doordat de procedure wordt verlengd of doordat de procedure niet kan
worden voltooid.
•
Controleer eerst de kabels en vervang ze als ze gebarsten of
versleten zijn.
•
Als de kabel niet goed werkt, vervangt u deze.
•
Voedingsadapter model 6689. De voedingsadapter wordt normaliter
warm tijdens het gebruik of bij het opladen. Plaats de voedingsadapter niet
in het opbergvak van de standaard terwijl deze in gebruik is of wordt
geladen. Er is te weinig ruimte om de warmte adequaat af te voeren.
•
Ethernet. Sluit indien gewenst voor gebruik de ethernetkabel alleen aan
op de RJ45-ethernetpoortconnector van de Programmer model 3300.
Insteken of verwijderen van de ethernetkabel tijdens werking kan van
invloed zijn op netwerkfuncties. De RJ45-ethernetaansluiting van de
Programmer model 3300 is alleen bestemd voor LAN-gebruik (Local Area
Networking). Deze mag niet worden gebruikt voor verbinding via een
telefoonlijn.
•
Inductieve telemetrie. Het gebruik van de Programmer met alleen
batterijvoeding kan de telemetrieafstand verkleinen (van kop tot
geïmplanteerd apparaat). Gebruik zo nodig netvoeding om inductieve
telemetrie te verbeteren.
•
Batterijwerking tijdens langetermijnopslag . Verwijder de batterij om
ontladen te voorkomen bij het opslaan van de Programmer gedurende
lange perioden (bijv. maanden).
•
Nauwkeurigheid datum en tijd. Geen toegang kunnen krijgen tot een
tijdserver op afstand zou kunnen leiden tot verschillen in de tijd van de
Programmer. Als back-up kan de vertegenwoordiger van Boston Scientific
de tijd en datum handmatig instellen.
•
Patiëntgegevens. Patiëntgegevens kunnen maximaal 14 dagen op de
Programmer worden opgeslagen en de juiste voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om de Programmer te beschermen tegen
ongeautoriseerde toegang.
•
Verwijder alle patiëntgegevens uit de Programmer (raadpleeg de
Gebruikershandleiding Patient Data Management (model 3931) voor
instructies over verwijderen) voordat u de Programmer verzendt of
wanneer de Programmer aan uw directe toezicht wordt onttrokken.
•
Sluit alleen aan op bekende Bluetooth
dat patiëntgegevens naar ongewenste printers of apparaten worden
overgedragen.
•
USB-apparaten. USB-apparaten die zijn aangesloten op de Programmer
moeten worden gecontroleerd om de mogelijke introductie van malware te
beperken.
•
Batterijgebruik van externe apparaten. Door het gebruik van externe
apparaten (USB, beeldmonitor) raakt de batterij leeg. Gebruik geen
externe apparaten als de Programmer alleen op batterijvoeding werkt en
de indicator van het batterijniveau 25% of minder aangeeft, zodat de
Programmer langer blijft werken.
10
®
-apparaten om te voorkomen