Waarschuwing: De indicator knippert groen en geel als de
gasdetector zich in een waarschuwingsstatus bevindt.
Storing: De indicator knippert geel als er een storing in de
gasdetector wordt waargenomen.
Geblokkeerd: De indicator brandt constant geel als de gebruiker de
detector in de geblokkeerde stand heeft gezet voor onderhoud of
reparatie.
Alarm: De indicator knippert rood wanneer de gasconcentratie boven
het drempelalarmniveau ligt.
Alarm voor buiten bereik: De indicator knippert snel rood wanneer de
gasconcentratie boven de volledige schaal van de detector ligt.
Bluetooth-koppeling: De indicator knippert blauw wanneer de
gasdetector en een Android-apparaat via Bluetooth gekoppeld
worden.
Bluetooth verbonden: De indicator brandt constant blauw als er een
Bluetooth-verbinding is gerealiseerd en de detector zich in een
normale status bevindt.
Inbedrijfstelling
29