● Eigenschappen van de uitgangsspanning
De isolatieweerstandsmeter moet de vereiste testspanning kunnen
behouden bij het leveren van een stabiele stroom van 1mA. Het minimum
toegelaten weerstandsniveau bedraagt 0.25M Ω voor de 250V test,
0.5M Ω voor de 500V test en 1M Ω voor de 1000V test.
● Principe de mesure de résistance d'isolement
Men bekomt de weerstandswaarde door een bepaalde hoogspanning op de
weerstand (isolatieweerstand) aan te leggen en door de stroom te meten
die erdoor vloeit.
Weerstandswaarde = Spanning/Stroom
RX = V / I
6-3 Continuïteitstest (Weerstandstest)
● Alvorens te meten de meetkring of de installatie testen om zeker te zijn dat
deze potentiaalvrij zijn (instructies punt 6.1).
● Om een elektrische schok te vermijden, enkel metingen uitvoeren op een
dode meetkring.
● Meet nooit wanneer het batterijcompartiment niet goed gesloten is.
◆
GEVAAR
— 30 —
Schaal 1000V/400M Ω
Schaal 500V/200M Ω
Schaal 250V/100M Ω