GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000
Jaren
Banden op conditie/slijtage controleren en
eventueel op spanning brengen. Vervaldatum en
toestand lading snelle bandenreparatiekit
controleren (indien aanwezig)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren.
De vloeistofpeilen controleren en eventueel
bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Gebruik de diagnosestekker om de werking van
het motormanagementsysteem en de emissie te
controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
15
30
45
60
1
2
3
4
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
75
90
105
120
5
6
7
8
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
135
150
9
10
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
167