De cameragegevens die op het LCD-scherm getoond worden, verschillen
afhankelijk van de opname-instellingen van dit product. De instellingen
verschijnen samen met de volgende pictogrammen.
: automatisch
: de belichting wordt handmatig ingesteld.
[24] Hoe te gebruiken
In-/uitzoomen
U kunt een beeld opnemen waarin het onderwerp is vergroot.
1. Beweeg de motorzoomknop om het beeld te vergroten of te verkleinen.
W:
Grotere weergavehoek (groothoek)
T:
Kleine weergavehoek (teleopname)
Als u de motorzoomknop voorzichtig beweegt, kunt u langzaam in- en
uitzoomen op het onderwerp. Draai de motorzoomknop verder voor een
snellere zoombeweging.
A: groothoek
B: teleopname
Opmerking
Houd uw vinger op de motorzoomknop. Indien u de motorzoomknop loslaat,
kan het bedieningsgeluid van de motorzoomknop mee worden opgenomen.
U kunt de zoomsnelheid niet wijzigen met de W/T-knop op het LCD-scherm.
Voor een goede scherpstelling bedraagt de minimale afstand tussen dit product
en het onderwerp ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en ongeveer 80 cm
Opnemen
Nuttige functies voor het opnemen
43