2
Gebruik een boor van 3 mm (
boren.
3
Gebruik de meegeleverde schroeven
aan het montage-oppervlak te bevestigen.
4
Installeer de beugelsteunknoppen
het toestel.
5
Plaats het toestel in de beugelsteun en draai de
beugelsteunknoppen aan.
Het toestel verzonken monteren
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
Roestvrijstalen schroeven kunnen zich gaan binden wanneer ze
in het glasvezel worden geschroefd en te strak worden
aangedraaid. Garmin raadt het aanbrengen van zuurvrij
smeermiddel op schroeven aan voordat u deze installeert.
De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel te
monteren in uw dashboard.
1
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
2
Verwijder de beschermfolie van de zelfklevende achterzijde
van de sjabloon en breng deze aan op de locatie waar u het
toestel wilt monteren.
3
Maak met een boor van 9,5 mm (
in de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om
het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
4
Zaag met een decoupeerzaag of roterend gereedschap het
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
5
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
6
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
heel precies op maat te krijgen.
7
Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren
of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de
boorgaten op de sjabloon.
8
Als de montagegaten op het toestel niet zijn uitgelijnd,
markeert u de nieuwe locaties van de boorgaten.
9
Gebruik een boor van 3,2 mm (
boren.
10
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
11
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
12
Bedek indien nodig ongebruikte aansluitingen met de
bijgevoegde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen
contactpunten roesten.
13
Installeer de schuimrubberen pakking
van het toestel.
De delen van de rubberen pakking hebben een zelfklevende
strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat
u deze delen bevestigt aan het toestel.
2
1
/
inch) om de gaatjes te
8
om de beugelsteun
aan de zijkanten van
LET OP
3
/
inch) een of meer gaten
8
1
/
inch) om de gaatjes te
8
aan de achterzijde
14
Plaats het toestel in de opening.
15
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
meegeleverde schroeven
16
Bevestig de sierrand door deze op zijn plaats te klikken
rondom het toestel.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u dit toestel
op een voedingsbron en op andere Garmin toestellen aansluit.
• De voedings- en aardingsverbindingen naar de accu moeten
worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat deze veilig
zijn en niet kunnen losraken.
• De kabels zijn verpakt zonder de aangebrachte borgringen
zodat de kabels eenvoudig kunnen worden doorgevoerd. De
kabels moeten worden doorgevoerd voordat de borgringen
worden bevestigd.
• Na het bevestigen van een borgring op een kabel, moet u
ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de afdichtring
is aangebracht, zodat de voedings- of gegevensverbinding
niet kan losraken.
Voeding/NMEA
®
0183 kabel
• De kabelgeleider verbindt het toestel met voeding, NMEA
0183 toestellen en een lamp of een hoorn voor zichtbare of
hoorbare waarschuwingen.
• Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm² (22 AWG)
als de NMEA 0183 of alarmdraden moeten worden verlengd.
Onderdeel
Draadkleur
Rood
Zwart
Blauw
Bruin
Grijs
Paars
Oranje
Geel
De kabelgeleider verbinden met voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
.
Draadfunctie
Aan/uit
Aarding (voeding en NMEA 0183)
NMEA 0183 interne poort 1 Tx (uit)
NMEA 0183 interne poort 1 Rx (in)
NMEA 0183 interne poort 2 Tx (uit)
NMEA 0183 interne poort 2 Rx (in)
Accessoire ingeschakeld
Alarm laag