II. IN ANDERE GEVALLEN DAN EEN
NOODSTOP
1. De eenheid functioneert helemaal niet.
• Controleer of de ontvangst in fel licht of
direct zonlicht staat. Stel de ontvanger
niet aan sterk licht bloot.
• Controleer of er batterijen in de afstands-
bediening zijn. Plaats batterijen.
• Controleer of het nummer van de
afstandsbediening en het nummer van
de binnenunit gelijk zijn.
Bedien de binnenunit met de afstandsbedi-
ening met hetzelfde nummer.
Signalen van een afstandsbediening met
een ander nummer worden niet geaccept-
eerd. (Als er geen nummer vermeld wordt,
wordt van "1" uitgegaan.)
2. Het systeem werkt maar koelt of ver-
warmt onvoldoende.
• Als de ingestelde temperatuur niet cor-
rect is.
• Als de VENTILATORSNELHEID te laag
is.
• Als de luchtstroomrichting niet goed
ingesteld is.
Neem in de volgende gevallen contract op
met uw leverancier.
WAARSCHUWING
Schakel de netspanning onmiddellijk uit
als u een brandgeur bespeurt en neem
vervolgens contact op met uw leveran-
cier. Wanneer u de airconditioner onder
dergelijke omstandigheden blijft
gebruiken, zal dit uiteindelijk een defect
veroorzaken en kan dit leiden tot schok-
of brandgevaar.
15
Nummer
[
Probleem]
De bedrijfsindicator van de binnenunit knip-
pert en het systeem functioneert niet.
Eenheidnr. waar
het probleem
zich voordoet.
INSPECTIE
display
[Oplossing]
Lees de storingscode (A1 - UF) op de
afstandsbediening af en neem contact op
met uw leverancier. (Zie blz. 14.)
Storingscode
ON OFF
TEMP
TIME
UP
CODE
DOWN
FAN
RESERVE CANCEL
UNIT N
.
O
TIMER
MODE
SWING
/TEST
Nederlands