5.2.7
Gedetailleerd scherm met
weersafhankelijke curve
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd, wordt de
gewenste tanktemperatuur automatisch bepaald op basis van de
gemiddelde buitentemperatuur. Wanneer de buitentemperatuur lager
ligt,
moet
de
tanktemperatuur
waterleidingen kouder zullen zijn en omgekeerd.
De weersafhankelijke curves worden gedefinieerd door twee
instelpunten:
▪ Instelpunt (X1, Y2)
▪ Instelpunt (X2, Y1)
Weersafhankelijke curve:
Y
Y2
Y1
X1
X2
Mogelijke acties in dit scherm
Ga door de temperaturen.
Wijzig de temperatuur.
Ga naar de volgende temperatuur.
Bevestig de wijzigingen en ga verder.
Onderde
el
a
Mogelijke weersafhankelijke zones:
▪
: Verwarming primaire zone of secundaire zone
▪
: Koeling primaire zone of secundaire zone
▪
: Warm tapwater
X, X1, X2 Buitenomgevingstemperatuur
Y, Y1, Y2 Gewenste tanktemperatuur of aanvoerwatertemperatuur.
Het hier weergegeven symbool stemt overeen met de
warmteafgever voor die zone:
▪
: Vloerverwarming
▪
: Ventilatorconvector
▪
: Radiator
▪
: Warmtapwatertank
5.2.8
Configuratiewizard: Tank
Verwarmingsbedrijf
Het warm tapwater kan op 3 verschillende manieren bereid worden.
Deze manieren verschillen onderling door de manier waarop de
gewenste tanktemperatuur ingesteld wordt en hoe de unit hierop
reageert.
EAVH/X16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P556067-1 – 2018.10
hoger
zijn
aangezien
a
X
Beschrijving
#
Code
[5.6]
[6-0D]
de
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Instelpunt confort bedrijf
Alleen van toepassing als de productie van warm tapwater Alleen
geprogrammeerd of Geprogrammeerd + warmhouden is. Bij het
programmeren van het programma kunt u gebruik maken van het
comfortinstelpunt ingesteld als een voorgeprogrammeerde waarde.
Indien u later het opslaginstelpunt wilt wijzigen, hoeft u dit maar op
één plaats te doen.
De tank zal opwarmen tot de opslagcomforttemperatuur is bereikt.
Dit
is
de
hogere
opslagcomfortactie gepland werd.
Daarbij kan tevens een opslagstop geprogrammeerd worden. Dit
zorgt ervoor dat de tank stopt met opwarmen zelfs wanneer het
instelpunt NIET werd bereikt. Programmeer alleen een opslagstop
wanneer tankverwarming absoluut niet gewenst wordt.
#
Code
[5.2]
[6-0A]
Instelpunt Eco bedrijf
De opslageconomischtemperatuur duidt op de lagere gewenste
tanktemperatuur. Dit is de gewenste temperatuur wanneer een
opslageconomischactie gepland werd (liefst tijdens de dag).
#
Code
[5.3]
[6-0B]
Instelpunt warmhouden
Gewenste warmhoudentanktemperatuur wordt gebruikt:
▪ in de stand Geprogrammeerd + warmhouden, tijdens het
warmhouden: de gegarandeerde minimumtemperatuur van de
tank wordt ingesteld door het Instelpunt warmhouden min de
warmhoudenhysteresis. Indien de tanktemperatuur onder deze
waarde valt, wordt de tank opgewarmd.
▪ tijdens opslag comfort, om voorrang te geven aan de bereiding
van warm tapwater. Wanneer de tanktemperatuur boven deze
waarde stijgt, worden de bereiding van warm tapwater en
ruimteverwarming/koeling na elkaar uitgevoerd.
#
Code
[5.4]
[6-0C]
5.3
Menu Instellingen
U kunt bijkomende instellingen uitvoeren via het hoofdmenuscherm
en de submenu's. De belangrijkste instellingen worden hier vermeld.
5 Configuratie
Beschrijving
Verwarmingsbedrijf
▪ 0
Enkel
warmhouden:
warmhouden is toegestaan.
▪ 1: Geprogrammeerd + warmhouden:
De
warm
tapwatertank
opgewarmd volgens een programma
en tussen de geplande opwarmcycli,
het warmhouden is toegestaan.
▪ 2: Alleen geprogrammeerd: De tank
voor warm tapwater kan ALLEEN
volgens een programma opgewarmd
worden.
gewenste
temperatuur
wanneer
Beschrijving
Instelpunt confort bedrijf
▪ 30°C~[6‑0E]°C
Beschrijving
Instelpunt Eco bedrijf
▪ 30°C~min(50,[6‑0E])°C
Beschrijving
Instelpunt warmhouden
▪ 30°C~min(50,[6‑0E])°C
Installatiehandleiding
Enkel
wordt
een
19