1
3
1. Pakking
2. Spuitboomklep
4. Verwijder de aanwezige pakking van de romp van
de klep (Figuur 5).
Opmerking: Bewaar de klem en de pakking.
5. Pak de vloeistofstroommeter, de pakking en de
wormklem.
6. Installeer de vloeistofstroommeter recht tussen
de mengklepdrager en de spuitboomklepdrager
zodanig dat de stromingspijl in de richting van de 3
spuitboomkleppen wijst (Figuur 6).
Opmerking: Zorg dat allebei de pakkingen correct
zijn gemonteerd.
2
1
3
1. Pakking
2. Vloeistofstroommeter
A. Monteer de aanwezige pakking in de
vloeistofstroommeter aan de kant die moet
worden aangesloten op de mengklep (Figuur 6).
B. Monteer de aanwezige wormklem over de
vloeistofstroommeter.
2
G013878
Figuur 5
3. Wormschroef
1
G01
Figuur 6
3. Wormschroeven
C. Plaats de vloeistofstroommeter in de juiste
positie, op gelijke hoogte met de romp van de
mengklep.
Opmerking: Bevestig de vloeistofstroommeter
op de romp van de mengklep door de klem vast
te zetten.
D. Monteer de nieuwe pakking in de open kant van
de behuizing van de vloeistofstroommeter.
E. Monteer de nieuwe wormklem over het open
uiteinde van de vloeistofstroommeter.
F. Breng de spuitboomklepdrager voorzichtig in
positie, op gelijke hoogte met de behuizing van
de vloeistofstroommeter (Figuur 7).
G. Bevestig de vloeistofstroommeter op de
spuitboomklepdrager door de klem vast te zetten.
7. Draai de bouten waarmee de omloopklep van de
spuitboom bevestigd is aan de montagebeugel vast.
8. Zoek de kabelboom van het spuitsysteem die naar
het verdeelstuk van de spuitboomklep loopt.
9. Zoek de ronde connector met een dop met de tekst
"flowmeter" (vloeistofstroommeter) erop.
10. Haal de dop eraf, zodat de aansluiting met drie
pennen vrijkomt en sluit deze aan op de draad van
3879
de vloeistofstroommeter.
11. Zet de borgringen vast, indien aanwezig.
12. Controleer of alle slangklemmen vast zijn gemaakt.
6
G013880
Figuur 7