Storing Zoeken
Foutmeldingen
Fout-
Nr. Omschrijving
melding
01
Overstroom interne remchopper Controleer de toestand van de externe remweerstand en de bedrading.
02
Overbelasting remweerstand
03
Overstroom aan de uitgang
04
Thermische overbelasting motor
(I2t)
06
Overspanning
U
07
Onderspanning
08
Te hoge temperatuur
koellichaam
U
09
Te lage temperatuur
10
Fabrieksinstellingen zijn
geladen
1 1
Externe fout
12
Optibus communicatie time-out
13
Rimpel tussenkringspanning te
hoog
14
Verlies van een ingangsfase
15
Overstroom aan de uitgang
16
Defecte thermistor op
koellichaam
17
Interne geheugenfout (IO)
4
18
4-20 mA signaal buiten bereik
19
Interne geheugenfout (DSP)
21
Motorstoring PTC-weerstand
22
Storing koelventilator (alleen
IP66)
Oplossing
De regelaar geeft een fout om de remweerstand te beschermen. Er is teveel
remenergie in de weerstand gestopt.
In een korte tijd een zeer grote verandering van de stroom. Controleer de
belasting en/of de motor/bekabeling. Controleer of de acceleratietijd
(P-03) niet te kort staat. Controleer of de motorparameters correct zijn
ingevoerd.
LET OP Na een O-I fout is er een korte wachttijd voordat de regelaar weer
gereset kan worden.
De regelaar heeft >100% van de waarde van P-08 (motorstroom) voor
een bepaalde tijd geleverd. De regelaar geeft een fout om de motor te
beschermen tegen overbelasting.
Controleer of de voedingsspanning correct is. Wanneer de motor snel
remt werkt hij regeneratief en komt er energie van de motor terug. Verleng de
deceleratie tijd (P-04), voeg een remweerstand toe (schakel de remchopper in
met P-34) of laat de motor vrij uitlopen.
De voedingsspanning is te laag of de voedingsspanning wordt
weggeschakeld. Controleer of er iets mis is met de voeding of met
componenten in het voedingscircuit.
De regelaar is te warm geworden. Controleer de omgevingstemperatuur.
Extra ruimte of koeling is noodzakelijk.
Wanneer de koelplaat een temperatuur bereikt van ‐10°C gaat de regelaar
in de fout. De temperatuur moet hierboven komen om te kunnen starten.
Een NC contact is geopend op digitale ingang 3. Wanneer een thermistor is
aangesloten op ingang 3: de motor is te warm geworden.
Controleer de communicatie tussen de regelaar en externe apparaten.
Controleer de parameter P-36 : adres, baudrate en time-out tijd van elke
regelaar.
Controleer of alle inkomende voedingsfasen aanwezig en in balans zijn.
Controleer de voedingsspanning en controleer of er geen onbalans is in de
fasen.
Controleer de motor en motorkabel op kortsluiting.
LET OP Na een hO-I fout is er een korte wachttijd voordat de regelaar weer
gereset kan worden.
Druk op de toets Stop. Neem contact op met uw leverancier als de storing
aanhoudt.
Controleer het analoge circuit.
Druk op de toets Stop. Neem contact op met uw leverancier als de storing
aanhoudt.
Aangesloten motorthermistor is oververhit, bedradingsaansluitingen en motor
controleren.
Controleer/vervang de koelventilator.