apparaat aangesloten is op de USB-aanslui-
ting.
USB-geheugen
Om het gebruik van een USB-geheugen te
vereenvoudigen is het beter alleen muziekbe-
standen in het geheugen op te slaan. Het
inlezen duurt aanzienlijk langer, wanneer er
behalve compatibele muziekbestanden nog
andere bestanden op het opslagmedium
staan.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning voor
draagbare media die werken met USB 2.0
en het bestandssysteem FAT32 en kan
1000 mappen aan met maximaal 254 sub-
mappen/bestanden in elke map. Een uit-
zondering daarop vormt het hoogste
niveau, dat tot 1000 submappen/bestan-
den kan bevatten.
N.B.
Bij gebruik van een langer USB-geheugen
wordt geadviseerd een USB-adapterkabel
te gebruiken. Dit om mechanische slijtage
aan de USB-ingang en het aangesloten
USB-geheugen tegen te gaan.
USB-hub
Er kan een USB-hub op de USB-aansluiting
worden aangesloten om op die manier meer-
dere USB-apparaten tegelijk aan te sluiten. U
kiest een USB-eenheid door in de normaal-
weergave van de USB-bron op OK/MENU te
USB-apparaat kiezen
drukken en
Mp3-speler
Veel mp3-spelers werken met hun eigen
bestandssysteem die niet ondersteund wor-
den door het Infotainmentsysteem. Om een
dergelijke mp3-speler te kunnen gebruiken
binnen het systeem, dient de speler in de
USB Removable device/Mass
stand
Storage Device
te staan.
®
iPod
®
Een iPod
wordt middels de aansluitkabel bij-
geladen en gevoed door de USB-aansluiting.
N.B.
Het systeem ondersteunt alleen de weer-
gave van audiobestanden van iPod
N.B.
Wanneer u muziek op een aangesloten
®
iPod
beluistert, hanteert het infotainment-
systeem een menustructuur vergelijkbaar
®
met die van de iPod
.
Gerelateerde informatie
•
Audiosysteem en media - systeembedie-
ning (p. 22)
•
Afspelen en navigeren bij externe audio-
bron* (p. 50)
03 AUDIO EN MEDIA
•
Geluidssterkte instellen voor externe
audiobron (p. 52)
te kiezen.
®
.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
49