FUNCTIE VAN DE BELANGRIJKSTE COMPONENTEN
Naam van Component
Brandstoffilter
Brandstofpomp
Brandstofpomp
Vulopening Motorolie
Motorolie-filter
Vulopening Versnelling
Koelsysteem
Gesloten koelwaterpomp
Zeewaterpomp
Vulopening voor koelvloeistof
Reservoir
Inlaatdemper (luchtzuiveraar)
Typeplaatjes
Starter
Alternator
Peilstok Motorolie
Bedieningshandleiding YM-serie
Verwijdert vuil en water uit de brandstof. Voer het water uit het filter regelmatig af. Het filter
dient regelmatig te worden vervangen. De waterafscheider (indien aanwezig) dient regelmatig
te worden afgetapt. See Tap de brandstoffilter/waterafscheider af on page 65.
Pompt brandstof van de tank naar het brandstofinspuitsysteem. Verleggen van de manuele
hendel aan de zijkant van de voedingspomp levert brandstof aan de motor wanneer
brandstofontluchting nodig is.
Het op en neer bewegen van de brandstoftoevoer hendel voedt de brandstof. De hendel wordt
gebruikt om het brandstofsysteem te ontluchten na het opraken van de brandstof.
Opening voor bijvullen van motorolie.
Filtert fijne metaaldeeltjes en koolstof uit de motorolie. De gefilterde motorolie wordt over de
bewegende delen van de motor verspreid. De filter is van het type cassettefilter en dit
onderdeel dient regelmatig te worden vervangen. See Het vervangen van de motorolie on
page 60.
Vulopening voor de smeerolie voor de versnellingsbak. Deze bevindt zich bovenop de kast
van de versnellingsbak.
Er zijn twee koelsystemen: gesloten koeling met koelmiddel (zoet water) en zeewater. De
motor wordt door het gesloten koelcircuit gekoeld. Het gesloten circuit wordt door zeewater
m.b.v. een warmtewisselaar gekoeld.
De centrifugaalwaterpomp pompt het koelmiddel door de motor. De centrifugaalpomp wordt
aangedreven door een drijfriem.
Pompt zeewater naar de motor. De zeewaterpomp wordt met een vervangbare, rubber turbine
aangedreven. Laat deze NOOIT zonder zeewater draaien, dit beschadigt de turbine.
De vuldop op de warmtewisselaar / koelvloeistof reservoir sluit de watertoevoer-poort. De kap
heeft een drukregelklep. Wanneer de temperatuur van het koelwater stijgt, stijgt de druk in het
koelsysteem.
Via de bovendrukklep van de vulopening kan teveel stoom en heet water naar de
koelvloeistof-opvangtank wegstromen. Zodra de motor stopt en het koelmiddel afkoelt, zal de
druk in de koelvloeistoftank afnemen. De onderdrukklep van de vulopening gaat dan open om
water terug naar de koelvloeistof-opvangtank te leiden. Zo blijft het verbruik van koelvloeistof
minimaal. Het koelvloeistofniveau in het gesloten koelsysteem kan in deze tank eenvoudig
worden gecontroleerd en bijgevuld.
De inlaatdemper beschermt tegen vuil in de lucht en vermindert het lawaai bij de luchtinlaat.
Op de motor en de versnelling bevinden zich typeplaatjes, met daarop het model, het
serienummer en andere gegevens. See NAAMPLAATJES on page 14
Startmotor voor de motor, gevoed door de accu.
Aangedreven door een riem genereert het elektriciteit en laadt het de accu op.
Peilstok om het olieniveau te meten.
PRODUCTOVERZICHT
Functie
15