Fundamentele veiligheidsinstructies
Gebruik van het instrument voor een ander doel dan hier beschreven, veroorzaakt gevaar voor
de veiligheid van mensen en voor het gehele meetsysteem en is daarom verboden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeerd gebruik of gebruik
niet conform de bedoeling.
2.3
Arbeidsveiligheid
Als gebruiker bent u verantwoordelijk voor het aanhouden van de volgende
veiligheidsvoorwaarden:
• Installatierichtlijnen
• Lokale normen en regelgeving
2.4
Bedrijfsveiligheid
Voor de inbedrijfname van het complete meetsysteem:
1.
Controleer of alle aansluitingen correct zijn uitgevoerd.
2.
Waarborg dat de elektrische kabels en slangaansluitingen niet zijn beschadigd.
3.
Gebruik geen beschadigde producten en beveilig deze tegen onbedoelde inbedrijfname.
4.
Label beschadigde producten als zijnde defect.
Tijdens bedrijf:
‣
Indien fouten niet kunnen worden opgelost:
Producten moeten buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onbedoelde
inbedrijfname.
2.5
Productveiligheid
2.5.1
State of the art
Het product is ontworpen om te voldoen aan de meest recente veiligheidsvoorschriften, is
getest en heeft de fabriek verlaten in een bedrijfsveilige toestand. De relevante regelgeving en
Europese normen zijn aangehouden.
2.5.2
Transport en opslag
‣
Alle sensoren zijn afzonderlijk getest en worden in eigen verpakking geleverd.
‣
Sensoren moeten worden opgeslagen in een droge ruimte bij een temperatuur van
0 ... 50 °C (32 ... 122 °F).
6
CPS47D/77D/97D
Endress+Hauser