Fig 1
Opmerking: Om het monteren van een nieuwe toorts op de
euroconnector van de machine te vergemakkelijken en om
schade aan de O-ring van de gasnippel te voorkomen, is het
mogelijk om heel lichtjes vet op de O-ring aan te brengen.
4.
Hou de toorts zo recht mogelijk en gebruik de draadinvoerknop
(nummer 13 - pagina 7) om de lasdraad 50mm vanaf het
uiteinde van de toortsliner door te voeren.
5.
Wanneer de lasdraad is gestopt kan u opnieuw de tiphouder,
gasverdeler, contacttip en mondstuk monteren op de toorts.
6.
Knip de lasdraad af tot binnen 5mm van de voorkant van het
mondstuk, dit zal de start van de lasboog makkelijker maken.
7.
Laat de drukarm van de draadaanvoer los en druk op de
gastestknop (nummer 13 - pagina 7). Controleer of de
gasstroom voldoende is voor uw lastoepassing. Plaats de
drukarm terug.
8.
Een eenvoudig en goedkoop hulpmiddel voor controle van
de gasstroom is de flow meter van Parweld - codenummer
806001.
5.4.4 Massakabel Aansluiting
Monteer de connector van de massakabel in de negatieve "-" aansluiting
op het voorpaneel van de machine en draai deze met de klok mee totdat
deze stevig vastzit.
Sluit de massaklem zo dicht mogelijk bij het te lassen punt aan op het
werkstuk en zorg voor een goede elektrische verbinding met blank
metaal.
5.4.5 Beschermgas Connectie
1.
Sluit de gasslang via de snelkoppeling aan op de gasinvoer
connector (aan de achterkant van de machine).
2.
Sluit het andere uiteinde van de gasslang aan op de
uitgangsaansluiting van de manometer. Gebruik een
manometer die geschikt is voor het type gas dat u gaat
gebruiken.
Opmerking De gasfles moet worden vastgezet zodat deze niet
kan vallen.
6.0 Werking
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een open-boogproces is het noodzakelijk om de
juiste oog-, hoofd- en lichaamsbescherming te gebruiken.
6.1 MIG Lassen
6.1.1 Synergisch MIG Lassen
Te gebruiken bedieningselementen
(7) 2T/4T functie - deze stelt de schakelaar in op kortstondig 2T
schakelfunctie of vergrendelde 4T schakelfunctie (voor langere
10
lasruns).
www.parweld.eu.com
(5) Keuzeschakelaar Draaddikte - Kies tussen de verschillende
Fig 2
draaddiameters.
(6) Keuzeschakelaar Materiaalsoort - Maak de keuze met welk
materiaalsoort u gaat werken.
(3) Stel de stroomregeling in op het gewenste niveau, hierdoor
wordt de lasspanning automatisch voor u aangepast. Als het
vermogensniveau te laag is, verhoog dan de snelheid. Is het
vermogensniveau te hoog, verlaag dan de snelheid. Aan de
binnenkant van de klep van de draadaanvoer bevindt zich een tabel
om u te begeleiden bij de aanbevolen instelling voor een bepaalde
materiaaldikte. (I)
Enkel bij XTM356I
schakelaar. Deze schakelaar zit in de draadaanvoerunit bij de burn
back regelknop en polariteitkering.
Zet de draadschakelaar op massieve draad.
Als u de spanningsregeling wil verminderen om de parameters fijn af
te stellen, kan u de spanning onafhankelijk verhogen of verlagen met
(4) de spanningsaanpassing. U kunt ook de inductantie aanpassen,
waardoor de boog van zacht naar hard verandert (11).
6.1.2 Handmatig MIG lassen
(5) Keuzeschakelaar voor draaddikte? Schakel tussen de
verschillende draadafmetingen naar de SPL-instelling.
(4) Spanningsinstelknop, maakt de aanpassing van de lasspanning
mogelijk.
(3) Stroominstelknop die de draadaanvoersnelheid regelt.
(11) Inductantieregeling die de gladheid van de boog regelt.
Gebruik voornamelijk de spannings - en stroom (draadsnelheid)
knoppen om aan te passen totdat u een stabiele boogconditie
bereikt.
6.1.3 Lassen met gevulde lasdraad
1.
2.
Opmerking: Controleer of de aandrijfrollen en toortsonderdelen
1.
2.
3.
Stel het gastype in met behulp van de
Het is mogelijk om te lassen met gevulde draad zonder
gas. Om dit te doen, moet u de machine-instelling als volgt
aanpassen aan de binnenkant van de draadspoel.
Zet draad type op Flux Cored (gevulde draad)
Stel de polariteit in op (-) negatief. (FIG 3) Sluit de massakabel
aan op de (+) positieve aansluiting aan de voorkant van de
machine. Selecteer de draaddiameter op het voorpaneel en pas
de draadsnelheid aan volgens het te lassen materiaal.
juist zijn voor de draaddiameter en het type dat wordt
gebruikt.
De optimale roldruk varieert met het type draad, draaddiameter,
oppervlaktecondities, smering en hardheid. Als algemene
regel geldt dat harde draden mogelijk meer druk nodig
hebben en zachte of aluminiumdraad minder druk dan de
fabrieksinstelling. De optimale stationaire rolinstelling kan als
volgt worden bepaald;
Druk het uiteinde van de toorts (mondstuk) tegen een vast
object dat elektrisch geïsoleerd is van de lasuitgang en hou de
toortsschakelaar enkele seconden ingedrukt.
Als de lasdraad 'opstropt' (het spreekwoordelijke kraaiennest),
blokkeert of breekt bij de aandrijfrol dan is de roldruk te groot.
Draai de instelknop een halve slag terug en leg een nieuwe
draad. Als de lasdraad slipt, draai dan de handmoer op de
centrale connector los en trek de lastoorts ongeveer 15cm naar
voren (van de machine weg). Er moet een lichte golving in de
blootliggende draad zichtbaar zijn. Als er geen golving is, is de
druk te laag. Draai de afstelknop een kwartslag vast, installeer
de lastoorts opnieuw en herhaal bovenstaande stappen.