U stelt door gebeurtenis geactiveerde momentopnamen als volgt in:
1. Klik in de menuwerkbalk op
Snapshot
(Momentopname).
2. Vink
Enable Event-triggered Snapshot
momentopnamen inschakelen) aan om door gebeurtenissen geactiveerde
momentopnames in te schakelen.
3. Selecteer het gewenste formaat van de momentopname, zoals JPG.
4. Selecteer de gewenste resolutie en kwaliteit van de momentopname.
5. Voer de tijdinterval tussen twee momentopnamen in. Selecteer tijdseenheid uit de
vervolgkeuzelijst: milliseconden of seconden.
6. Voer onder
Capture Number
momentopnames in.
7. Klik op
Save
(Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
NAS-instellingen
U kunt een netwerkopslagsysteem (NAS) gebruiken om opnamen extern op te slaan.
Om opname-instellingen te configureren, moet het netwerkopslagapparaat in het
netwerk beschikbaar zijn. De NAS-schijf moet beschikbaar zijn binnen het netwerk en
deze moet correct zijn geconfigureerd voor de opslag van opgenomen bestanden,
logboekbestanden, enzovoort.
Opmerkingen:
1. U kunt maximaal acht NAS-schijven met een camera verbinden.
2. De aanbevolen capaciteit van de NAS ligt tussen de 9G en 2T, omdat het
formatteren anders kan mislukken.
Configuratiehandleiding TruVision 12/32 Series IP-camera
Configuration
(Configuratie) >
(Door gebeurtenissen geactiveerde
(Opnamenummer) de totale hoeveelheid te maken
Storage
(Opslag) >
51