaklui De elektrische installaties dienen uitgevoerd te worden volgens de huidige VDE voorschrif- ten alsook de voorschriften van uw plaatselijke EVU. Deze handleiding veronderstelt vak- kennis, die overeenstemt met het door de overheid erkende afsluiting van een opleiding in één van de volgende beroepen: 3 monteur van elektrische installaties of elektricien overeenstemmend met de in de Bondsrepubliek Duitsland officieel vermelde beroepsom-...
2 Uitvoeringen 2.1 Leveringsomvang Cool Fuse Pairing Power Pump Boiler Master 2.2 Aanduidingen en bedieningselementen Cool Fuse Power Pump Boiler Master Pairing Nr. Name Functie Fuse Rood Licht op bij defect van de zekering syBUS Geel Toont activiteit van de syBUS, begint bij schrijven op microSD-card te knipperen Error Rood...
2.3 Aansluitingen 230 V pump boiler HZ 1 HZ 2 HZ 3 HZ 4 HZ 5 HZ 6 HZ 7 HZ 8 System BUS 24V A B GND L TB 2 3 4 7 8 9 13 14 Aansluiting Functie Beschermingslei- Aansluitingen voor de aarding ders 1 en 2...
3 Installatie 3.1 Montage 3.1 Montage Waarschuwing Levensgevaar door elektrische spanning Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden in spanningsvrije toestand. 230 V 230 V elektr. aansluiting, zie hoofdstuk 3.2 3.2 Elektrische aansluiting Waarschuwing Levensgevaar door elektrische spanning Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden in spanningsvrije toestand. De bedrading van een regeling voor naregelingen hangt af van individuele factoren en dient zorgvuldig gepland en gerealiseerd te worden door de installateur.
3.2.7 Gebruik van een veiligheidstemperatuurbegrenzer 230 V pump boiler HZ 1 HZ 2 HZ 3 HZ 4 HZ 5 L TB Aansluiting van een veiligheidstemperatuurbegrenzer (1), externe toelevering. Deze scha- kelt de pomp uit en schakelt de ingang TB in, wanneer te hoge voorlooptemperaturen van de vloerverwarming herkend worden.
4 Inbedrijfstelling 4.1 Eerste inbedrijfstelling In de eerste 30 minuten na het inschakelen van de netspanning bevindt het basisstation zich in de installatiemodus. In deze modus worden de streef- en reële temperaturen vergeleken, alle verdere functies zijn gedesactiveerd. Ligt de reële temperatuur onder de streeftemperatuur, wordt de aan het overeenkomstige kamerbedieningstoestel aangesloten uitgang aan het basisstation aangestuurd.
4.2 Basisstations met elkaar verbinden (Pairing) / van elkaar scheiden (verv.) Het scheiden van gepairde basisstations is als volgt mogelijk ¾ syBUS-toets van het basisstation, waarbij de pairing opgeheven dient te worden, gedurende 3 sec. indrukken, om de pairing-modus te starten. 9 De LED „syBUS“...
4.5 Systeemconfiguratie De configuratie van het basisstation gebeurt naar keuze via MicroSD kaart, de softwareop- pervlakken van de Ethernet-variante of de serviceniveaus van het kamerbedieningstoestel Funk Display. 4.5.1 Systeemconfiguratie met microSD kaart Via de EZR Manager SD card onder www.ezr-home.de kunnen individuele instellingen gebeuren en per microSD-kaart in het basisstation overgedragen worden.
Pagina 15
4.5.2 Configuratie met kamerbedieningstoestel Funk Display (verv.) Parameter Beschrijving Eenheid Paswoord bedieningsblokkering PIN vastleggen, wanneer par. 30 op geactiveerd 0000..9999 geplaatst Externe sensor aan het RBG Aanmelden van een bijk. sensor voor het opstelen van Geen sensor=0 aangesloten de vloertemperatuur (FBH), de kamertemperatuur of Dauwpuntsen.=1 het dauwpunt Temp FBH=2...
4.5.2 Configuratie met kamerbedieningstoestel Funk Display (verv.) Parameter Beschrijving Eenheid Vorstbeschermingsfunctie Aansturing van de schakeluitgangen bij T <x°C Gedesactiveerd=0 Geactiveerd=1 Vorstbeschermingstemperatuur Grenswaarde voor de vorstbeschermingsfunctie [°C] Smart start Aanleren van het temperatuurverloop van de afzon- Gedesactiveerd=0 derlijke verwarmingszones Geactiveerd=1 Noodbedrijf Duur tot activering Duur tot activering van de noodbedrijfroutine [min]...
5 Beveiligingsfuncties en noodbedrijf 5.1 Beveiligingsfuncties Het basisstation beschikt over talrijke beveiligingsmaatregelen ter vermijding van schade aan het totale systeem. 5.1.1 Pompenbeveiligingsfunctie Ter vermijding van schade door langere stilstand wordt de pomp binnen voorgefinieerde tijdsruimten aangestuurd. Gedurende deze tijdsruimten licht de LED „Pomp“ op. 5.1.2 Ventielbeveiligingsfunctie In tijdsruimten zonder ventielaansturing (bijvoorbeeld buiten de verwarmingsperiode), worden alle verwarmingszones met aangemeld kamerbedieningstoestel cyclisch aange-...
6 Probleemverhelping en reiniging 6.1 Foutaanduidingen en -verhelping Cool Fuse Power Pump Boiler Master Pairing Signalisatie van de LED’s Betekenis Verhelping Fuse Duur in sec. ¾ Zekering vervangen Zekering defect (zie hoofdstuk 6.2) Fuse 9 Normaal regelbedrijf wordt Error / Pump Veiligheidstempera- automatisch na het onder- Duur in sec.
6.2 Zekering vervangen Waarschuwing Levensgevaar door elektrische spanning Basisstation staat onder spanning. ¾ Voor het openen van het basisstation steeds van het stroomnet scheiden en beveili- gen tegen toevallig opnieuw inschakelen. 6.3 Reiniging Voor het reinigen enkel een droog, oplosmiddelvrij, zacht doek gebruiken.
7 Buitenbedrijfstelling 7.1 Buitenbedrijfstelling Waarschuwing Levensgevaar door elektrische spanning Basisstation staat onder spanning. ¾ Voor het openen van het basisstation steeds van het stroomnet scheiden en beveili- gen tegen toevallig opnieuw inschakelen. ¾ Aan pomp- en ketelcontact aanwezige externe spanningen uitschakelen en beveiligen tegen per ongeluk opnieuw inschakelen.