Afdekking 1 plaatsen.
De bout 2 inbouwen.
BANDEN
Bandenspanning controleren
WAARSCHUWING
Onjuiste bandenspanning
Verslechterde rijeigenschap-
pen van de motorfiets, verkor-
ting van de levensduur van de
banden
Zorg voor een correcte ban-
denspanning.
WAARSCHUWING
Zelfstandig openen van ver-
ticaal ingebouwde binnen-
ventielen bij hoge snelheden
Plotseling verlies van de ban-
denspanning
Ventieldopjes met rubber af-
dichting gebruiken en deze
goed vastschroeven.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
De bandenspanning aan de
hand van de volgende gege-
vens controleren.
Bandenspanning voor
2,5 bar (bij koude band)
Bandenspanning achter
2,9 bar (bij koude band)
Als de bandenspanning te laag
is:
Bandenspanning corrigeren.
De bandenspanning kan
worden bepaald met
de bandenspanningscontrole
(RDC). Deze waarden worden
altijd weergegeven met
een compensatie voor de
temperatuur en hebben altijd
betrekking op een luchttempe-
ratuur in de band van 20 °C.
Bij de bandenspanningsmeters
van tankstations vindt geen
temperatuurcompensatie
plaats, de gemeten banden-
spanning is afhankelijk van de
bandentemperatuur. Daarom
komen de daar gemeten
waarden meestal niet overeen
met de waarden die op het
193