Montagerichtlijnen
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for-
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct naar bin-
nen schijnt. Hoe hoger de kamertempe-
ratuur, hoe langer de compressor werkt
en er meer energie wordt verbruikt.
Geschikt is een droge ruimte die kan
worden verlucht.
Als u niet anders kunt dan het toestel
naast een warmtebron te installeren,
dient u minstens de volgende mini-
mumafstand tot de warmtebron te
respecteren:
– 3 cm tot een elektrisch kookvlak,
– 30 cm tot een gaskookvlak of een
oven.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het inbouwen van het toestel:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toe-
stel bevinden.
– De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door tril-
lingen van het toestel.
– Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter het toestel.
42
Klimaatklasse
Het toestel is bestemt voor een be-
paalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor-
den aangehouden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje in de bin-
nenruimte van het toestel.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden,
waardoor schade kan ontstaan.
Kamertemperatuur
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+16 °C tot +38 °C
+16 °C tot +43 °C