6-
Bediening van het product
Lees eerst het deel
"Veiligheidsvoorschriften"!
Lees eerst het deel "Snelstartgids".
Toetsen
Aan/Uit-toets
Deze toets wordt gebruikt om de vaatwasser
in of uit te schakelen.
De machine schakelt in met geactiveerde
besparingsmodus. Het nummer van het
besparingsprogramma verschijnt in de
programma-indicator. In de Uit-stand
schakelen de indicators op het display uit.
Start/Pauze/Annuleer-toets
Met deze toets start, pauzeert of annuleert u
het gekozen programma.
Programmakeuze-toetsen
Met deze toets selecteert u het
wasprogramma dat u hebt bepaald uit de
tabel "Programmagegevens en gemiddelde
verbruikswaarden".
Uitstel-toets
Wordt gebruikt om de duur van het uitstel in
te stellen.
De machine voorbereiden
1. Open de deur van de vaatwasser.
2. Plaats de vuile vaat in de vaatwasser
volgens de instructies uit de
gebruikershandleiding.
3. Zorg dat de draaiende sproeiers aan de
boven- en onderkant van de vaatwasser
vrij kunnen draaien.
4. Doe voldoende wasmiddel in het
wasmiddelbakje.
5. Controleer of de indicators voor zout en
spoelmiddel oplichten en vul indien nodig
zout en/of spoelmiddel bij.
6. Sluit de deur van de vaatwasser.
32/NL
Programmakeuze
1. Druk op de Aan/Uit-knop om de
machine in te schakelen.
2. Raadpleeg de tabel
"Programmagegevens en gemiddelde
verbruikswaarden" om te bepalen welk
wasprogramma geschikt is voor uw
vaat.
3. Druk op de programmakeuzetoets
tot het nummer van het gekozen
programma verschijnt in de
programma-indicator.
Hulpfuncties
De wasprogramma's van de vaatwasser zijn
ontworpen om het beste reinigingseffect te
bewerkstelligen gebaseerd op het type vuil,
de mate van vervuiling en de eigenschappen
van de vaat.
De machine biedt hulpfuncties waarmee u
tijd, water en energie kunt besparen. Met
deze hulpfuncties kunt u de wascondities
afstellen op uw specifieke omstandigheden.
De hulpfuncties kunnen veranderingen
veroorzaken in de programmaduur.
Een aantal van de secundaire functies
kunnen niet samen worden gebruikt.
De hulpfuncties zijn niet geschikt voor
alle wasprogramma's. De indicator van
de hulpfunctie die niet compatibel is met
het programma wordt niet geactiveerd.
Hulpfuncties toevoegen aan een
programma:
1. Selecteer het gewenste
wasprogramma door te drukken op de
programmakeuzetoets.
2. Als u een hulpfunctie kiest bij het
geselecteerde wasprogramma dan
wordt het corresponderende symbool
getoond op het scherm. Als u nogmaals
drukt op de functietoets dan verdwijnt
het symbool en wordt de selectie
geannuleerd.