2.6. De afstandsbediening gebruiken
2.6.1. Interface van de afstandsbediening
2.6.2. De robot controleren
Om een commando naar de robot te verzenden moet de afstandsbediening zodanig geplaatst worden dat de lens zich
in het water bevindt en op de antenne van de robot gericht is. De maximumafstand tussen de afstandsbediening en de
robot is 6 meter.
• De knop van de afstandsbediening (voorwaarts, achterwaarts, linksom of rechtsom draaien) indrukken en ingedrukt
houden om de robot te sturen. De knop loslaten om te stoppen.
• De lens aan de voorkant van de afstandsbediening gaat branden wanneer er een commando verzonden wordt, maar
deze bevestigt niet dat de robot het commando ontvangen heeft..
14
De afstandsbediening gebruiken voor:
• Het starten of stoppen van de reinigingscyclus,
• De robot voorwaarts en achterwaarts te bewegen en om linksom of rechtsom te
draaien,
• De functie "Lift System" te activeren om de robot uit het water te halen (zie "2.7.
De robot uit het water halen").
•
De afstandsbediening is waterdicht (max. 30 cm onder water gedurende
enkele seconden) en deze drijft.
•
Door de functies van de afstandsbediening te gebruiken stopt de
reinigingscyclus in uitvoering
Controlelampje toestand van de accu:
rood knipperen = de batterijen vervangen
De reinigingscyclus
starten/stoppen
Controleer de robot
op afstand
Activeer de
functie Lift System
om de robot uit
het water te halen