Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mechanische Aansluiting; Aansluiting Van Het Hydraulische Deel - AES OMNI GO 400 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

4. INSTALLATIE IN EEN WATERTANK
De pomp mag op geen enkele manier worden aangesloten op het elektrische netwerk als
deze niet in de tank is geïnstalleerd of als er activiteiten met de pomp worden uitgevoerd,
omdat er een risico bestaat op rotatie van het drukwiel van de pomp.

4.1. Mechanische aansluiting

Bij het installeren van de pomp in een eerder gebruikte tank, kunnen er giftige en
schadelijke stoffen zijn. Om veiligheidsredenen moet het werk in de put worden begeleid
door een persoon buiten de put. Ook moet een persoon die in zo'n put werkt, over de
juiste beschermingsmiddelen beschikken. Afhankelijk van het gewicht van de pomp moeten
geschikte hijsinrichtingen worden gebruikt voor installatie. De pomp kan op twee manieren worden
gemonteerd:
- door een ketting of een geschikt touw vast te haken, waarvan het ene uiteinde aan de pomphendel
wordt bevestigd en het andere uiteinde aan de bovenrand van een opvangbak of tank. De
bevestiging van de bovenkant van de strop moet ervoor zorgen dat de pomp zo wordt geplaatst dat
deze zich op een gepaste afstand van de muren bevindt. Als de pomp is uitgerust met een vlotter,
moet rekening worden gehouden met de bewegingsvrijheid die gepaard gaat met de verandering
van het waterpeil. Het punt is dat de vlotter de wanden van de tank niet aanneemt.
- door op de bodem te plaatsen. Deze methode wordt niet verkozen omdat er een risico bestaat dat
de pomp omvalt en blokkeert door het ophopen van vaste onzuiverheden op de bodem van de tank.
Als het echter is toegestaan om de pomp op de bodem te plaatsen, moet deze worden beveiligd
tegen vallen. Houd er ook rekening mee dat elke keer dat de pomp wordt gestart, deze de neiging
heeft om om zijn as te draaien. De grond waarop de pomp zal worden gemonteerd, moet voldoende
hard zijn en het verdient de voorkeur dat de pomp niet direct op de bodem van de tank wordt
geplaatst vanwege de mogelijkheid van verstopping door afzettingen.

4.2 Aansluiting van het hydraulische deel

Bij gebruik van een buis moet deze de juiste diameter hebben voor de afvoermond van
WAARSCHUWING
een bepaald type pomp (informatie in tabel 1). De afvoerbuis moet zo worden gelegd
N
dat deze niet over de gehele lengte knikt. Het gebruik van een kleinere diameter, langere buis zal de
pompinstellingen verminderen. De pompuitlaat kan ook worden aangesloten met een stijve buis.
WAARSCHUWING
De pomp mag niet drooglopen!
N
WAARSCHUWING
Het is verboden vloeistoffen te verpompen met een temperatuur hoger dan 35 ° C
N
4.3 Elektrische aansluiting.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door bevoegd personeel en in
overeenstemming met de geldende voorschriften. De pomp kan alleen worden
aangesloten op een goed geaard netwerk. De groen/ gele geïsoleerde geleider is een
aardgeleider. De fabrikant is vrijgesteld van enige aansprakelijkheid voor schade aan personen of
eigendommen als gevolg van een gebrek aan aarding.
De pompmotor moet worden beschermd door een aardlekschakelaar met In niet groter
dan 30mA
Na de mechanische installatie van de pomp moet de kabel die haar van stroom voorziet
WAARSCHUWING
zodanig worden vastgezet dat enerzijds de vrijheid wordt gegarandeerd, dat wil zeggen
N
dat de kabel niet aan enige beperking wordt onderworpen, en aan de andere kant dat de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sp 550 autoSp 750 autoTipi 250 autoTipi 400 autoTipi 550 auto

Inhoudsopgave