Hoofdstuk 6 Configuratie
6.1 Het meetinterval instellen
6.2 De monsterpomptijden instellen
6.2.1 Een test van de monsterpomp uitvoeren
Stel de tijd tussen reacties in om het meetinterval in te stellen.
1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) >
REACTION TIME (reactietijd).
2. Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
REACTION TIME
Toont de totale reactietijd (minuten en seconden) voor bedrijfsbereik 1
(reactietijd)
(standaard: 5m30s). De analyser berekent de totale reactietijd met de
OXIDATION PROGRAM (oxidatieprogramma) 1 in het menu SYSTEM
PROGRAM (systeemprogramma) .
INTERVAL
Stelt de tijd tussen reacties in. Opties: 0 (standaard) tot 1440 minuten
(1 dag).
Opmerking: Wanneer de analyser automatisch de reactietijd verhoogt
vanwege een hoog TIC- en/of TOC-niveau in het monster, trekt de
analyser de toegevoegde reactietijd af van de intervaltijd.
TOTAL (totaal)
Toont de totale reactietijd plus de intervaltijd.
Stel de tijden voor vooruit en achteruit voor de monsterpompen in.
Opmerking: Als de tijd vooruit of achteruit langer is dan de maximale tijd, past de analyser de
instelling van het meetinterval aan. De maximale tijden zijn gebaseerd op de instellingen van
SYSTEM PROGRAM (systeemprogramma) 1 (systeemprogramma 1).
1. Voer voor elke monsterstroom een monsterpomptest uit om de juiste tijden voor
vooruit en achteruit te bepalen. Raadpleeg
op pagina 53.
2. Select MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) >
SAMPLE PUMP (monsterpomp).
De standaard monsterpomptijden worden voor elke stroom weergegeven (standaard:
45 s vooruit, 60 s achteruit).
3. Voer de tijd voor FORWARD (voowaarts) in van de monsterpomptest.
De analyser stelt de REVERSE (omgekeerd) tijd in als de FORWARD (voowaarts) tijd
plus 15 seconden.
Opmerking: De REVERSE (omgekeerd) tijd voor een handmatige stroom wordt alleen
ingesteld als er een optionele handmatige bypassklep is geïnstalleerd. De handmatige
bypassklep stuurt het vorige steekmonster (of de kalibratiestandaard) uit de aftapleiding.
Voer een monsterpomptest uit om de juiste tijden voor het vooruit en achteruit bewegen
van de monsterpomp voor elke monsterstroom te bepalen.
1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > PROCESS
TEST (procestest) > SAMPLE PUMP TEST (test monsterpomp).
2. Selecteer een optie.
Optie
VALVE (klep)
Een test van de monsterpomp uitvoeren
Beschrijving
Hiermee stelt u de klep SAMPLE (monster) of MANUAL
(handmatig) in die voor de test wordt gebruikt. Als u bijvoorbeeld de
SAMPLE (monster) klep wilt selecteren, selecteert u STREAM
(stroom) 1.
53